buitengewoon lage
buitentemperatuur;
onvoldoende acculading;
bezig met regeneratie van het
roetfilter (DPF) (alleen bij
Dieselmotoren);
bestuurdersportier niet gesloten;
veiligheidsgordel van de bestuurder
niet omgelegd;
ingeschakelde achteruit (bijv. bij het
parkeren);
alleen bij versies met een
automatische klimaatregeling, wanneer
een comfortabele temperatuur in het
interieur moet worden bereikt of bij
ingeschakelde MAX-DEF functie;
tijdens de inrijperiode, als het
systeem wordt geïnitialiseerd.
VOORWAARDEN
WAARONDER DE MOTOR
WEER GESTART WORDT
Uit oogpunt van comfort,
emissieregeling en veiligheid kan de
motor automatisch opnieuw worden
ingeschakeld, dus zonder tussenkomst
van de bestuurder. Dit is het geval
wanneer er voor de auto en de
klimaatregeling in de passagiersruimte
aan bepaalde voorwaarden wordt
voldaan, zoals:Wanneer een versnelling is
ingeschakeld, kan de motor alleen
automatisch weer worden gestart door
het koppelingspedaal helemaal in te
trappen.
VEILIGHEIDS-
INSTELLINGEN
Als het Stop/Start-systeem de motor
heeft afgezet en de bestuurder maakt
zijn veiligheidsgordel los en opent het
bestuurders- of het passagiersportier,
dan kan de motor alleen opnieuw
gestart worden met de startinrichting.
De bestuurder wordt hiervan op de
hoogte gebracht door een
geluidssignaal en een bericht op het
display.
"ENERGY SAVING"
FUNCTIE
Als de bestuurder, na een automatische
start van de motor, gedurende enige tijd
(ongeveer 3 minuten) geen enkele
handeling uitvoert, dan schakelt het
Start&Stop-systeem de motor definitief
uit om brandstof te besparen.
In dergelijke gevallen kan de motor
alleen opnieuw gestart worden met
behulp van de startinrichting.
OPMERKING De motor kan in elk geval
draaiende worden gehouden door het
systeem uit te schakelen.
ONREGELMATIGE
WERKING
Indien zich een storing voordoet, wordt
het Stop/Start-systeem uitgeschakeld.
Zie voor storingsmeldingen de
paragraaf "Lampjes en berichten" in het
hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
LANGDURIGE STILSTAND
VAN DE AUTO
122)
Als het voertuig enige tijd niet gebruikt
wordt (of als de accu wordt vervangen),
moet speciale aandacht besteed
worden aan het loskoppelen van de
stroomvoorziening van de accu.
BELANGRIJK
122)Laat de accu alleen vervangen door
een dealer van het Fiat Servicenetwerk.
Vervang de accu door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type en met
dezelfde specificaties.
BELANGRIJK
49)Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het Start&Stop-
systeem worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.
124
STARTEN EN RIJDEN
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Getande distributieriem vervangen (1.4 16V 95 pk
E6-versies / 1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet
120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)(4)
Aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen (1.4 16V
95 pk E6-versies / 1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet
120 pk-versies / 1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)(4)
Aandrijfriem(en) van hulporganen vervangen (1.6 E.TorQ
E6-versies / 1.6 E.TorQ E4-versies)
Luchtfilterelement vervangen (1.4 16V 95 pk E6-versies /
1.4 16V 95 pk E4-versies / 1.4 T-jet 120 pk-versies /
1.4 T-jet 120 pk LPG-versies)(8)
Luchtfilterelement vervangen (1.6 E.TorQ E6-versies /
1.6 E.TorQ E4-versies)(8)
Zuurstofsensor vervangen (1.4 16V 95 pk E4-versies /
1.6 E.TorQ E4-versies)(9)
Remvloeistof verversen(10)
(4) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, bijzonder zware weersomstandigheden, langdurig bij zeer lage of zeer hoge temperaturen, veel stadsritten,
langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
(8) Als het voertuig in stoffige gebieden gebruikt wordt, wordt geadviseerd dit filter om de 15.000 km te vervangen.
(9) Deze handeling moet uitgevoerd worden als het voertuig in een van de volgende landen wordt gebruikt: Algerije, Bahrein, Angola, Bolivia, Kameroen, Congo, El
Salvador, Ethiopië, de Filipijnen, Gabon, Ghana, Jordanië, Guatemala, Honduras, Kenia, Libië, Madagaskar, Malawi, Mali, Mauritanië, Mozambique, Panama,
Peru, Oeganda, Zambia, Zimbabwe.
(10) De remvloeistof moet iedere twee jaar worden vervangen, ongeacht de kilometerstand.
191
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Conditie van aandrijfriem(en) hulporganen visueel
controleren(5)
De spanning controleren van aandrijfriem van hulporganen
(uitvoeringen zonder automatische riemspanner)
Controleren van het oliepeil van het elektrohydraulisch
systeem en zo nodig bijvullen (1.6 Multijet 120 pk-versies
met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
/ 115 pk-versies met automatische versnellingsbak met
dubbele koppeling)(6)
Motorolie verversen en oliefilter vervangen (versies met
DPF)(7)
Getande distributieriem vervangen (versie 1.6 Multijet
120 pk / 115 pk)(5)
Aandrijfriem(en) hulporganen vervangen(5)
Brandstoffilterelement vervangen (versies 1.3 Multijet
95 pk)(8)
(5) Maximum aantal kilometers 120.000 km. De riem moet elke 6 jaar worden vervangen, ongeacht de afgelegde afstand. Als het voertuig wordt gebruikt onder
veeleisende omstandigheden (stoffige omgevingen, bijzonder zware weersomstandigheden, langdurig bij zeer lage of zeer hoge temperaturen, veel stadsritten,
langdurig stationair lopen van de motor): aanbevolen maximum aantal kilometers is 60.000 km. De riem moet elke 4 jaar worden vervangen, ongeacht de
afgelegde afstand.
(6) Jaarlijks uit te voeren controle voor auto's in landen met zeer strenge klimaten (koude landen).
(7) Het werkelijke interval voor de vervanging van de olie en het motoroliefilter is afhankelijk van de gebruiksomstandigheden van de auto en wordt aangegeven met
een brandend lampje of een bericht (waar aanwezig) op het instrumentenpaneel. Het mag echter nooit meer dan 2 jaar bedragen. Wanneer het voertuig
voornamelijk gebruikt wordt voor stadsritten, dan moet het motoroliefilter elk jaar vervangen worden.
(8) Als het voertuig op brandstof rijdt van een kwaliteit die niet voldoet aan de betreffende Europese specificatie, moet dit filter om de 20.000 km vervangen worden
195
REGELMATIGE
CONTROLES
Elke1.000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;
remvloeistofpeil;
ruitensproeiervloeistofpeil;
conditie en bandenspanning;
werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
etc.);
werking wis/-sproeisysteem en
stand/slijtage van wisserbladen;
controle en bijvullen van het peil van
het
AdBlue®
-additief voor
dieseluitstoot (UREUM) (voor
versies/markten, indien van
toepassing);
Elke3000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE
AUTO
Als vooral een intensief gebruik van de
auto wordt gemaakt, zoals:
het rijden op stoffige wegen;
talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen
onder het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij
lage snelheden of als de auto lang niet
wordt gebruikt;
dienen de volgende controles vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in
het Geprogrammeerd
onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor
op conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep
op aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen;
Herstel het peil van het
AdBlue®
-additief voor dieseluitstoot
(UREUM) (voor versies/markten, indien
van toepassing) wanneer het
waarschuwingslampje gaat branden of
het bericht op het instrumentenpaneel
wordt weergegeven;
197
VERSIES MET STOP/
START-SYSTEEM
(indien aanwezig)
Ga als volgt te werk om de accu op te
laden:
Koppel de stekker 1 fig. 211 los van
de accusensor 3 op de minklem 4 (–)
van de accu los (door op de knop 2 te
drukken);
sluit de pluskabel (+) van de
acculader aan op de plusklem 5 van de
accu en de minkabel (–) op de klem van
de sensor 4 zoals aangegeven in de
figuur;
schakel de acculader in. Schakel na
het opladen de acculader uit;
sluit na de acculader te hebben
afgekoppeld de stekker 1 terug op de
sensor 3 aan zoals aangegeven in de
figuur.
ONDERHOUDS-
PROCEDURES
79) 80) 81)
De volgende pagina's bevatten de
voorschriften voor hetvereiste
onderhoud die voorzien zijn door het
technische personeel dat het voertuig
heeft ontworpen.
In aanvulling op deze specifieke
onderhoudsinstructies die
gespecificeerd zijn voor het
geprogrammeerde routine-onderhoud,
zijn er andere componenten die
reparatie of vervanging vereisen tijdens
de gebruikscyclus van het voertuig.
MOTOROLIE
Motorolieniveau controleren
82)
Om een juiste smering van de motor te
garanderen, moet de olie altijd op het
voorgeschreven niveau worden
gehouden (zie "Motorruimte" in dit
hoofdstuk).
MOTOROLIEFILTER
Het motoroliefilter vervangen
Het motoroliefilter moet elke keer dat de
motorolie ververst wordt vervangen
worden.
Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
LUCHTFILTER
176)
Luchtfilter vervangen
Zie het "Geprogrammeerd
onderhoudsschema" voor de juiste
onderhoudsintervallen.
Het is raadzaam om het te vervangen
door een origineel onderdeel, speciaal
ontworpen voor dit voertuig.
ONDERHOUD
AIRCONDITIONING
83) 84)
Om de beste prestaties te garanderen,
moet de airconditioning gecontroleerd
en onderhouden worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk,
bij het begin van de zomer.
21109036J0001EM
211
UITLAATSYSTEEM
178) 179)
85)
Passend onderhoud van het
motoruitlaatsysteem is de beste
bescherming tegen lekkage van
koolmonoxide in het interieur.
BELANGRIJK
176)Het luchtinlaatsysteem (luchtfilter,
rubber slangen, enz.) kan als bescherming
fungeren in geval van terugslag van de
motor. VERWIJDER dit systeem NIET, tenzij
u reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
moet uitvoeren. Controleer, alvorens de
motor te starten, dat het systeem niet
verwijderd is: het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot
ernstig letsel.
177)Rijden met versleten wisserbladen is
bijzonder gevaarlijk, omdat het zicht onder
slechte weersomstandigheden wordt
beperkt.
178)Uitlaatgassen zijn uiterst gevaarlijk, en
kunnen dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide, een kleurloos en reukloos
gas dat bij inademing bewustzijnsverlies en
vergiftiging kan veroorzaken.179)Het uitlaatsysteem kan zeer hoge
temperaturen bereiken en kan leiden tot
brand als het voertuig geparkeerd wordt op
ontvlambaar materiaal. Droog gras of
bladeren kunnen ook vlam vatten als ze in
contact komen met het uitlaatsysteem.
Parkeer of gebruik het voertuig niet op een
plaats waar het uitlaatsysteem in contact
kan komen met ontvlambaar materiaal.
BELANGRIJK
79)Het wordt geadviseerd het voertuig te
laten onderhouden bij een werkplaats van
het Fiat Servicenetwerk. Bij het persoonlijk
uitvoeren van normale periodieke
werkzaamheden en kleine
onderhoudshandelingen wordt geadviseerd
gebruik te maken van geschikte
gereedschappen, originele
vervangingsonderdelen en de noodzakelijke
vloeistoffen. Voer geen enkele ingreep uit
als u niet over de noodzakelijke ervaring
beschikt.
80)Onjuist onderhoud van de auto of het
niet uitvoeren van reparatiewerkzaamheden
(indien nodig) kan leiden tot duurdere
reparaties, schade aan andere onderdelen
of een negatieve inwerking op de prestaties
van de auto. Laat elke storing onmiddellijk
controleren bij een werkplaats van het Fiat
Servicenetwerk.81)Het voertuig is uitgerust met
vloeistoffen die geoptimaliseerd zijn of die
de prestaties en levensduur beschermen
en de onderhoudsintervallen groter maken.
Gebruik geen chemische middelen voor het
wassen van deze onderdelen omdat deze
de motor, de versnellingsbak of de
klimaatregeling kunnen beschadigen. Deze
schade wordt niet gedekt door de garantie
van het voertuig. Als er een onderdeel
gewassen moet worden omdat het niet
goed werkt, gebruik dan uitsluitend
speciale vloeistof om dat te doen.
82)Een overtollige of onvoldoende
hoeveelheid olie in het motorblok leidt tot
ernstige beschadiging van de motor. Zorg
ervoor dat de olie altijd op een geschikt
niveau staat.
83)Vraag altijd om het gebruik van
uitsluitend goedgekeurde koel- en
smeermiddelen voor de compressor die
geschikt zijn voor het specifieke
klimaatregelsysteem dat op het voertuig
gemonteerd is. Sommige niet
goedgekeurde koelmiddelen zijn brandbaar
en kunnen exploderen, met risico op
verwondingen. Het gebruik van
niet-goedgekeurde koelmiddelen of
smeermiddelen kan de werking van het
systeem negatief beïnvloeden, wat tot dure
reparaties leidt.
84)Het airconditioningssysteem bevat
koelmiddel onder hoge druk: om letsel aan
mensen of schade aan het systeem te
voorkomen moet bijvullen van koelmiddel of
reparatie waarbij de kabels losgekoppeld
moeten worden, uitgevoerd worden bij een
werkplaats van het Fiat Servicenetwerk.
214
ONDERHOUD EN ZORG
Wij, die uw auto hebben bedacht, ontworpen en gebouwd, kennen daarvan werkelijk elk detail en onderdeel.
In de erkende Fiat Service garagesvindt u technici die rechtstreeks door ons zijn opgeleid die kwaliteit
en professionaliteit bieden voor alle onderhoudswerkzaamheden.
De Fiat garages staan altijd tot uw beschikking voor het periodieke onderhoud, de seizoenscontroles
en voor praktische adviezen van onze deskundigen.
Met de Originele Vervangingsonderdelen gedistribueerd door MOPAR
®, worden de kenmerken
van betrouwbaarheid, comfort en prestaties, waarvoor u uw nieuwe voertuig gekozen heeft,
in de loop van de tijd in stand gehouden.
Vraag altijd om Originele Onderdelen van de componenten die wij gebruiken om onze auto’s te bouwen en
die wij u aanbevelen omdat die het resultaat zijn van ons engagement bij de research en de ontwikkeling
van steeds innovatievere technologieën.
Vertrouw om al deze redenen op Origenele Onderdelen:
de enige die speciaal door FCA voor uw auto ontworpen zijn.
WAAROM KIEZEN VOOR
ORIGINELE ONDERDELEN
VEILIGHEID:
REMSYSTEEMECOLOGIE: ROETFILTERS,
ONDERHOUD AIRCONDITIONINGCOMFORT: WIELOPHANGING
EN RUITENWISSERS PERFORMANCE: BOUGIES, INSPUIT-
VENTIELEN EN ACCU'SLINEACCESSORI:
STANGEN IMPERIAAL, VELGEN