Verzorging van de auto269
Selecteer de pagina
Bandenbelasting in het menu Opties
op het Driver Information Center
3 118.
Kies ● Licht voor een comfortabele
spanning tot drie inzittenden.
● Eco voor een Eco-spanning tot
drie inzittenden.
● Max voor volledige belading.
Koppelingsprocedure
bandenspanningssensor
Elke bandenspanningssensor heeft
een unieke identificatiecode. De iden‐
tificatiecode moet aan de positie van
een nieuw wiel worden gekoppeld
nadat de wielen zijn geroteerd of alle
wielen zijn verwisseld en als een of
meer bandenspanningssensoren zijn
vervangen. De bandenspannings‐
sensoren moeten ook worden gekop‐ peld na het vervangen van een reser‐
vewiel door een reguliere band met
een bandenspanningssensor.
Bij de volgende contactcyclus moeten
de storingslamp w en het waarschu‐
wingsbericht doven/verdwijnen. De
sensoren worden met een inleerge‐
reedschap in de volgende volgorde
gekoppeld aan de wielposities: voor‐
wiel linkerzijde, voorwiel rechterzijde,
achterwiel rechterzijde en achterwiel
linkerzijde. De richtingaanwijzer op
de momenteel actieve positie brandt
tot de sensor gekoppeld is.
Roep de hulp in van een werkplaats.
U hebt twee minuten voor het koppe‐ len van de positie van het eerste wiel
en vijf minuten voor het koppelen van
de positie van alle vier de wielen. Bij
het overschrijden van deze tijd stopt
het koppelen en moet u opnieuw
beginnen.De koppelingsprocedure voor de
bandenspanningssensoren is als
volgt:
1. Schakel de parkeerrem in.
2. Schakel het contact in.
3. Op auto's met automatische versnellingsbak: zet de schakel‐
hendel in P.
Bij auto's met handgeschakelde
versnellingsbak: selecteer
Neutraalstand.
4. Midlevel-display: Gebruik MENU op de richtingaan‐
wijzerhendel om Informatie- menu
voertuig ? op het Driver Infor‐
mation Center te selecteren.
Uplevel-display:
Druk op p op het stuurwiel om de
hoofdmenupagina te openen.
Selecteer de pagina Info met Q of
P .
Bevestig met 9.
5. Selecteer het bandenspannin‐ genmenu.
Midlevel-display:
270Verzorging van de auto
Uplevel-display:
6. Midlevel-display:Druk op SET/CLR om het koppe‐
len van de sensoren te starten. Er
moet een bericht met een vraag
om acceptatie van het proces
verschijnen.
Druk nogmaals op SET/CLR om
de selectie te bevestigen. De
claxon piept twee keer om aan te
geven dat de ontvanger in de
inleermodus staat.
Uplevel-display:
Druk op 9 om het koppelen van
de sensoren te starten. De claxon
piept twee keer om aan te geven
dat de ontvanger in de inleermo‐
dus staat.
7. Begin met de voorwiel aan de linkerzijde.
8. Zet de inleertool bij het ventiel tegen de wang van de band. Drukdaarna op de toets om de banden‐ spanningssensor te activeren. De
claxon piept ter bevestiging dat de sensoridentificatiecode aan depositie van dit wiel is gekoppeld.
9. Ga verder met het voorwiel rechts
en herhaal de procedure zoals
beschreven in stap 8.
10. Ga verder met het achterwiel rechts en herhaal de procedure
zoals beschreven in stap 8.11. Ga verder met het achterwiel links
en herhaal de procedure zoals
beschreven in stap 8. De claxon
piept twee keer ter bevestiging dat
de sensoridentificatiecode aan
het linker achterwiel is gekoppeld
en dat de koppelingsprocedure
voor de bandenspanningssenso‐ ren afgerond is.
12. Schakel het contact uit.
13. Breng alle vier banden op de aanbevolen bandenspanning
zoals aangegeven op het etiket
bandenspanningsinformatie.
14. Zorg dat de bandenlaadstatus volgens de geselecteerde span‐
ning is ingesteld 3 118.
Profieldiepte
Regelmatig de profieldiepte controle‐
ren.
Om veiligheidsredenen de banden te
vervangen wanneer een profieldiepte
van 2–3 mm (4 mm voor winterban‐
den) is bereikt.
308KlantinformatieOntvanger afstandsbediening
parkeerverwarming
Webasto Thermo & Comfort SE
Friedrichshafener Straße 9, 82205 Gilching, Germany
Zendfrequentie: n.v.t.
Maximaal uitgangsvermogen: n.v.t.
Zender afstandsbediening
parkeerverwarming
Webasto Thermo & Comfort SE
Friedrichshafener Straße 9, 82205
Gilching, Germany
Zendfrequentie: 869,0 MHz
Maximaal uitgangsvermogen:
14 dBm
Ontvanger handzender
Robert Bosch GmbH
Robert Bosch Platz 1, 70839 Gerlin‐
gen, Germany
Zendfrequentie: 433,92 MHz
Maximaal uitgangsvermogen: n.v.t.
Zender handzender
Robert Bosch GmbHRobert Bosch Platz 1, 70839 Gerlin‐ gen, Germany
Zendfrequentie: 433,92 MHz
Maximaal uitgangsvermogen:
-9 dBm
Bandenspanningssensoren
Schrader Electronics Ltd.
11 Technology Park, Belfast Road,
Antrim BT41 1QS, Northern Ireland,
United Kingdom
Zendfrequentie: 433,92 MHz
Maximaal uitgangsvermogen:
10 dBm
Klantinformatie315Stitcher Inc.
Stitcher™ is een handelsmerk van
Stitcher, Inc.Verband der Automobilindustrie e.V.
AdBlue ®
is een gedeponeerd
handelsmerk van de VDA.Registratie van
voertuigdata en privacy
Event Data Recorders(EDR)
Er zijn elektronische regeleenheden
in uw auto gemonteerd. Regeleenhe‐ den verwerken gegeven die, bijvoor‐
beeld, afkomstig zijn van autosenso‐
ren of die de regeleenheden zelf
aanmaken of onderling uitwisselen.
Sommige regeleenheden zijn vereist
voor een veilige werking van uw auto,
andere bieden ondersteuning tijdens
het rijden (rijhulpsystemen) of verzor‐ gen comfort- of Infotainmentfuncties.
Hieronder volgt algemene informatie
over de gegevensverwerking in de
auto. Aanvullende informatie over de autogegevens die worden geüpload,
opgeslagen en doorgegeven aan
derden en met welk doel is te vinden
onder het kopje Gegevensbescher‐
ming en houdt verband met de refe‐
renties bij de desbetreffende functies
in de gebruikershandleiding of in dealgemene verkoopvoorwaarden.
Deze referenties zijn tevens online
beschikbaar.
Bedieningsgegevens in de auto Regeleenheden verwerken gege‐vens voor bediening van de auto.
Dergelijke gegevens omvatten,
bijvoorbeeld:
● informatie over de status van de auto (bijv. wieltoerental, rijsnel‐
heid, massatraagheid, dwarsver‐
snelling, "veiligheidsgordels
omgedaan"),
● omgevingsomstandigheden (bijv. temperatuur, regensensor,afstandssensor).
De meeste van deze gegevens zijn
vluchtig van aard en worden alleen in de auto zelf verwerkt, zodat ze niet
buiten de bedieningsperiode om bewaard blijven. Regeleenheden
(met inbegrip van de autosleutel)
gebruiken vaak een voorziening voor
gegevensopslag. Dit om tijdelijke of
permanente opslag mogelijk te
322HHalogeenkoplampen .................246
Handbediende ruiten ...................42
Handgeschakelde versnellingsbak ......................182
Handmatige dimfunctie ................41
Handmatige modus ...................180
Handmatige stoelverstelling .........50
Handrem ..................................... 183
Handschoenenkastje ...................74
Handzender ................................. 21
Hellingrem ................................. 185
Hoofdsteunen .............................. 47
Hoofdsteunverstelling ....................8
Hulpverwarming.......................... 160
I
Inbouwposities kinderveilig‐ heidssystemen ......................... 70
Indicatie afstand tot voorligger ...203
Info-Display................................. 125
Info-Displays ............................... 118
Inhouden ................................... 302
Inklapbare spiegels .....................40
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 150
Instrumentengroep ....................103
Interieurverlichting ......................148K
Katalysator ................................. 175Kentekenverlichting ...................255
Kilometerteller ............................ 107
Kindersloten ................................. 30 Kinderveiligheids-systemen ..........67
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................152
Klok............................................... 99
Koelvloeistof .............................. 241
Koelvloeistof en antivries ............290
Koelvloeistoftemperatuurmeter . 110
Koplampinstelling in het buitenland .............................. 144
Koplampverstelling ....................143
L
Laadsysteem ............................. 113
Lane keep assist ................115, 223
Led-koplampen ...................117, 144
Leeslampen ............................... 149
Lekke band ................................. 276
Lichtschakelaar .......................... 140
Lichtsignaal ................................ 143
Luchtinlaat ................................. 161
Luchtroosters .............................. 160
M
Massage ....................................... 57
Meters......................................... 106
Midlevel-display .......................... 118Mistachterlicht ...........117, 147, 248
Mistlampen voor ........117, 147, 248
Motorgegevens .......................... 297
Motor-ID...................................... 294
Motorkap .................................... 239
Motorolie .................... 240, 290, 295
Motoroliedruk ............................. 116
Motor starten ............................. 167
N Nieuwe auto inrijden ..................164
O Obstakeldetectiesystemen .........207
Olie, motor .......................... 290, 295
OnStar ........................................ 135
Ontlaadbeveiliging accu ............151
Opbergruimte................................ 74
Opbergruimte achter..................... 82
Opbergruimte voor........................ 75
Opbergvakken .............................. 74
Opgeslagen instellingen ...............24
Overzicht instrumentenpaneel .....10
P Parkeerhulp ............................... 207
Parkeerlichten ............................ 148
Parkeerrem ................................ 183
Parkeren .............................. 18, 172
Park pilot met ultrasoonsensoren 207
Partikelfilter ................................. 174