1.6 MultiJet 2,0 MultijetVoorgeschreven brandstof en originele
smeermiddelen
Tankinhoud (liter) 55 55
Diesel voor motorvoertuigen (EN590-specificatie)
inclusief een reserve van (liter) 5 - 7 5 - 7
Motorkoelsysteem (liter) 6,1 6,5Mengsel van gedestilleerd water en PARAFLU
UP
50%(*)
Carterpan en filters (liter) 4,8 4,8SELENIA WR FORWARD 0W-30 (versies zonder
AdBlue®) / SELENIA WR FORWARD 0W-20
(versies met AdBlue®)
Versnellingsbak-/differentieelhuis
(liter)1,8
(°)/ 2,1(°°)6,0(°°°)
TUTELA TRANSMISSION GEARFORCE (versies
met handgeschakelde versnellingsbak/
automatische versnellingsbak met dubbele
koppeling) / TUTELA TRANSMISSION AS8
(versies met AT9-automatische versnellingsbak)
Tussenbak (PTU) (liter) – 0,4 TUTELA TRANSMISSION B-5X
Achterdifferentieel (liter) – 0,6 TUTELA TRANSMISSION COMPAQ DRIVE
Hydraulisch remcircuit (kg) 0,83 0,83 TUTELA TOP 4/S
Vloeistofreservoir ruitensproeiers/
achterruitsproeier (liter)2,5 2,5Mengsel van water en PETRONAS DURANCE
SC35
AdBlue®-tank (indien aanwezig)
inhoud circa (liter)13 13AdBlue® DIN 70 070 en ISO 22241-1
99) 100)
(*) Wanneer de auto onder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt gebruikt, adviseren wij een 60-40 mengsel van PARAFLUUPen gedemineraliseerd
water.
(°) Versies met handmatige versnellingsbak
(°°) Versies met automatische versnellingsbak met dubbele koppeling
(°°°) Versies met automatische versnellingsbak AT9
242
TECHNISCHE GEGEVENS
BELANGRIJK
99)De distributiebedrijven zijn verantwoordelijk voor de conformiteit van hun product. Neem de voorzorgsmaatregelen voor opslag en
onderhoud in acht om de oorspronkelijke eigenschappen te handhaven. De fabrikant van het voertuig verleent geen garantie in geval van
gebreken van de werking of beschadiging van het voertuig veroorzaakt door het gebruik van niet met de normen overeenkomende AdBlue
®.
100)Gebruik alleen AdBlue®overeenkomstig DIN 70 070 en ISO 22241-1. Overige vloeistoffen kunnen schade aan het systeem veroorzaken:
bovendien voldoet de uitstoot dan niet meer aan de wettelijke voorschriften.
243
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN
Het voertuig is voorzien van een motorolie die grondig ontwikkeld en getest is om aan de vereisten van het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema te kunnen voldoen. Constant gebruik van de voorgeschreven smeermiddelen garandeert de specificaties
van brandstofverbruik en emissies. De kwaliteit van het smeermiddel is cruciaal voor de werking en de levensduur van de
motor.
101)
PRODUCTSPECIFICATIES
Gebruik Eigenschappen SpecificatieOriginele vloeistoffen
en smeermiddelenVerversingsinterval
Smeermiddelen
voor
benzinemotorenSAE 0W-30
ACEA C2 / API SN9.55535-GS1SELENIA DIGITEK P.E.
Contractual Technical
Reference N° F020.B12Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Smeermiddel voor
dieselmotoren
zonder AdBlue®SAE 0W-30
ACEA C29.55535-DS1SELENIA WR Forward
0W-30
Contractual Technical
Reference N° F842.F13Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Smeermiddel voor
dieselmotoren
1.6 Multijet met
AdBlue® en
2.0 Multijet met
AdBlue®SAE 0W-20
ACEA C29.55535-DSXSELENIA WR Forward
0W-20
Contractual Technical
Reference N° F013.K15Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Smeermiddel voor
dieselmotoren
1.3 Multijet 95 pk
met AdBlue®SAE 0W-20
ACEA C 9.55535-DM1SELENIA ECO2
Contractual Technical
Reference N° F049.C18Volgens het
Geprogrammeerde
Onderhoudsschema
Als er geen smeermiddelen beschikbaar zijn die voldoen aan het specifieke verzoek, kunnen voor het bijvullen producten
gebruikt worden die voldoen aan de aangegeven specificaties; in dat geval wordt de optimale prestatie van de motor niet
gegarandeerd.
244
TECHNISCHE GEGEVENS
Gebruik Eigenschappen SpecificatieOriginele vloeistoffen
en smeermiddelenToepassingen
AdBlue®-additief voor
dieseluitstootUREUM-wateroplossingDIN 70 070 en ISO
22241-1AdBlue®Gebruik dit product voor
het bijvullen van het
AdBlue®-reservoir in
voertuigen met een
SCR-systeem (selectieve
katalytische reductie)
BELANGRIJK
101)Het gebruik van producten met andere dan de hierboven aangegeven specificaties kan leiden tot beschadigingen van de motor die niet
door de garantie worden gedekt.
247
AdBlue®is een geregistreerd handelsmerk van Verband der Automobilindustrie e.V. (VDA)
OPMERKING De USB-poorten zorgen
voor de gegevensoverdracht van de
Pen Drive/smartphone enzovoorts en
het langzaam opladen van een extern
toestel, wat niet gegarandeerd is omdat
dit afhangt van het type/merk toestel.
OPMERKING Het is mogelijk dat het
Uconnect™-systeem niet alle
USB-pennen ondersteunt. In dit geval
kan niet automatisch van de“Radiomodus” naar de “Mediamodus”
worden overgeschakeld.
Controleer de compatibiliteit van het
toestel als het niet afgespeeld wordt
door Mediamodus te selecteren. Een
specifiek bericht zal op het display van
hetU-connect™-systeem worden
weergegeven.
TELEFOONMODUS
Activering telefoonmodus
Druk op de toetsTELEFOONop het
frontpaneel om de Telefoonmodus te
activeren.
Is er geen telefoon aangesloten, dan
verschijnt op het display het betreffende
waarschuwingsscherm:
Een
Bluetooth®
mobiele telefoon
koppelen
Het systeem verbindt zich automatisch
met de gekoppelde mobiele telefoon
met de hoogste prioriteit.
Ga als volgt te werk om een specifieke
Bluetooth®
mobiele telefoon te kiezen:
druk op de toetsMENUop het
frontpaneel;
selecteer de optie "Telefoonmenu/
Bluetooth" op het display;
selecteer de lijst "Bluetooth/
Telefoons" met behulp van de
bijbehorende toets;
selecteer het specifieke apparaat
(
Bluetooth®
mobiele telefoon);
selecteer "Aansluiten";
het aangesloten apparaat wordt in de
lijst gemarkeerd.
Loskoppeling van een
Bluetooth®
mobiele telefoon
Ga als volgt te werk om een specifieke
Bluetooth®
mobiele telefoon los te
koppelen:
druk op de toetsMENUop het
frontpaneel;
selecteer de optie "Telefoonmenu/
Bluetooth" op het display;
selecteer de lijst "Bluetooth/
Telefoons" met behulp van de
bijbehorende toets;
selecteer het specifieke apparaat
(mobiele telefoon of
Bluetooth®
-
apparaat);
selecteer "Loskoppelen".
Een nummer bellen
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
door het selecteren van "Contacten"
(Telefoonboek ......);
selecteer de “Lijst recente
oproepen”: de ontvangen, gemaakte en
gemiste oproepen worden
weergegeven;
druk opTELEFOONop het
frontpaneel, selecteer vervolgens
“Toetsenpaneel” voor het invoeren van
de cijfers met behulp van de
rechterknop “BROWSE/ENTER” en
187F1B0701
188F1B0734
262
MULTIMEDIA
OVERZICHTSTABEL DISPLAY-KNOPPEN
Toets Functies Modus
RadioToegang tot de radio-modus Druk op de knop
MediaBronselectie: USB, AUX (indien aanwezig),
Bluetooth®Druk op de knop
TelefoonToegang tot de Telefoonmodus Druk op de knop
Uconnect™Toegang tot de systeemfuncties (Audio, Media,
Telefoon, Radio,Uconnect
™LIVE-services, etc.)Druk op de knop
Nav
(*)
Toegang tot het Navigatiemenu Druk op de knop
InstellingenToegang tot het menu Instellingen Druk op de knop
TripToegang tot de functie Trip Druk op de knop
(*) alleen versiesUconnect™HD Nav LIVE
266
MULTIMEDIA
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het systeem wordt in-/uitgeschakeld
door het indrukken van de toets/knop
.
Draai de toets/knop respectievelijk
rechts-/linksom om het radiovolume te
verhogen/verlagen. De elektronische
volumeregeling kan continu (360°) in
beide richtingen, zonder stopposities,
worden gedraaid.
FUNCTIE
"TOUCHSCREEN"
Het systeem maakt gebruik van de
"touchscreen"-functie; druk, om van de
verschillende functies gebruik te maken,
op de weergegeven "grafische
toetsen".
Een selectie bevestigen: druk op de
knop "OK".
Terugkeren naar het vorige scherm:
druk op de knop
(Wissen) of,
afhankelijk van het ingeschakelde
scherm,
/Gereed.
RADIOMODUS
Nadat de gewenste radiozender
gekozen is, wordt de volgende
informatie op het display weergegeven:
Bovenaan: de lijst van opgeslagen
radiozenders (voorkeuze) wordt
weergegeven; de momenteel
beluisterde zender is gemarkeerd.In het midden: de naam van de
beluisterde zender wordt weergegeven.
Links: de toetsen "AM", "FM", "DAB”
(voor bepaalde versies/markten, indien
aanwezig) voor de selectie van de
gewenste frequentieband, worden
weergegeven (de met de geselecteerde
band overeenkomende toets wordt
gemarkeerd);
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over de
beluisterde bron;
"Kaart": navigatie met kaartweergave
(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE).
Onderaan: weergave van de volgende
toetsen:
"Browse": lijst van beschikbare
radiozendeers;
/selectie vorige/volgende
radiozender;
"Afst.": handmatige afstemming
radiozenders;
"Audio": toegang tot het scherm
"Audio-instellingen".
Audiomenu
Druk op de toets "Audio" aan de
onderkant van het display om het menu
“Audio” te openen.
Door middel van het menu “Audio”
kunnen de volgende aanpassingen
worden uitgevoerd:
"Balanceren/Fade" (aanpassing
audiobalans links/rechts en voor/achter)
"Equalizer" (voor bepaalde
versies/markten, indien aanwezig)
"Volume naar snelheid"
(automatische, snelheidsafhankelijke
volumeregeling)
“Luidheid" (voor bepaalde
versies/markten, indien aanwezig)
“AUX Volumecompensatie” (alleen
actief wanneer een AUX-apparaat
wordt aangesloten) (indien aanwezig)
“AutoPlay”
"Radio automatisch aan"
MEDIA-MODUS
Druk op de knop Media om de
gewenste audiobron onder de
beschikbare bronnen te selecteren:
USB,
Bluetooth®
en AUX (indien
aanwezig).
BELANGRIJK Toepassingen die worden
gebruikt op draagbare apparaten zijn
mogelijk niet compatibel met het
Uconnect™-systeem.
Na de selectie van de media-modus
wordt op het display de volgende
informatie weergegeven.
Bovenaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische knoppen:
"Herhaal": om het huidige nummer
opnieuw af te spelen
270
MULTIMEDIA
“Shuffle”: om de nummers in
willekeurige volgorde af te spelen
Voortgang en duur van het nummer
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: weergave van de volgende
toetsen:
Geselecteerd apparaat of audiobron
"Bron selecteren": de gewenste
audiobron selecteren
Rechts: weergave van de volgende
toetsen:
"Info": aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld
"Tracks": lijst met de beschikbare
nummers
"Kaart": weergave navigatiekaart
(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE)
Onderaan: informatie over het nummer
dat wordt afgespeeld en de volgende
grafische toetsen:
“Bluetooth” (voor eenBluetooth®
-
audiobron): weergave van de lijst van
apparaten
“Bladeren” (van USB-bron): opent de
functie bladeren
/: selectie vorig/volgend
nummer;
: pauzeert het afgespeelde
nummer
“Audio”: openen van de
schermafbeelding “Instell. Audio”Nummer selecteren
Met de “Tracks”-functie kunt u een
venster openen met de lijst van
nummers die afgespeeld worden.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is. Zo
kunt u op een USB-apparaat
bijvoorbeeld bladeren door de lijst van
de op het apparaat beschikbare
artiesten, genres en albums, op basis
van de informatie aanwezig op de
nummers, door middel van de
toets/knop TUNE SCROLL of door
middel van de toetsen
en.
Binnen elke lijst kan de toets “ABC”
gebruikt worden om naar de gewenste
letter van de lijst te springen.
OPMERKING Deze toets kan voor
bepaalde
Apple®
apparaten
uitgeschakeld zijn.
OPMERKING Met de knop TUNE
SCROLL is het niet mogelijk om te
handelen op een AUX-apparaat (indien
aanwezig).
Bluetooth® BRON
Deze modus wordt geactiveerd door
een
Bluetooth®
-apparaat met daarop
muziek met het systeem te koppelen.
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®
audioapparaat te
koppelen:
schakel de functieBluetooth®
in op
het apparaat;
druk op de knop “Media” op het
display;
druk op de knop "Bron selecteren";
selecteer deBluetooth®
Mediabron;
druk op de knop "Appar toev.";
zoekUconnect™op het
Bluetooth®
audioapparaat (tijdens de
koppelingsfase verschijnt op het
scherm de voortgang van het proces);
voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het systeem
of bevestig de op het apparaat
getoonde PIN;
als de koppelingsprocedure met
succes is afgesloten, wordt een scherm
getoond. Als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt het
Bluetooth®
-
audioapparaat als favoriet gekoppeld
(het apparaat heeft voorrang op alle
andere apparaten die later worden
gekoppeld). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van verbinding
bepaald. Het laatst verbonden apparaat
heeft de hoogste prioriteit;
271