125
Parkeerhulp
Deze functie is een parkeerhulpsysteem
voor de bestuurder die desondanks altijd
zijn aandacht op het verkeer moet blijven
vestigen.
De bestuurder moet alert blijven en
zo nodig de controle over de auto
overnemen.
Hij/zij moet zich altijd bewust zijn van
de omgeving voorafgaand aan het
manoeuvreren.
Gedurende de hele manoeuvre moet de
bestuurder er zeker van zijn dat de ruimte
vrij blijft.
Parkeerhulp achter
De functie wordt geactiveerd zodra de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.
Dit wordt bevestigd door een geluidssignaal.
Zodra de achteruitversnelling wordt
uitgeschakeld, is de functie niet meer actief.
Geluidsassistent
De functie signaleert de aanwezigheid van
obstakels binnen de detectiezone van de
sensor en het pad van het voertuig dat bepaald
wordt door de richting van het stuur wiel.
In het weergegeven voorbeeld worden
alleen de obstakels gesignaleerd door de
geluidsassistent die zich in de schaduwzone
bevinden.De informatie over de nabijheid van obstakels
wordt gegeven door een onderbroken
geluidssignaal, waarbij de frequentie van het
geluidssignaal toeneemt naarmate het voertuig
het obstakel nadert.
Zodra de afstand tussen de auto en het
obstakel kleiner wordt dan dertig centimeter,
klinkt het geluidssignaal ononderbroken.
Het geluid van de luidspreker (rechts of links)
geeft aan, aan welke kant het obstakel zich
bevindt.
Het geluidssignaal afstellen
Grafische weergave
Deze functie waarschuwt met behulp van
sensoren in de bumper voor obstakels in
de nabijheid van de auto (bijv. voetgangers,
auto's, bomen, slagbomen, enz.) die binnen het
detectiebereik vallen. In uitvoeringen uitgerust met
CITROËN Connect Radio,
wordt door het indrukken
van deze knop het venster
Volumeafstelling geluidssignaal
geopend.
6
Rijden
171
Start de motor nooit door een acculader
aan te sluiten.
Gebruik nooit een startbooster van 24 V
o f h o g e r.
Controleer eerst of de hulpaccu een
nominale spanning van 12 V en een
capaciteit minimaal gelijk aan die van de
ontladen accu heeft.
De twee auto's mogen elkaar niet raken.
Schakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) van beide
auto's uit.
Zorg er voor dat de startkabels zich niet
in de buurt van bewegende delen van de
motor (ventilator, riem enz.) bevinden.
Koppel de pluspool (+) van de accu niet
los ter wijl de motor draait.12 V- ac c u
Procedure voor het gebruik van een hulpaccu
voor het starten van de motor met behulp van
startkabels en voor het laden van een lege
accu.
12 V-loodaccu
Accu's bevatten giftige stoffen zoals
zwavelzuur en lood.
Ze moeten worden ver werkt conform
de regelgeving en mogen in geen geval
met het huishoudelijke afval worden
weggegooid.
Lever lege batterijen en accu's in bij
een speciaal afvalstoffendepot.
Bescherm uw ogen en gezicht voordat u
handelingen aan de accu uitvoert.
Voer ingrepen aan de accu uitsluitend
uit in een goed geventileerde ruimte, ver
van open vuur of vonken veroorzakende
bronnen, om elk risico van brand- of
explosiegevaar uit te sluiten.
Was uw handen als de werkzaamheden
beëindigd zijn.
Toegang tot de accu
De accu bevindt zich onder de motorkap.
Voor toegang tot de (+) klem:
F
o
ntgrendel de motorkap met de
ontgrendelingshendel in het interieur en
maak aan de buitenzijde de veiligheidshaak
los,
F
t
il de motorkap op en plaats de
motorkapsteun.
Pluspool (+) .
Deze is voorzien van een aansluiting met
snelkoppeling.
Minpool (-) .
De (-) minpool van de accu is niet bereikbaar,
gebruik de motorsteun.
Starten van de motor met
een hulpaccu en startkabels
Als de accu van uw auto leeg is, kan de motor
worden gestart met een hulpaccu (externe
accu of een accu van een andere auto) en
startkabels of een startbooster.
8
Storingen verhelpen
173
Probeer nooit om een bevroren accu te
laden – Risico op explosie!
Als de accu bevroren is geweest, laat
deze dan door het CITROËN-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats
controleren op beschadigingen van de
inwendige delen en op scheuren in de
behuizing (kans op lekkage van giftig en
corrosief zuur).
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet
gaat gebruiken, koppel dan de accu los. Op
deze manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Accupoolklem met snelsluiting
Aansluiten van de pluspool (+)De hendel tijdens het vergrendelen niet
forceren omdat de klem dan mogelijk
verkeerd zit; start de procedure opnieuw.
Na opnieuw aansluiten van de accu
Na opnieuw aansluiten van de accu moet u
het contact aanzetten en ver volgens 1 minuut
wachten alvorens de motor te starten, om de
elektronische systemen te initialiseren.
F
Z
odra de accu is geladen, dient u de
acculader B uit te schakelen voordat u de
kabels van de accu A loskoppelt.
Als deze sticker is aangebracht, mag
uitsluitend een 12 V-lader worden
gebruikt. Anders kan de elektrische
uitrusting van het Stop & Start-systeem
ernstig beschadigd raken. Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
sl
uit alle te openen carrosseriedelen
(portieren, achterklep, ruiten, zonnedak);
F
s
chakel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting, enz.) uit;
F
z
et het contact uit en wacht vier minuten.
U hoeft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Loskoppelen van de plusklem (+)
F
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om de accupoolklem B te ontgrendelen.
F
B
eweeg de accupoolklem B omhoog om
hem te verwijderen. F
T
rek de hendel A zo ver mogelijk omhoog.
F
P
laats de geopende accupoolklem B op de
pluspool ( +).
F
D
ruk op de accupoolklem B tot hij stuit.
F
B
eweeg hendel A omlaag om accupoolklem
B te vergrendelen.
Mochten er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
8
Storingen verhelpen
1
CITROËN Connect Nav
GPS-navigatie – Applicaties
– Multimedia- audio –
Bluetooth
®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
B
edieningsfuncties op het stuurwiel
3
M
enu's 4
Gesproken commando's
5
N
avigatie
13
Online navigatie
1
5
Applicaties
18
Radio
23
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
2
4
Media
25
Telefoon
27
Instellingen
31
Veelgestelde vragen
3
3De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto
en
aangezet contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
mode .
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
CITROËN Connect Nav
2
De eerste stappen
Als u bij draaiende motor op de toets
drukt, wordt het geluid onderbroken.
Als u bij afgezet contact op de toets
wordt drukt, wordt het systeem
ingeschakeld.
Verhoog of verlaag het volume met het wieltje
of de toetsen "plus" of "min" (afhankelijk van de
uitvoering).
Gebruik de menutoetsen aan weerszijden
van of onder het touchscreen om de menu's
te openen en druk ver volgens op de virtuele
toetsen op het touchscreen.
Gebruik al naar gelang het model de toetsen
"Bron" of "Menu" om de menu's te openen
en druk ver volgens op de op het touchscreen
weergegeven toetsen.
U kunt op elk gewenst moment het menu
oproepen door het scherm kort met drie vingers
aan te raken.
Alle aanraakfuncties op het touchscreen zijn
wit.
Druk op de pijl Terug om terug te gaan naar
één niveau hoger.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Het touchscreen is een capacitief scherm.
Voor het schoonmaken van het scherm is
het raadzaam gebruik te maken van een niet
schurende zachte doek (bijvoorbeeld een
brillendoekje), zonder schoonmaakmiddel.
Raak het scherm niet aan met scherpe
voorwerpen.
Raak het scherm niet aan met natte handen.
Bepaalde informatie wordt permanent
weergegeven op de zijbalken of de bovenste
balk van het touchscreen (afhankelijk van de
uitrusting):
-
B
asisinformatie van de airconditioning
(afhankelijk van de uitvoering)
en rechtstreekse toegang tot het
desbetreffende menu.
-
R
echtstreekse toegang tot de keuze van de
geluidsbron, de lijst met zenders (of titels,
afhankelijk van de geluidsbron).
-
G
a naar de "Notificaties" van meldingen,
e-mailberichten, updates van
kaartgegevens en aanwijzingen van het
navigatiesysteem (afhankelijk van de
diensten).
-
T
oegang tot de instellingen van
het touchscreen en het digitale
instrumentenpaneel. Selecteren van de geluidsbron (afhankelijk van
de uitrusting):
-
F
M/DAB/AM-radiozenders (afhankelijk van
de uitrusting).
-
T
elefoon verbonden via Bluetooth
en multimedia-uitzending Bluetooth
(streaming).
-
T
oets USB.
-
V
ia de AUX-aansluiting aangesloten
mediaspeler (afhankelijk van de uitrusting).
-
C
D-speler (afhankelijk van de uitrusting).
-
V
ideo (afhankelijk van de uitrusting).
CITROËN Connect Nav
3
Via het menu "Instellingen" kunt
u een profiel voor één persoon
of voor een groep personen met
gemeenschappelijke interesses
aanmaken, waarbij vele instellingen
mogelijk zijn (voorkeuzezenders radio,
audio-instellingen, navigatiegeschiedenis,
favoriete contacten, enz.). De instellingen
worden automatisch aangepast.
Bij zeer hoge temperaturen kan het
geluidsvolume worden beperkt om het
systeem te beschermen. Het systeem kan
gedurende ten minste 5 minuten stand-by
(scherm en geluid uitgeschakeld) worden
gezet.
Zodra de temperatuur in het interieur is
gezakt, zal de oorspronkelijke instelling
weer worden gebruikt.
Stuurkolomschakelaars
Gesproken commando's :
Deze knop bevindt zich op het
stuur wiel of op het uiteinde van de
lichtschakelaar (afhankelijk van de
uitvoering).
Kort indrukken: gesproken
commando's van het systeem.
Lang indrukken: gesproken
commando's smartphone via het
systeem.
Geluidsvolume verhogen.
Geluid onderbreken/herstellen
(afhankelijk van de uitrusting).
Of
Geluid onderbreken door
tegelijkertijd op de toetsen voor
het verhogen en verlagen van
het geluidsvolume te drukken
(afhankelijk van de uitrusting).
Geluid weer inschakelen: indrukken
van een van de twee volumetoetsen.
Verlagen van het geluidsvolume.
Media (kort indrukken): veranderen
van multimediabron.
Telefoon (kort indrukken): start
telefoongesprek.
Tijdens telefoongesprek (kor t
indrukken): toegang tot het
telefoonmenu.
Telefoon (lang indrukken): inkomend
gesprek weigeren, einde gesprek;
als de telefoon niet wordt gebruikt,
toegang tot het telefoonmenu.
Radio (draaien): automatisch
zoeken naar vorige/volgende
zender.
Media (draaien): vorige/volgende
nummer, scrollen door lijsten.
Kort indrukken : bevestigen van een
selectie. Indien niets geselecteerd:
toegang tot voorkeuzezenders.
Radio : weergeven van de
zenderlijst.
Media : weergeven van de track list.
Radio (ingedrukt houden):
weergeven van de lijst met
beschikbare radiozenders.
.
CITROËN Connect Nav
4
FM 87.5 MHz
Radiomedia
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoeringEen geluidsbron of radiozender
selecteren, foto's weergeven.
Telefoon
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoering
Via Bluetooth
® verbinden van een
telefoon, berichten en e-mails lezen
en snelberichten versturen.
Instellingen
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoering
Configureren van een persoonlijk
profiel en/of configureren van het
geluid (balans, sfeer enz.) en de
weergave (taal, eenheden, datum,
t i j d , e n z .) .Connect-App
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoering
Gebruik van bepaalde apps van de
smartphone met internetverbinding,
via CarPlay
®, MirrorLinkTM
(afhankelijk van het land
verkrijgbaar) of Android Auto.
Controleer de Bluetooth
®- en Wi-Fi-
verbinding van uw smartphone.
Menu's
Online navigatie
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoering
Navigatiesysteem instellen en
bestemming invoeren.
Gebruiken van de beschikbare
realtime-diensten, afhankelijk van
de uitrusting.
CITROËN Connect Nav
5
21,518,5Auto
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoeringActiveren, deactiveren en
configureren van bepaalde
voertuigfuncties.
Airconditioning
Afhankelijk van de uitrusting en uitvoeringTemperatuur en aanjagersnelheid
instellen.
Gesproken commando's
Bedieningsfuncties op het
stuurwiel
Druk kort op deze toets om de
functie gesproken commando's te
activeren. Neem de volgende aanwijzingen in acht
om er voor te zorgen dat het systeem uw
gesproken commando's altijd herkent:
-
s
preek met een normale stem de
woorden volledig uit, zonder uw
stem te verheffen.
-
w
acht voordat u spreekt altijd op de
"piep" (geluidssignaal).
-
h
oud voor een optimale werking de
ruiten en het schuifdak (indien van
toepassing) gesloten om storende
geluiden van buitenaf te voorkomen,
-
v
raag uw passagiers voordat u
gesproken commando's geeft om even
niet te praten.
De eerste stappen
Voorbeeld van een "gesproken
commando" voor het
navigatiesysteem:
" Navigeer naar adres Kerkstraat
11 Amsterdam "
Voorbeeld van een "gesproken
commando" voor de radio en de
multimediafuncties:
" Artiest Madonna afspelen "
Voorbeeld van een "gesproken
commando" voor de telefoon:
" Bel Jan"
.
CITROËN Connect Nav