Ga als volgt te werk voor het koppelen
van de mobiele telefoon:
schakel de functieBluetooth®
in op
de mobiele telefoon;
druk op de knop “Telefoon” op het
display;
als er nog geen telefoon aan het
systeem gekoppeld is, toont het display
een speciaal scherm;
Ga naar “Instellingen” en selecteer
"Toestel toev." om het koppelen te
starten en zoek dan naar het
Uconnect™-toestel op de mobiele
telefoon;
voer, als de mobiele telefoon hierom
vraagt, de PIN-code getoond op het
display van het systeem in op het
toetsenbord van uw telefoon of
bevestig de op de mobiele telefoon
getoonde PIN;
tijdens de koppelingsfase verschijnt
een scherm dat de voortgang van het
proces toont;
als de koppelingsprocedure met
succes is voltooid, wordt een scherm
getoond: als "Ja" op de vraag wordt
geselecteerd, wordt de mobiele
telefoon als favoriet gekoppeld (de
mobiele telefoon heeft voorrang op alle
andere mobiele telefoons die later
worden gekoppeld). Als geen andere
apparaten worden gekoppeld, zal het
systeem het eerst gekoppelde apparaat
als favoriet beschouwen.OPMERKING Na het updaten van de
telefoonsoftware voor eigen bediening
wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling
van het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth®
apparaten op de telefoon
en maak een nieuwe koppeling.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures
zijn alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund. Raadpleeg de handleiding
van de mobiele telefoon om alle
beschikbare functies te kennen.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selecteer "Telefoonboek";
selecteer "Recent";
selecteer "Kies";
selecteer "Opnieuw bellen".
Favorieten
U kunt tijdens een gesprek een nummer
of een contact toevoegen (indien al
aanwezig in Contacten) aan de lijst met
favorieten door boven aan het display
op een van de 5 grafische knoppen
"Leeg" te drukken. Favorieten kunnen
ook worden beheerd via de Opties
telefoonboek.SMS-lezer
Het systeem kan de SMS-berichten die
de mobiele telefoon ontvangt voorlezen.
Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via
Bluetooth®
ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, kan de knop
"Tekst" niet worden gekozen (is grijs).
Bij ontvangst van een SMS-bericht, ziet
u op het display een scherm waarop de
opties "Lees", "Toon", "Bellen" of
"Negeer" gekozen kunnen worden.
Druk op de grafische knop "sms" voor
toegang tot de lijst van tekstberichten
die door de mobiele telefoon zijn
ontvangen (de lijst toont een maximum
van 60 ontvangen berichten).
OPMERKING Bij sommige mobiele
telefoons moet, om de leesfunctie van
gesproken SMS-berichten ter
beschikking te krijgen, de optie
SMS-melding op de telefoon
ingeschakeld worden; deze optie is
meestal beschikbaar op de telefoon, in
het
Bluetooth®
verbindingsmenu voor
een apparaat dat geregistreerd is als
Uconnect™. Na het inschakelen van
deze functie op de mobiele telefoon,
moet deze uit- en weer ingeschakeld
worden met hetUconnect™systeem
om de functie te laten werken.
274
MULTIMEDIA
BELANGRIJK Sommige mobiele
telefoons houden geen rekening met de
instellingen van de SMS-bevestiging bij
het koppelen metUconnect™. Als een
tekstbericht wordt verstuurd via het
Uconnect™-systeem, kan het zijn dat
de bestuurder extra kosten moet
betalen, zonder enige waarschuwing,
doordat de telefoon een verzoek om
een ontvangstbevestiging van een
tekstbericht verstuurt. Neem in geval
van problemen met betrekking tot de
bovenstaande informatie contact op
met de serviceprovider van uw telefoon.
Functie “Niet storen"
Indien ondersteund door de verbonden
telefoon, krijgt de gebruiker door "Niet
storen" in te drukken, geen meldingen
voor binnenkomende oproepen of
SMS-berichten. De gebruiker kan
reageren met een standaard- of
aangepast bericht, dat via de
instellingen is opgegeven.
SMS-berichtopties
Er zijn standaard SMS-berichten in het
systeemgeheugen opgeslagen die als
antwoord op een ontvangen bericht of
als nieuw bericht verzonden kunnen
worden.
Ja
Nee
OK
Ik kan nu niet praten
Bel me
Ik bel je straks
Ik ben onderweg
Bedankt
Ik ben te laat
Ik zit vast in het verkeer
Begin zonder mij
Waar ben je?
Ben je er al?
Ik heb aanwijzingen nodig
Ik ben de weg kwijt
Tot straks
Ik kom 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60) (*) minuten later
Tot over 5 (of 10, 15, 20, 25, 30, 45,
60) (*) minuten
(*) Gebruik alleen de kiesbare getallen,
anders neemt het systeem het bericht
niet aan. Het systeem staat tevens toe
dat een ontvangen SMS wordt
doorgezonden.
OPMERKING Raadpleeg de
desbetreffende paragraaf voor meer
informatie over het verzenden van
tekstberichten met gebruik van
spraakopdrachten.
Door tekstberichten bladeren
(indien aanwezig)
Door middel van de bedieningsorganen
op het stuurwiel kunt u de laatste
10 ontvangen SMS-berichten op het
display van het instrumentenpaneel
weergeven en beheren.Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via
Bluetooth®
ondersteunen.
Selecteer “Telefoon” in het Menu
Instellingen op het instrumentenpaneel
en selecteer vervolgens “SMS-lezer”
door middel van de bedieningsorganen
op het stuurwiel. Door middel van het
submenu "SMS-lezer" kunnen de
laatste 10 SMS-berichten worden
weergegeven.
Door favorieten bladeren
(indien aanwezig)
Door middel van de bedieningsorganen
op het stuurwiel kunnen uw favoriete
telefoonnummers worden weergegeven
op het display van het
instrumentenpaneel en beheerd
worden. Om deze functie te kunnen
gebruiken, moet de mobiele telefoon
SMS-uitwisseling via
Bluetooth®
ondersteunen en moeten de favoriete
nummers eerder als zodanig zijn
opgeslagen in hetUconnect™-
systeem.
Selecteer door middel van de
bedieningsorganen op het stuurwiel
“Telefoon” in het Menu Instellingen op
het instrumentenpaneel. Selecteer, met
aangesloten telefoon, de optie
"Favoriete nummers": door middel van
het submenu "Favoriete nummers" kan
een favoriet nummer worden
weergegeven en geselecteerd.
275
Als de optie "Telefoon" is geselecteerd
terwijl de telefoon niet is verbonden,
kan de lijst met favoriete nummers niet
worden weergegeven.
Uconnect™
LIVE-SERVICES
Druk op de knopUconnect™om
toegang te krijgen tot de applicaties van
Uconnect™LIVE.
De applicatiefuncties zijn beschikbaar
volgens de voertuigconfiguratie en de
markt.
Om de services vanUconnect ™LIVE
te gebruiken, moet u deUconnect
™LIVEApp downloaden van Google
Play of de Apple Store en registreren
met gebruik van de app of op
www.driveuconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Na het starten van de
Uconnect™LIVEApp en het invoeren
van uw inloggegevens, moet, voor
toegang tot deUconnect™LIVE
App-services in in het voertuig, de
Bluetooth®
-koppeling tussen uw
smartphone en hetUnconnect™-
systeem worden uitgevoerd, zoals
beschreven in het hoofdstuk “Uw
mobiele telefoon koppelen”. De lijst met
ondersteunde mobiele telefoons is
beschikbaar op www.driveuconnect.eu.
Druk na het koppelen op de
Uconnect™LIVE-knop op het schermom toegang te krijgen tot de verbonden
services.
Alvorens de aangesloten services te
gebruiken, moet u de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies op te volgen die in de
Uconnect™LIVEApp verschijnen
zodra de
Bluetooth®
-koppeling
voltooid is
Instelling van de Uconnect™
LIVE-services door middel van het
Uconnect™-systeem
Door middel van deUconnect™
LIVE-services kunt u toegang krijgen
tot deel “Instellingen” door te drukken
op het pictogram
. Hier kunt u de
systeemopties controleren en naar
voorkeur aanpassen.
Systeemupdates
Als een update voor het
Uconnect™LIVE-systeem
beschikbaar is terwijl de
Uconnect™LIVE-services worden
gebruikt, dan wordt de bestuurder
hierover geïnformeerd met een bericht
op het display van het systeem.
Verbonden services die op het
voertuig geopend kunnen worden
De applicatieseco:Drive™enmy:Car
zijn ontwikkeld om de rijervaring van de
klant te verbeteren en zijn derhalve
bruikbaar op alle markten waar toegangtot deUconnect™LIVE-services
mogelijk is.
Op versiesUconnect™7" HD Nav
LIVE maakt de toegang tot de
Uconnect™LIVE-services het gebruik
van "LIVE"-services mogelijk.
eco:Drive™
Door middel van de applicatie
eco:Drive™kan uw rijgedrag in
realtime worden weergeven, zodat u uw
rijstijl kunt verbeteren voor wat betreft
brandstofverbruik en uitstoot.
Daarnaast kunnen de gegevens worden
opgeslagen op een USB-flashdrive en
kan een gegevensanalyse worden
gemaakt op uw pc dankzij de
eco:Drive™desktopapplicatie,
beschikbaar op www.fiat.it (voor Italië),
www.fiat.com (voor andere landen) of
www.driveuconnect.eu.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
parameters controleren:
Acceleratie
Deceleratie
Versnellingsbak
Snelheid
Weergave van de eco:Drive™
Druk op de toetseco:Drive™om van
deze functie gebruik te maken. Er wordt
een scherm weergegeven met de
4 hierboven beschreven indexen.
276
MULTIMEDIA
Deze indexen zijn grijs totdat het
systeem genoeg gegevens heeft om de
rijstijl te analyseren. Zodra voldoende
gegevens beschikbaar zijn, nemen de
indexen op basis van de beoordeling
5 kleuren aan: donkergroen (zeer goed),
lichtgroen, geel, oranje en rood (zeer
slecht).
In geval van een langdurige inactiviteit
geeft het display het gemiddelde van de
indexen tot dat moment weer
("Gemiddelde index") en zodra het
voertuig opnieuw wordt gestart, worden
de indexen weer in kleur en in realtime
weergegeven.
Registreren en overdragen van
tripgegevens
De tripgegevens kunnen worden
opgeslagen in het systeemgeheugen en
overgedragen via een goed
geconfigureerde USB-geheugenstick of
deUconnect™LIVE App.Opdie
manier kunt u de geschiedenis van de
verzamelde gegevens, met een
volledige analyse van de routegegevens
en van uw rijstijl, weergeven. Ga voor
nadere informatie naar de website
www.driveuconnect.eu.BELANGRIJK De USB-geheugenstick
niet verwijderen of de verbinding van de
smartphone met de app
Uconnect™LIVEverbreken, voordat
het systeem de gegevens heeft
gedownload, want anders kunnen de
gegevens verloren gaan. Tijdens de
gegevensoverdracht naar de apparaten
kunnen erUconnect™berichten op
het scherm van de autoradio
verschijnen om de gebruiker op de
juiste wijze door deze handeling te
leiden; volg deze aanwijzingen op. Deze
berichten worden alleen weergegeven
als de contactsleutel naar STOP is
gedraaid en als een
uitschakelvertraging van het
Uconnect™systeem is ingesteld. De
gegevens worden bij het afzetten van
de motor automatisch naar de
apparaten verzonden. Overgedragen
gegevens worden op deze manier
verwijderd uit het systeem geheugen. U
kunt kiezen om de tripgegevens al dan
niet op te slaan, door op de toets
"Instellingen" te drukken en door de
activering van de opslag en de
overdrachtsmodus (USB of Cloud) in te
stellen.
Als de USB-geheugenstick vol is,
worden waarschuwingsberichten op
het display van hetUconnect™-
systeem weergegeven.Als deeco:Drive™-gegevens
gedurende enige tijd niet overgezet zijn
naar de USB-stick, kan het interne
geheugen van hetUconnect™-
systeem verzadigd raken: volg in dat
geval de aanbevelingen gegeven in de
berichten op het display op.
my:Car
Metmy:Carkunt u de status van uw
voertuig altijd onder controle houden.
De applicatiemy:Caris in staat om
storingen in realtime te detecteren en
informeert de bestuurder over uit te
voeren onderhoudsbeurten. Druk, om
het de applicatie te communiceren, op
de knop "my:Car": er wordt op het
display een schermafbeelding
weergegeven met het deel “zorg:Index”
dat gedetailleerde informatie over de
status van het voertuig bevat. Druk op
de knop "Actieve waarschuwingen" om
de informatie over eventuele storingen
van het voertuig te tonen die de
activering van een
waarschuwingslampje tot gevolg
hadden.
De status van het voertuig kan worden
geraadpleegd op
www.driveuconnect.eu of via de
Uconnect™LIVEApp.
277
Apple CarPlay EN
Android Auto
(indien aanwezig)
Met de applicaties Apple CarPlay en
Android Auto kunt u uw smartphone
veilig en intuïtief in de auto gebruiken. U
kunt deze gebruiken door gewoon een
compatibele smartphone op de
USB-aansluiting aan te sluiten, waarna
de content van de telefoon automatisch
op het display van hetUconnect™-
systeem verschijnt.
Informatie over de compatibiliteit van
uw smartphone is te vinden op de
volgende websites:
https://www.android.com/intl/it_it/auto/
and http://www.apple.com/it/ios/
carplay/.
Als de smartphone correct via de
USB-aansluiting met de auto is
verbonden, zal het symbool van Apple
CarPlay of Android Auto getoond
worden in plaats van de knop
in
het hoofdmenu.
Instelling Android Auto-APP
Download eerst de applicatie Android
Auto op uw smartphone vanuit de
Google Play Store.
De applicatie is compatibel met Android
5.0 (Lollipop) en latere versies. Om
Android Auto te kunnen gebruiken,
moet de smartphone via een
USB-kabel met de auto zijn verbonden.Bij de eerste verbinding die tot stand
wordt gebracht, moet u de
instellingsprocedure op de smartphone
doorlopen. Deze procedure kan alleen
worden uitgevoerd als de auto stilstaat.
Zodra het toestel op de USB-
aansluiting is aangesloten, maakt de
Android Auto-app een parallelle
Bluetooth®
-verbinding.
Instelling Apple CarPlay-app
Apple CarPlay is compatibel met de
iPhone 5 of recentere modellen en het
besturingssysteem iOS 7.1 of nieuwere
versies hiervan. Voordat Apple CarPlay
kan worden gebruikt, moet Siri worden
ingeschakeld via "Instellingen"
AlgemeenSiri op de
smartphone.
Om Apple CarPlay te kunnen
gebruiken, moet de smartphone via een
USB-kabel met de auto zijn verbonden.
Opmerking Voor de activering van
CarPlay/Android Auto of enkele andere
functies kan het nodig zijn handelingen
op de smartphone uit te voeren.
Voltooi, indien nodig, de stap op uw
apparaat (smartphone).
Interactie
Na de instellingsprocedure zal de
applicatie automatisch op het
Uconnect™-systeem draaien als uw
smartphone met de USB-aansluiting in
de auto is verbonden.
U kunt Apple CarPlay en Android Auto
bedienen met de toets
op het
stuurwiel (lang indrukken), met de
toets/knop BROWSE ENTER (om te
selecteren en te bevestigen) of met het
touchscreen van hetUconnect™-
systeem.
Navigatie
Met Apple CarPlay en Android Auto kan
de bestuurder ervoor kiezen om het
navigatiesysteem van zijn smartphone
te gebruiken.
Als de modus “Nav” van het systeem al
actief is, of als een apparaat op de auto
wordt aangesloten bij een lopende
navigatiesessie, geeft het display van
Uconnect™een pop-upbericht weer
door middel waarvan de bestuurder kan
kiezen tussen systeemnavigatie of
navigatie via de smartphone.
De selectie kan op elk gewenst
moment worden gewijzigd door het
gekozen navigatiesysteem te openen
en een nieuwe bestemming in te
stellen.
278
MULTIMEDIA
Instelling "Automat. weergave
smartphone bij aansluiting"
Via deUconnect™-
systeeminstellingen kan de gebruiker
ervoor kiezen het scherm van de
smartphone weer te geven op het
display van hetUconnect™-systeem,
zodra de smartphone via de
USB-aansluiting wordt aangesloten.
Als deze functie is ingesteld, zal de
applicatie Apple CarPlay of Android
Auto, telkens als via de USB een
verbinding wordt gemaakt, automatisch
op het display van hetUconnect™-
systeem worden geopend.
De optie "Automat. weergave
smartphone bij aansluiting" is te vinden
in het submenu "Display". Standaard is
deze functie ingeschakeld.
OPMERKINGEN
Bluetooth®
is uitgeschakeld als
Apple CarPlay wordt gebruikt
Bluetooth®
blijft ingeschakeld als
Android Auto wordt gebruikt
De dataverbinding hangt af van het
abonnement voor de smartphone L.
Deze informatie kan aan wijzigingen
onderhevig zijn afhankelijk van het
besturingssysteem van de smartphone.De Android Auto- en Apple
CarPlay-apps afsluiten
Als de applicatie CarPlay is
ingeschakeld, hebt u nog steeds
toegang tot de inhoud van het
Uconnect™-systeem door de
bediening te gebruiken die op het
display beschikbaar en zichtbaar is. Om
terug te keren naar de inhoud van het
Uconnect™-systeem als de applicatie
Android Auto is ingeschakeld, moet de
laatste optie op de systeembalk van
Android Auto worden geselecteerd en
daarna "Terug naar Uconnect".
Om de sessie van Apple CarPlay of
Android Auto te beëindigen, moet de
smartphone fysiek van de
USB-aansluiting van het voertuig
worden losgekoppeld.
INSTELLINGEN
Druk op de toets Instellingen op het
display om het hoofdmenu Instellingen
weer te geven.
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat, als richtlijn, de
volgende opties:
Display
Eenheden (indien aanwezig)
Spraakopdrachten
Klok & Datum;
Veiligheid & Hulp bij rijden (indien
aanwezig)
Lichten
Portieren & Vergrendelingen
Opties uitschakeling voertuig
Audio
Telefoon/Bluetooth®
Radio instellen
Config. SiriusXM (indien aanwezig)
Standaardwaarden herstellen
Persoonlijke gegevens wissen
Reset Apps (indien aanwezig)
NAVIGATIE(alleen versies metUconnect™7" HD
Nav LIVE)
Druk op de knop "Nav" om de kaart
voor navigatie weer te geven op het
display.
OPMERKING: Het volume van het
navigatiesysteem kan alleen worden
aangepast tijdens de navigatie als er
gesproken aanwijzingen zijn
ingeschakeld.
Navigatiehoofdmenu
Tik in de navigatieweergave op de
hoofdmenuknop om het menu te
openen.
Selecteer de knop "Zoeken" om te
zoeken naar een adres, een plaats of
een POI (Point Of Interest), en plan
vervolgens een route naar de locatie.
Selecteer de knop “Actuele reis" om
de geplande route te verwijderen of
bewerken.
279
ALFABETISCH
REGISTER
Aandachtig lezen..............2
ABS (systeem)...............81
Accu....................214
advies voor verlengen
levensduur...............214
vervangen..............214
Accu opladen...............216
Achterbank.................23
Achterlichten (lamp vervangen). . . .169
Achtermistlampen (een lamp
vervangen)...............170
Achterruitsproeier
niveau vloeistof voor
ruitensproeiers/
achterruitsproeier..........213
Achterruitwisser/-sproeier........37
Achteruitkijkcamera...........155
Achteruitkijkspiegels...........27
Actieve veiligheidssystemen.......81
Adaptive Cruise Control........140
AdBlue® (additief
bijvulprocedure)............160
AdBlue®-additief (UREUM) voor
dieseluitstoot.............162
Afmetingen................233
Afsluitsysteem brandstoftoevoer . . .186Airbags
Frontairbags.............115
Zijairbags...............119
Airbags (SRS aanvullend
veiligheidssysteem)..........115
Alarm.....................17
Alarmknipperlichten...........165
noodremmen.............165
Auto On Comfort........23,39,41
Automatische dual-zone
klimaatregeling.............40
Automatische inschakeling
grootlicht.................32
Automatische lichtregeling
(AUTO-functie).............29
Automatische transmissie met
dubbele koppeling..........132
Automatische versnellingsbak. . . .128
Automatische versnellingsbak -
contactsleutel verwijderen.....187
Automatische versnellingsbak -
versnellingspook ontgrendelen . .186
Automatische versnellingsbak met
dubbele koppeling - sleutel
verwijderen...............189
Automatische versnellingsbak met
dubbele koppeling -
versnellingspook ontgrendelen . .188
Bagageruimte...............48
Bagageruimte (uitbreiding)........23
Banden (bandenspanning).......232Bedieningsknoppen............53
Bedieningspaneel en
boordinstrumenten...........52
Belangrijke informatie en
aanbevelingen.............284
Beschermingssystemen
inzittenden................95
Blind-Spot Assist-Systeem.......85
Brandstofverbruik............249
Buitenverlichting..............29
Carrosserie (reiniging en
onderhoud)..............222
CO
2-emissie ...............249
Daytime running lights (DRL)......30
De auto parkeren............124
De sleutels.................13
Dead Lock (voorziening).........20
Derde remlicht (lamp vervangen) . . .170
Dimlicht...................30
Dimlicht/grootlicht (lamp
vervangen)...............168
Display....................53
DST (systeem)...............83
DTC (systeem)...............81
Een aanhanger trekken........157
Een lamp vervangen..........165
Een wiel vervangen...........177
Elektrisch schuifdak............45
Elektrisch verstelbare
voorstoelen...............22