15
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Antiblokkeersysteem
(ABS)Permanent.Er is een storing in het
antiblokkeersysteem. De normale remwerking van uw auto blijft behouden.
Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg
zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bandenspanning
te laagPermanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding.De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Deze controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het ver wisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het bandenspanningscontrole
-s
ysteem.
+ Knipperend
en vervolgens
permanent, in
combinatie met het
lampje Service.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC/ASR)Permanent.
De toets of de rolknop is ingedrukt
en het verklikkerlampje brandt.
De systemen DSC en ASR zijn
uitgeschakeld.
DSC: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling.Druk op de toets of draai aan de knop om de systemen
DSC/ASR in te schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De systemen DSC en ASR worden automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van de systemen worden ze automatisch
opnieuw ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer
50
km/h.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie
over het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP) en
in het bijzonder de DSC/ASR.
1
Instrumentenpaneel
93
U kunt de geolokalisatie opnieuw inschakelen
door gelijktijdig op de toetsen "Urgence-
noodoproep met lokalisering" en "Assistance-
pechhulpoproep met lokalisering" te drukken
en vervolgens op "Assistance-pechhulpoproep
met lokalisering" te drukken om te bevestigen.Wanneer u uw auto buiten het netwerk van
het merk hebt gekocht, raden wij u aan de
aanwezigheid van deze diensten bij het
netwerk te laten controleren en eventueel
configureren. In een meertalig land kunt
u het systeem laten configureren in de
officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenen en met name ter
verbetering van de telematicadiensten
behoudt de fabrikant zich het recht
voor om op elk willekeurig moment het
telematicasysteem in de auto te wijzigen.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
Citroën Connect Box met SOS-pakket
en pechhulpser vice, beschikt u over
aanvullende diensten via uw persoonlijke
pagina op de internetsite voor uw land.Elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESP)
Het elektronische stabiliteitsprogramma (ESP)
omvat de volgende systemen:
-
h
et antiblokkeersysteem (ABS) en de
elektronische remdrukregelaar (EBD),
-
de
noodremassistentie (BAS),
-
d
e antispinregeling (ASR),
-
d
e dynamische stabiliteitscontrole (DSC).
Begrippen
Antiblokkeersysteem (ABS) en
elektronische remdrukregelaar
(EBD)
Deze systemen zorgen tijdens het remmen
voor een betere stabiliteit en bestuurbaarheid
van uw auto en dragen bij tot een betere
controle in bochten, vooral op een slecht of
glad wegdek.
Het ABS voorkomt het blokkeren van de wielen
in het geval van een noodstop.
De EBD verdeelt de remdruk over de wielen.
Noodremassistentie (BAS)
Dit systeem zorgt er voor dat in noodgevallen
de optimale remdruk sneller wordt bereikt,
zodat de remafstand kleiner wordt.
Antispinregeling (ASR)
De ASR past de aandrijfkracht aan om het
doorspinnen van de wielen te beperken via
de remmen van de aangedreven wielen
en de motor. De ASR zorgt ook voor meer
koersstabiliteit bij het accelereren.
Dynamische stabiliteitscontrole
(DSC)
De dynamische stabiliteitscontrole houdt de
vier wielen in de gaten en grijpt, als de koers
van de auto afwijkt van de door de bestuurder
gewenste richting, automatisch in via de
remmen van een of meerdere wielen en het
motorkoppel om de auto voor zover mogelijk
weer in de juiste koers te brengen. Het systeem wordt geactiveerd als het
rempedaal sneller wordt ingetrapt dan een
bepaalde grenswaarde. Dit is voelbaar
door een afname van de benodigde
bedieningskracht en een toename van de
remeffectiviteit.
5
Veiligheid
94
Het antiblokkeersysteem
(ABS) en de elektronische
remdrukregelaar (EBD)
Als dit lampje blijft branden, duidt dit
op een storing in het ABS-systeem.
De normale remwerking blijft behouden. Rijd
wel voorzichtig en matig uw snelheid. Als deze verklikkerlampjes gaan
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding, duidt
dit op een storing in de elektronische
remdrukregelaar.
Zorg er bij ver vanging van de wielen
(banden en velgen) voor dat wielen
worden gemonteerd die voor uw auto zijn
gehomologeerd.
De normale werking van het
antiblokkeersysteem kan merkbaar zijn
door het trillen van het rempedaal. Trap het rempedaal bij een noodstop
krachtig en volledig in en laat het niet
los.
Laat deze systemen na een aanrijding
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Antispinregeling
(ASR)/Dynamische
stabiliteitscontrole (DSC)
Werking
Deze systemen worden automatisch
geactiveerd zodra de motor wordt gestart.
Deze systemen treden in werking zodra de
wielen te weinig grip of tractie hebben.
Uitschakelen ASR (afhankelijk
van de uitvoering)
In bijzondere omstandigheden (als de auto
vastzit in de modder, sneeuw, in mulle grond,
...) kan het nuttig zijn het ASR-systeem uit te
schakelen, zodat de wielen kunnen spinnen en
weer grip kunnen krijgen.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een
veilige plaats.
Laat in beide gevallen zo snel mogelijk uw auto
controleren door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
In dat geval gaat dit verklikkerlampje
op het instrumentenpaneel
knipperen.Het is echter aanbevolen het systeem zo snel
mogelijk weer in te schakelen.
F
S
electeer in het menu Rijden/
Auto menu van het touchscreen
het tabblad " Rijfuncties" en
dan " Antispinregeling ".
of afhankelijk van de uitvoering, F
Z
et de knop "
Grip control" in
deze stand.
Het uitschakelen wordt bevestigd
door het branden van dit
verklikkerlampje in combinatie met
een melding alsmede het verlichten
van de toets (afhankelijk van de
uitvoering).
Het ASR-systeem grijpt dan niet meer in op de
werking van de motor en het remsysteem als
de auto uit de koers raakt.
Opnieuw inschakelen ASR
(afhankelijk van de uitvoering)
Het systeem wordt automatisch ingeschakeld
telkens wanneer u het contact aanzet of als een
snelheid van 50
km/h wordt bereikt.
Bij snelheden tot 50
km/h kunt u het systeem
handmatig weer inschakelen.
Veiligheid
169
Vóór het gebruik
Verzeker u er van dat de trekhaakkogel
correct vergrendeld is. Doe dit door het
volgende te controleren:
- het groene merkteken van de
draaiknop valt samen met het witte
merkteken van de kogel,
-
d
e draaiknop maakt contact met de
kogel (stand A ),
-
he
t veiligheidsslot is vergrendeld en de
sleutel is ver wijderd; de draaiknop kan
niet meer worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun
kunnen bewegen: duw en trek eraan
om dit te controleren.
Als de kogel niet is vergrendeld, kan
de aanhanger losraken. Kans op een
ongeval! Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem ter wijl
een aanhanger is aangekoppeld of een
bagageplateau op de trekhaakkogel is
gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal
toelaatbare treingewicht van de auto.
Het is van groot belang dat de maximaal
toegestane last voor de trekhaak in
acht wordt genomen: als deze wordt
overschreden, kan de trekhaak losraken
van de auto; dit kan leiden tot ernstige
ongevallen.
Controleer of de verlichting van de
aanhanger correct functioneert.
Controleer voordat u gaat rijden de
afstelling van de koplampen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de handmatige
hoogteverstelling van de koplampen
.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger of
bagageplateau, moet de trekhaakkogel
zijn ver wijderd en moet de beschermdop
zijn aangebracht. Dit is met name van
belang als de kogel het zicht op de
kentekenplaat of de verlichting van de
auto belemmert.Monteren van de kogel
F Verwijder onder de achterbumper de beschermdop 2 van de bevestigingssteun 1 .
F
S
teek het uiteinde van de trekhaakkogel 5
in de bevestigingssteun 1 en beweeg het
naar boven; de kogel wordt automatisch
vergrendeld.
7
Praktische informatie
213
180° zicht naar achteren ........................15 4 -15 5
A
Aanhanger............................................. 11 9, 171
Aanhangergewichten .................................... 207
Aanjager, regeling
..................................... 6
6-69
Aansluiten MirrorLink
............................17, 11 -12
Aansluiting 12V
.................................... 71-72, 76
ABS
........
......................................................... 93
Accessoires ............................................. 90, 123
Accu
...................................... 172, 178 , 202 , 204
Accu laden
............................................ 203-204
Achterklep openen
........................42- 43, 48-49
Achterklep sluiten
............................... 42, 48-49
Achterlichten
...............................
..................195
Achterruitverwarming
...............................63, 70
Achteruitrijcamera
.................................. 15 4 -15 5
Actief dodehoekbewakingssysteem
............... 21
Ac
tieradius AdBlue
® .................................. 2 8-29
Active Safety Brake.......................... 14, 142-145
AdBlue
® ................................ 18, 28-29, 18 0 -182
Afmetingen .................................................... 210
Afstandsbediening
.................................... 41
- 4 5
Afstandsbediening, batterij vervangen
...........46
Afzetten van de motor
................................... 120
Afzonderlijk massapunt
................................ 175
Airbags
...............................
.............16, 102 , 10 6
Airbags vóór
................................... 102-104, 107
Airconditioning
.......................................... 67- 6 9
Airconditioning (automatisch)
.............65, 67- 6 9
Airconditioning (handbediend)
.................65 - 67
Alarmknipperlichten
........................................ 91
A
larmsysteem
............................................ 51
- 5 2
Algemeen menu
................................................ 4
Allesdragers ........................................... 173 -174
Antiblokkeersysteem (ABS) ............................93
Antispinregeling (ASR)
..................15 -16, 93-95
Apple CarPlay
®-verbinding ....................... 16, 12
Apple®-speler ...................................... 24, 10 , 10
Armsteun achter .............................................. 75
Armsteun vóór
........................................... 71,
74
ASR
........
......................................................... 93
Audio-aansluitingen
........................................ 73
Audiokabel
.................................................. 23, 9
Automatische ruitenwissers
......................87- 8 9
Automatische transmissie
............. 1
25 -131, 18 0
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
...................................... 91
Automatisch noodremsysteem
........14, 142-145
Automatische verlichting ...........................82- 83
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom ...3, 3, 2-3
AUX-aansluiting
...................................... 23, 9, 8
B
Bagageruimte ...................................... 48-49, 70
Bagageruimteverlichting .........................70, 197
Banden
................
.......................................... 2 11
Banden, noodreparatie
.................18 4 -185, 187
Bandenreparatieset
......................18 4 -185, 187
Bandenspanning
................................... 188, 2 11
Bandenspanningscontrole (met set)
...................................... 18 4 -185, 187
Bandenspanningscontrolesysteem ...15 , 161, 188
Bandenspanning te laag (detectie) ............... 161
BAS
................................................................. 93
Batterij afstandsbediening
........................ 45-46
Bekerhouder
..............................
............... 71, 75
Benzinemotor
........................................ 165, 175
Binnenspiegel ................................................. 64
BlueHDi ..................................... 28-29, 18 0, 18 4
Bluetooth (handsfree set)
...25 -26 , 13 -14 , 1 0 -11
Bluetooth (telefoon)
.........................25 -27, 13 -15
Bluetooth-telefoon met spraakherkenning
.....14
Bluetooth-verbinding
...........19, 25 -27 , 13 -15, 11
Bochtverlichting
.............................................. 85
Bochtverlichting, statisch
................................86
Boordcomputer
.......................................... 37- 3 9
Boordgereedschap
................................. 77, 185
Brandstof
....................................................... 165
Brandstofniveaumeter
............................166 -167
Brandstoftank
................................. 166 -167, 167
Brandstof tanken
.................................... 165 -167
Brandstoftank leeg (diesel)
...........................18 4
Brandstofvuldop
..................................... 16
6 -167
Brandstofvulklep ........................................ 166 -167Buitenspiegels................................. 63, 14 9 -15 0
C
CD ..................................................... 23 -24, 9, 9
CD MP3 ............................................. 23 -24, 9, 9
CD-/MP3 -speler
......................................... 23,
9
Centrale vergrendeling
.......................43-44, 49
CITROËN Connect Nav
....................................1
CITROËN Connect Radio
................................. 1
C
laxon
............................................................. 91
Configuratie van de auto
..........................3
2-36
Contact
...................................... 69, 121 , 123 , 28
Contact aangezet
.......................................... 123
Controlelampjes
......................................... 1 0 -11
Controles
........................................ 17
5, 178 -18 0
.
Trefwoordenregister