VEILIGHEID
Dit hoofdstuk is bijzonder belangrijk.
Hierin worden de veiligheidssystemen
beschreven waarmee het voertuig is
uitgerust en aanwijzingen over hoe deze
op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN . 63
ITPMS (INDIRECT TYRE
PRESSURE MONITORING
SYSTEM) ........................................ 67
BESCHERMINGSSYSTEMEN
INZITTENDEN ................................. 69
VEILIGHEIDSGORDELS .................. 70
SBR-SYSTEEM (SEAT BELT
REMINDER) .................................... 71
GORDELSPANNERS....................... 71
KINDERZITJES ............................... 73
AANVULLEND
VEILIGHEIDSSYSTEEM (SRS) –
AIRBAGS ........................................ 80
62
VEILIGHEID
57)Voor een goede werking van het ASR
moeten de banden van alle wielen van
hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie
verkeren en vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.
58)Ook als het noodreservewiel (daar waar
aanwezig) wordt gebruikt, blijft het ASR
werken. Onthoud altijd dat het
noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.
59)Het ASR kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
60)Het ASR-systeem kan geen
ongelukken voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige snelheid in
bochten, rijden op wegdek met weinig
grip of aquaplaning.
61)De capaciteiten van het ASR mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
62)Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is het
voertuig uitgerust met een ASR-systeem.
Uw rijstijl moet altijd aangepast zijn aan
de conditie van het wegdek, het zicht en
het verkeer. De bestuurder is in elk geval
verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.
63)Het PBA-systeem kan de grip van de
banden op het wegdek niet boven de
limieten van de natuurkundige wetten laten
toenemen; rijd altijd voorzichtig,
overeenkomstig de toestand van het
wegdek.64)Het PBA-systeem kan geen
ongelukken voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige snelheid in
bochten, rijden op wegdek met weinig
grip of aquaplaning.
65)Het PBA-systeem is een ondersteuning
voor de bestuurder die altijd zijn volle
aandacht bij het rijden moet houden. De
uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt altijd
bij de bestuurder.
66)De capaciteiten van het PBA-systeem
mogen nooit op onverantwoorde en
gevaarlijke wijze worden uitgetest,
waardoor de veiligheid van de bestuurder,
de overige inzittenden van het voertuig
en andere weggebruikers in gevaar komt.iTPMS (indirect Tyre
Pressure
Monitoring System)
(waar aanwezig)
BESCHRIJVING
De auto kan uitgerust zijn met het
iTPMS (indirect Tyre Pressure
Monitoring System) dat via de
wielsnelheidsensoren de toestand van
de bandenspanning controleert.
Om toegang te krijgen tot de
iTPMS-schermen (fig. 52 - fig. 53), op
de toets TRIP drukken.
Het scherm fig. 53 verschijnt alleen als
een of meer banden leeg zijn.
Correcte bandenspanning
Als alle banden op de juiste spanning
zijn, toont het display het scherm fig.
52.
52AB0A0123C
67