2019 BMW 8 SERIES COUPE Instructieboekjes (in Dutch)

Voor
het
ontgrendelen
van
de
parkeervergrendejling
de
parkeerrem
aantrekken,
om
te
verhindej
ren
dat
de
auto
wegrolt.
Keuzehendelstand
N
inschakelen1.De
rem
indrukken
en
ingedrukt
houden.2.Start/stop-knop
indrukken.
De
starter
moet
hoorbaar
aanslaan.
Start/stop-knop
ingedrukt
houden.3.Met
de
vrije
hand
de
toets
op
de
keuzehenj
del
indrukken,
pijl
1,
en
de
keuzehendel
naar keuzehendelstand
N
drukken
en
vasthouden,pijl
N,
tot
de
keuzehendelstand
N
in
het
injstrumentenpaneel
wordt
weergeven.
Er
wordt
een
Check-Control-melding
weerj
gegeven.4.Start/Stop-knop
en
keuzehendel
loslaten.5.Rem
loslaten
zodra
de
startmotor
stopt.6.De
auto
uit
de
gevarenzone
manoeuvreren en
vervolgens
tegen
wegrollen
beveiligen.
Meer
informatie,
zie
hoofdstuk
Aanslepen/
wegslepen,
zie
pagina
370.
Launch
Control PrincipeLaunch
Control
maakt
bij
droge
omgevingsomjstandigheden
een
optimale
acceleratie
op
stroefwegdek
mogelijk.
Algemeen
Het
gebruik
van
Launch
Control
leidt
tot
vroegtijj
dige
slijtage
van
onderdelen,
omdat
deze
functie
een
zeer
hoge
belasting
voor
de
auto
vormt.
Launch
Control
niet
tijdens
het
inrijden,
zie
paj
gina
300,
gebruiken.
Bij
het
wegrijden
met
Launch
Control
niet
sturen.
Voorwaarden
voor
een
correcte
werking
Launch
Control
is
beschikbaar
als
de
motor
opbedrijfstemperatuur
is.
De
motor
is
na
een
ononj derbroken
rit
van
minstens
10
kilometer
op
bejdrijfstemperatuur.
Wegrijden
met
Launch
Control1.Rijden-stand-by
inschakelen.2.

Toets
indrukken.
Het
instrumentenpaneel
geeft
TRACTION weer
en
het
controlelampje
voor
DSC
OFF
gaat
aan.3.Keuzehendelstand
S
inschakelen.4.Met
de
linkervoet
krachtig
het
rempedaal
inj drukken.5.Gaspedaal
tot
voorbij
de
weerstand
van
devolgasstand
indrukken
en
ingetrapt
houden,
kickdown.
Op
het
instrumentenpaneel
verschijnt
een vlagsymbool.6.Het
wegrijtoerental
wordt
geregeld.
Binnen3
seconden
de
rem
loslaten.
Opnieuw
gebruiken
binnen
een
rit
Nadat
Launch
Control
werd
gebruikt
moet
deversnellingsbak
ongeveer
5
min
afkoelen
voordatLaunch
Control
opnieuw
kan
worden
gebruikt.Launch
Control
stelt
zich
bij
het
opnieuw
gebruijken
op
de
omgevingsomstandigheden
in.
Na
het
gebruik
van
Launch
Control Ter
ondersteuning
van
de
rijstabiliteit
de
dynamijsche
stabiliteitscontrole
DSC
zo
spoedig
mogej
lijk
weer
inschakelen.
Seite
145RijdenBEDIENING145
Online
Edition
for
Part
no.
01402896893
-
X/18

Grenzen
van
het
systeem
Een
geoefende
bestuurder
kan
in
de
modus DSC
OFF
mogelijk
betere
acceleratiewaardenrealiseren.
Rijbelevingsschakelaar
Principe De
rijbelevingsschakelaar
be

SPORT
Principe
Dynamische
afstemming
voor
een
grotere
wendj baarheid
met
geoptimaliseerd
onderstel.
Inschakelen Toets
zo
vaak
indrukken
tot
in
het
inj
strumentenpaneel
SPORT
wordt
weerj
gegeven.
SPORT
INDIVIDUAL
Principe
In
de
rijmodus
SPORT
INDIVIDUAL
kunnen
indij
viduele
instellingen
uitgevoerd
worden.
Configureren
Via
iDrive:1.CAR2.Instellingen3.Rijmodus4.SPORT
INDIVIDUAL5.Gewenste
instelling
selecteren.
De
instelling
wordt
opgeslagen
voor
het
momenj
teel
gebruikte
bestuurdersprofiel.
SPORT
INDIVIDUAL
op
standaardinstelling
tej
rugzetten:
Terugzetten
op
SPORT
STANDARD.
SPORT
PLUS Principe
Dynamische
afstemming
voor
de
grootste
wendj
baarheid
bij
aangepaste
aandrijving.
Inschakelen Toets
zo
vaak
indrukken
tot
in
het
inj
strumentenpaneel
SPORT
PLUS
wordt
weergegeven.
ECO
PRO
Principe
Afstemming
voor
optimaal
brandstofverbruik.
Inschakelen Toets
zo
vaak
indrukken
tot
in
het
inj
strumentenpaneel
ECO
PRO
wordt
weergegeven.
ECO
PRO
INDIVIDUAL Principe
In
de
rijmodus
ECO
PRO
INDIVIDUAL
kunnen
individuele
instellingen
uitgevoerd
worden.
Configureren
Via
iDrive:1.CAR2.Instellingen3.Rijmodus4.ECO
PRO
INDIVIDUAL5.Gewenste
instelling
selecteren.
De
instelling
wordt
opgeslagen
voor
het
momenj
teel
gebruikte
bestuurdersprofiel.
ECO
PRO
INDIVIDUAL
op
standaardinstelling
terugzetten:
Terugzetten
op
ECO
PRO
STANDARD.
ADAPTIVE
Principe
Gebalanceerde
rijmodus
waarbij
de
afstemming
automatisch
wordt
aangepast
aan
de
rijsituatie en
de
rijstijl.
Door
het
navigatiesysteem
wordt
rekening
gej
houden
met
naderende
routegedeeltes.
Seite
147RijdenBEDIENING147
Online
Edition
for
Part
no.
01402896893
-
X/18

InschakelenToets
indrukken.
Op
het
instrumentenjpaneel
wordt
ADAPTIVE
weergegeven.
Configuratie
INDIVIDUAL Algemeen
De
individuele
configuratie
van
de
rijmodus wordt
overgenomen
voor
het
momenteel
gej bruikte
bestuurdersprofiel.
De
laatst
ingestelde
configuratie
wordt
bij
het
opnieuw
oproepen
van de
rijmodus
direct
geactiveerd.
Configuratie
van
de
rijmodus
activeren
Toets
van
de
gewenste
rijmodus
meermaals
inj drukken.Seite
148BEDIENINGRijden148
Online
Edition
for
Part
no.
01402896893
-
X/18

WeergavenUitrusting
van
de
auto
In
dit
hoofdstuk
worden
alle
standaard,
landspejcifieke
en
speciale
uitrustingen
beschreven
die
inde
modelserie
aangeboden
worden.
Daarom
worden
er
ook
uitrustingen
en
functies
beschrej ven
die
niet
in
een
voertuig
beschikbaar
zijn,
bijv.omwille
van
de
geselecteerde
speciale
opties
of
landuitvoering.
Dat
geldt
ook
voor
veiligheidsrelej vante
functies
en
systemen.
Bij
gebruik
van
deze
functies
en
systemen
moeten
de
geldende
wetj
ten
en
voorschriften
worden
nageleefd.
Instrumentenpaneel
Principe
De
weergaven
in
het
instrumentenpaneel
zijn
vaj
riabel.
Wanneer
van
programma
wordt
gewisseld via
de
rijbelevingsschakelaar,
past
de
weergaveop
het
instrumentenpaneel
zich
aan
de
betrefjfende
rijmodus
aan.
Algemeen
De
verandering
van
de
weergaven
op
het
instruj
mentenpaneel
kan
via
iDrive
worden
gedeactij
veerd.
De
weergaven
op
het
instrumentenpaneel
kunj
nen
gedeeltelijk
van
de
afbeeldingen
in
deze
handleiding
afwijken.
Overzicht1Brandstofmeter\_ 155
Actieradius\_ 1562Snelheidsmeter3Variabele
weergaven\_ 149
Benodigd
onderhoud\_ 157
Aanduiding
van
de
navigatie4Naargelang
de
uitrusting:
Driver
Attention
Caj
mera5Toerenteller\_ 155
Selectielijsten\_ 161
Widgets
op
het
instrumentenpaneel\_ 150
ECO
PRO-weergaven\_ 306
Status
rijbelevingsschakelaar\_ 146
Transmissie-aanduiding\_ 1416Motortemperatuur\_1567Buitentemperatuur\_ 1568Check-Control\_1519Variabele
weergaven\_ 149
Speed
Limit
Info\_ 159
Tijd\_ 67
Variabele
weergaven
Op
bepaalde
gebieden
van
het
instrumentenpaj
neel
kunnen
verschillende
assistentiesystemen,
zoals
bijv.
de
snelheidsregeling,
weergegeven
Seite
149WeergavenBEDIENING149
Online
Edition
for
Part
no.
01402896893
-
X/18

worden.
Afhankelijk
van
de
uitrusting
en
landuitj
voering
kunnen
de
weergaves
verschillen.
Weergavemodus
instellen
Principe Het
instrumentenpaneel
kan
naast
de
rijmodi
ookworden
ingesteld
op
verschillende
weergavejmodi.
Instellen Via
iDrive:1.CAR2.Instellingen3.Displays4.Instrumentencombinatie5.Weergavemodus6.Gewenste
instelling
selecteren.
Individueel
instellen
1.CAR2.Instellingen3.Displays4.Instrumentencombinatie5.Individueel
configureren6.Gewenste
instelling
selecteren.
Rijmodusaanzicht
Principe
Als
de
rijmodusweergave
gedeactiveerd
is,
blijft
de
weergave
op
het
instrumentenpaneel
onverj
anderd
als
het
programma
wordt
veranderd
via de
rijbelevingschakelaar
en
wordt
de
weergave
dus
niet
aangepast
aan
de
betreffende
rijmodus.
Inschakelen/uitschakelen
Via
iDrive:
1.CAR2.Instellingen3.Displays4.Rijmodusweergave
Andere
instellingen
1.CAR2.Instellingen3.Displays4.Instrumentencombinatie5.Gewenste
instelling
selecteren.
Widgets
op
het
instrumentenpaneel
PrincipeOp
de
toerenteller
op
het
instrumentenpaneelkan
informatie
over
bepaalde
functies
weergegej ven
worden.
De
volgende
informatie
kan
worden
geselecj teerd:
'xRitgegevens,
zie
pagina
162.'xSportgegevens,
zie
pagina
163.'xHuidige
entertainmentbron,
zoals
bijv.
radio,
zie
handleiding
navigatie,
entertainment
en
communicatie.'xEffici

Weergave
Effici

Permanente
weergave
Enkele
Check-Control-meldingen
worden
perj
manent
weergegeven
en
blijven
zichtbaar,
totdat de
storing
is
opgelost.
Bij
meerdere
gelijktijdigestoringen
worden
de
meldingen
na
elkaar
weerjgegeven.
De
meldingen
kunnen
ca.
8
seconden
worden
verborgen.
Hierna
worden
deze
weer
automaj
tisch
weergegeven.
Tijdelijke
weergave
Sommige
Check-Control-meldingen
worden
auj
tomatisch
na
ca.
20
seconden
verborgen.
De Check-Control-meldingen
blijven
opgeslagen
en
kunnen
opnieuw
worden
weergegeven.
Opgeslagen
Check-Control-
meldingen
weergeven
Via
iDrive:1.CAR2.Autostatus3.

Check
Control4.Tekstmelding
selecteren.
Weergave
Check-Control Minimaal