188
F Controleer of de schakelaar van de compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
Z
et het contact aan.
Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven. F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar in de stand " I" te zetten en breng
de band op de spanning die is aangegeven
op de bandenspanningssticker van de
auto. Om de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel.
Als na 7
minuten de druk niet 2 bar is, is
de band niet te repareren; neem contact
op met het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te helpen.
F
Z
et, zodra de gewenste spanning is bereikt,
de schakelaar in de stand " O".
F
V
erwijder de set en berg hem op.Rijd met een gerepareerde band niet meer
dan 200
km; neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te ver vangen.
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het bandenspan
nings
-c
ontrolesysteem .
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
instructievideo's te bekijken.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel
met het bij de auto geleverde gereedschap
verwisselen volgens de onderstaande
procedure.
Storingen verhelpen
38
Instellingen
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het instellen van de bassen en hoge tonen
wordt de instelling van de equalizer opgeheven.
Als u de instelling van de equalizer wijzigt,
worden de instellingen van de bassen en de
hoge tonen gereset. De instelling van de equalizer is gekoppeld aan
de bassen en hoge tonen.
Wijzig de instelling van de bassen en de
hoge tonen of de equalizer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Bij het veranderen van de balans wordt de
geluidsverdeling uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de geluidsverdeling
worden de instellingen van de balans
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de
balans.
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen. Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen
de audio-instellingen worden aangepast
aan verschillende geluidsbronnen, die
hoorbare verschillen kunnen genereren bij het
veranderen van de bron.Controleer of de audio-instellingen zijn
afgestemd op de geluidsbron die u gebruikt.
Het is raadzaam de audiofuncties (Bass:,
Treble:, Balans) in de middelste stand te zetten,
de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de
functie Loudness in de stand "Actief " te zetten
bij gebruik van de CD-speler en in de stand
"Inactief " bij gebruik van de radio.
Na het afzetten van de motor wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de
accu dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.Zet het contact aan om de laadstroom van de
accu te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen. De datum en tijd kunnen alleen worden
ingesteld als u de synchronisatie met de
satellieten deactiveert.Menu instellingen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "Tijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
CITROËN Connect Nav
22
Instellingen
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het instellen van de bassen en hoge tonen
wordt de instelling van de equalizer opgeheven.
Na het wijzigen van de instellingen voor de
equalizer wordt de instelling van de bassen en
hoge tonen gereset. De instelling van de equalizer is gekoppeld aan
de bassen en hoge tonen.
Wijzig de instelling van de bassen en de
hoge tonen of de equalizer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Bij het veranderen van de balans wordt de
geluidsverdeling uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de geluidsverdeling
worden de instellingen van de balans
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de
balans.
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen. Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen
de audio-instellingen worden aangepast aan
verschillende geluidsbronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het
veranderen van de bron.Controleer of de audio-instellingen zijn
afgestemd op de geluidsbron die u gebruikt.
Zet de audiofuncties in de middelste stand.
Na het afzetten van de motor wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de
accu dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.Zet het contact aan om de laadstroom van de
accu te verhogen.
CITROËN Connect Radio
216
Reservoir ruitensproeiers .............................17 8
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
.....162-163
Richtingaanwijzers
...................
22 , 81 , 81- 82 , 81- 82, 193 -195 , 19 4
Rijadviezen
..............................
..............11 8 -11 9
Roetfilter
...............................
..................178 -179
Ruitbediening
...............................
.............55-56
Ruitensproeier achter
..................................... 87
Ruitensproeiers vóór ....................................... 88
Ruitenwisser achter
........................................ 87
Ruitenwisserbladen (vervangen)
............88, 173
Ruitenwissers
.......................... 23 -24, 86, 88-89
Ruitenwisserschakelaar
............................ 8
6-89
S
Schakelaars stoelverwarming ..................59-60
Schakelindicator ........................................... 128
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............18 0
Selectiehendel
....................................... 12
5 -128
Serienummer auto
........................................ 2 11
Sfeerverlichting
............................................... 79
S
ignalering onoplettendheid
.................. 14
6 -147
Sjorogen
.......................................................... 75
Slepen van een auto
.............................205-206
Sleutel
................................................. 41, 43-46
Sleutel met afstandsbediening
.....................11 9
Sleutel niet herkend
...................................... 123
SMS
................................................................. 28
Sneeuwkettingen
........................... 16
2, 167-168
Snelheidsbegrenzer
............... 13
3 -13 4, 13 6 -13 9
Snelheidslimietherkenning
....................13 4 -13 5
Snelheidsregelaar
....13 3 -13 4 , 13 6 -137 , 13 9 -142
Snelheidsregeling met
snelheidslimietherkenning ...................13 6 -137
Spaarfase
...................................................... 172
Spraakcommando's
..................................... 5 -10
Startblokkering, elektronische
................45, 11 9
Starten ........................................................... 202
Starten dieselmotor ........................................... 165Starten van de auto.........11 8, 120 -12 2 , 125 -128
Stilzetten van de auto .....11 8 , 120 -12 2 , 125 -128
Stoelen verstellen
...............................
......57- 5 8
Stoelverwarming
...............................
........59-60
STOP (verklikkerlampje)
.................................12
Stop & Start
..............................
22 , 39 , 66 , 69, 12 9 -131 , 166, 175, 179 , 205
Streaming audio Bluetooth
.....................24, 9 , 9
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 62
St
uurwielverstelling ......................................... 62
Supervergrendeling
.................................. 42, 44
Synchroniseren afstandsbediening
................47
T
Tankbeveiliging ............................................. 167
Te laag brandstofniveau ........................ 16
6 -167
Telefoon
.............72-73, 25 -29 , 13 -16, 1 0 -11, 13
Temperatuurregeling .................................66-69
Tijd instellen
............................. 32-33, 40, 31, 17
TMC (verkeersinformatie)
............................... 13
T
ouchscreen
....................... 33-36, 86, 13 5 , 1, 1
Trekhaak
............................................... 11 9, 171
Trekhaak met afneembare kogel
...........16 8 -171
U
Uitschakelen airbag
passagier ............................. 102-103, 10 6 -107
Uitschakelen ASR /DSC (ESP)
.......................94
USB
................................................... 23 -24, 9, 7
USB-aansluiting
.......................... 71,
73, 23 , 9, 7
(ESP)V
Veiligheidsgordels ............................9 8 -101, 11 0
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
.................. 10
2-103, 105 -107 , 111 -115
Ventilatie
................................................... 64- 67
Ventilatieroosters
...............................
.......64-65
Vergrendelen ............................................. 42, 45
Vergrendeling van binnenuit
........................... 49
V
erkeersinformatie (TA)
....................................5
Verkeersinformatie (TMC)
..............................13
Verklikkerlampje laag brandstofniveau ...............17
Verklikkerlampje remsysteem ..............................12
Verklikkerlampjes ............................................ 11
Verklikkerlampje Service ................................20
Verklikkerlampje STOP
................................... 12
V
erklikkerlampje veiligheidsgordel bestuurder
niet vastgemaakt
.................................. 9 9 -10 0
Verklikkerlampje veiligheidsgordels
.......9 9 -10 0
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............21
Versnellingsbak, handgeschakeld
.....71, 124 -125 , 12 9 -131, 179
Versnellingshendel handgeschakelde versnellingsbak
......124 -125
Verversen
............................................... 176 -17 7
Verwarming
............................................... 66- 67
Verwijderbare vloer bagageruimte
.................77
Voorgloeien (dieselmotor)
...............................21
Trefwoordenregister