22Sleutels, portieren en ruiten
1. Steek een platte schroeven‐draaier in de gleuf en duw de
achterkant van de handzender los door de schroevendraaier een
klein stukje te draaien.
2. Verwijder de batterij en vervang deze. Gebruik een CR2032 of een
equivalente batterij. Let op de
installatiepositie.
3. Steek de afdekking bij het sleutel‐
blad in, klap hem naar beneden
en sluit hem.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● Het bereik wordt overschreden.
● De accuspanning is te laag.
● Herhaald, opeenvolgend gebruik van de handzender buiten het
bereik, waardoor er opnieuw gesynchroniseerd moet worden.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de
stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 24.Elektronisch sleutelsysteem
Voor een passieve bediening van de
volgende functies:
● centrale vergrendeling 3 24
● elektrische achterklep 3 31
● contact inschakelen en motor starten 3 167
De bestuurder hoeft alleen de elek‐
tronische sleutel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 21.
24Sleutels, portieren en ruiten● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de handzender, waardoor de stroomvoorziening voor korte tijd
wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met een
hoog vermogen.
Om de storing te verhelpen, de positie
van de elektronische sleutel verande‐ ren.
Handmatig ontgrendelen 3 24.
Opgeslagen instellingen
Bij uitschakeling van het contact
worden bepaalde functie-instellingen mogelijk automatisch door de hand‐
zender opgeslagen:
● automatische klimaatregeling
● verlichting
● Infotainmentsysteem
● centrale vergrendeling
● comfortinstellingenDe opgeslagen instellingen in het
geheugen van de handzender
3 164 of elektronische sleutel 3 22
worden automatisch toegepast
wanneer het contact de volgende
keer wordt ingeschakeld.
Voorwaarde is wel dat Personalisatie
door bestuurder is geactiveerd in de
persoonlijke instellingen van het
Info-Display. Dit moet worden inge‐
steld voor elke handzender of elek‐
tronische sleutel die wordt gebruikt.
De gewijzigde status is pas beschik‐
baar nadat de auto is vergrendeld en
ontgrendeld.
De elektrisch bediende stoelen
nemen automatisch de in het geheu‐
gen opgeslagen stand in bij inscha‐
keling van het contact en bij activering
van Automatisch oproepen
geheugen op het Info-Display voor de
opgeslagen handzender of elektroni‐
sche sleutel.
Elektrisch verstelbare stoel 3 52.
Persoonlijke instellingen 3 129.Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt portieren,
bagageruimte en tankvulklep.
Door aan de binnenportierkruk te
trekken wordt het desbetreffende
portier ontgrendeld. Door nog eens
aan de handgreep te trekken gaat het portier open.
Let op
Bij een ongeval waarbij de airbags of gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld. Een voor‐
waarde is dat de instelling is geacti‐
veerd in de persoonlijke instellingen
3 129.
Sleutels, portieren en ruiten39
Elektronisch sleutelsysteem: Bij
ontgrendeling van de auto met de
knop op een van de buitenkrukken
wordt het diefstalalarmsysteem
gedeactiveerd.
De elektronische sleutel moet zich
binnen een bereik van ongeveer 1 m van het desbetreffende portier buiten
de auto bevinden.
Het systeem is niet te deactiveren door ontgrendeling van het bestuur‐ dersportier met de sleutel of met de
centralevergrendelingsknop in het
interieur.
Alarm
Bij het activeren klinkt de alarmclaxon
en gaan de alarmknipperlichten tege‐ lijkertijd knipperen. Het aantal en de
duur van de alarmsignalen zijn voor‐
geschreven door de wetgever.
Het diefstalalarmsysteem is te deac‐
tiveren door c in te drukken, op de
schakelaar op de portierkruk te druk‐
ken (met elektronisch sleutelsys‐
teem) of door het contact in te scha‐
kelen.
Wanneer het alarm is afgegaan
zonder dat de bestuurder het heeft uitgeschakeld, geven de alarmknip‐
perlichten dat aan. Ze lichten bij
ontgrendeling van de auto met de
handzender driemaal kort achtereen
op. Bovendien verschijnt er na
inschakeling van het contact een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center.
Boordinformatie 3 127.
Als de accu van de auto moet worden
ontkoppeld (bijv. voor onderhouds‐
werkzaamheden), moet de alarmsi‐
rene als volgt worden gedeactiveerd:schakel het contact in en uit en
ontkoppel de accu van de auto binnen 15 seconden.
Startbeveiliging
Het systeem is onderdeel van de
contactschakelaar en het controleert
of de auto met de gebruikte sleutel
mag worden gestart.
De startbeveiliging activeert zichzelf
automatisch nadat u de sleutel uit de
contactschakelaar hebt gehaald.
Knippert controlelampje d nadat het
contact is ingeschakeld, dan is er een storing in het systeem: de auto kanniet worden gestart. Contact uitscha‐
kelen en opnieuw proberen te starten.
Als het controlelampje d blijft knip‐
peren, kunt u proberen om de motor met de reservesleutel te starten en
daarna de hulp van een werkplaats
inroepen.
Let op
RFiD-tags (Radio Frequency Identi‐
fication) kunnen de werking van de
sleutel storen. Houd de tag bij het
starten uit de buurt van de sleutel.
260Verzorging van de autoNr.Stroomkring1Achterbankverwarming (alleen
voor auto's zonder alarmclaxon)2Verwarming en ventilatie / venti‐ lator3Elektrisch bediende stoel
bestuurderskant4Elektrisch bediende stoel passa‐ gierskant5–6Elektrisch bediende ruit, voor7ABS8Verwarmd stuurwiel9Carrosserieregelmodule 810Elektrisch bediende ruit, achter11Zonnedak12Carrosserieregelmodule 413Stoelverwarming (alleen bij
auto's zonder alarmclaxon)14Buitenspiegel15Carrosserieregelmodule 116Carrosserieregelmodule 7Nr.Stroomkring17Carrosserieregelmodule 618Carrosserieregelmodule 319Datalinkconnector20Airbagsysteem21Verwarming en ventilatie22Centrale vergrendeling / achter‐
klep23Elektronisch sleutelsysteem24Geheugenfunctie elektrisch
bediende stoel25Airbagsysteem stuurwiel26Contactslot / stuurslot27Carrosserieregelmodule 228USB-poort29Aansteker / stroomaansluiting
voor30Schakelhendel31Achterruitwisser32Transmissieregelmodule33Diefstalalarmsysteem / alarmsi‐
reneNr.Stroomkring34Parkeerhulp / dodehoeksys‐
teem / Infotainmentsysteem /
USB-poort35OnStar36Info-Display / instrumenten‐
groep / cd-speler37Infotainmentsysteem / radio
Sluit het deksel van de zekeringen‐
kast na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen weer:
1. Breng de afdekking aan de rech‐ terkant aan.
306KlantinformatieKlantinformatieKlantinformatie........................... 306
Conformiteitsverklaring ............306
REACH .................................... 310
Erkenning van software ...........310
Software-update ......................314
Gedeponeerde handelsmerken .......................314
Registratie van voertuigdata en
privacy ....................................... 315
Event Data Recorders (EDR) ..315
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 318Klantinformatie
Conformiteitsverklaring Radiozendsystemen
Deze auto heeft systemen die radio‐
golven versturen en/of ontvangen
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
fabrikanten van de onderstaande
systemen verklaren conformiteit
volgens Richtlijn 2014/53/EU. De
volledige tekst van de EU-conformi‐
teitsverklaring voor elk systeem is
beschikbaar gesteld op het volgende
internetadres:
www.opel.com/conformity.
De importeur is
Opel / Vauxhall, Bahnhofsplatz,
65423 Ruesselsheim am Main,
Germany.
Antenne
Laird
8100 Industrial Park Drive, Grand
Blanc, MI, 48439, USA
Zendfrequentie: n.v.t.
Maximaal uitgangsvermogen: n.v.t.Antenne
Kathrein Automotive North America,
Inc.
3967 W. Hamlin Rd., Rochester Hills, MI 48309, USA
Zendfrequentie: n.v.t.
Maximaal uitgangsvermogen: n.v.t.
Elektronische sleutel
Denso Coperation
Waldeckerstraße 11, 64546 Mörfel‐
den-Walldorf, Germany
Zendfrequentie: 433,92 MHz
Maximaal uitgangsvermogen:
-5,88 dBm
Elektronische sleutelmodule
Denso Coperation
Waldeckerstraße 11, 64546 Mörfel‐
den-Walldorf, Germany
Zendfrequentie: 125 kHz
Maximaal uitgangsvermogen:
-0,14 dBm
Frontradareenheid
Continental Automotive GmbH
Klantinformatie317U kunt uw eigen gegevens invoeren
in de Infotainmentfuncties van uw
auto bij het gebruik van bepaalde
functies.
Afhankelijk van het desbetreffende uitrustingsniveau, zijn dergelijke
gegevens:
● multimediagegevens zoals weer te geven tracks, video's of foto's
in een geïntegreerde multimedia‐
systeem
● adressenboekgegevens voor gebruik in combinatie met een
handsfree-systeem of een geïn‐
tegreerd navigatiesysteem
● ingevoerde bestemmingen
● gegevens over het gebruik van online-services
Deze gegevens voor comfort- en Info‐
tainmentfuncties worden mogelijk
lokaal in de auto opgeslagen of
bewaard op een apparaat dat u hebt aangesloten op de auto (bijv. eensmartphone, USB-stick of mp3-
speler). Gegevens die u zelf hebt
ingevoerd is op ieder gewenst
moment te verwijderen.Deze gegevens zijn alleen op uw
verzoek door te geven tot buiten het
bereik van de auto, in het bijzonder bij
het gebruik van online services
afhankelijk van de door u geselec‐
teerde instellingen.
Integratie met smartphones, bijv.
Android Auto of Apple CarPlay
Als uw auto is uitgerust met een van
de genoemde systemen, kunt uw
smartphone of een ander mobiel
apparaat verbinden met de auto
waarna u de smartphone of het appa‐
raat kunt bedienen via de bedienings‐ elementen in de auto. De beelden en het geluid van de smartphone zijn inhet gegeven geval weer te geven via
het multimediasysteem in de auto. Er
wordt tegelijkertijd specifieke infor‐
matie naar uw smartphone gestuurd.
Afhankelijk van het type integratie,
bestaat dergelijke informatie uit posi‐
tiegegevens, dag-/nachtmodus en
andere algemene informatie over de
auto. Zie voor meer informatie de
bedieningsinstructies van de auto /
het Infotainmentsysteem.De integratie maakt het gebruik van
bepaalde smartphone-apps mogelijk,
zoals navigatie of het spelen van muziek. Er is geen verdere integratie
mogelijk tussen een smartphone en
de auto, in het bijzonder geen actieve
toegang tot autogegevens. De aard
van verdere gegevensverwerking
hangt af van de aanbieder van de
gebruikte app. Of u instellingen kunt
verrichten, en zo ja, welke, hangt af van de desbetreffende app en van het besturingssysteem van uw smart‐
phone.
Online services
Als uw auto een verbinding heeft met een radionetwerk, kunnen gegevens
uitgewisseld worden tussen uw auto
en andere systemen. De verbinding
met het radionetwerk wordt mogelijk
gemaakt door een zender in uw auto
of door een van uw mobiele appara‐ ten (bijv. een smartphone). Via deze
verbinding met het radionetwerk zijn
online functies te gebruiken. Derge‐
lijke functies omvatten online services
en applicaties / apps die u zijn gele‐
verd door de fabrikant of andere aanbieders.
318KlantinformatieMerkgebonden servicesIn het geval van de online services
van de fabrikant, worden de relevante functies beschreven door de fabrikant
op een geëigende locatie (bijv.
gebruikershandleiding, internetsite
van de fabrikant) en de desbetref‐
fende informatie met betrekking tot
gegevensbescherming worden
verstrekt. Er worden mogelijk
persoonlijke gegevens gebruikt voor
het aanbieden van online services.
Uitwisseling van gegevens voor dit
doel vindt plaats via een beveiligde
verbinding, bijv. gebruikmakend van de specifieke IT-systemen van de
fabrikant. Het verzamelen, verwerken en gebruiken van persoonlijke gege‐
vens ter voorbereiding op het aanbie‐ den van services vindt uitsluitendplaats op basis van wettelijke
toestemming, bijv. in het geval van
een wettelijk voorgeschreven nood‐
oproepsysteem of een contractuele
verplichting of op basis van toestem‐
ming.
U kunt de services en functies (waar‐
voor tot op zekere hoogte kosten in
rekening worden gebracht) en, insommige gevallen, de complete auto‐
verbinding met het radionetwerk acti‐
veren of deactiveren. Dit geldt echter
niet voor wettelijk verplichte functies
en services zoals een noodoproep‐
systeem.
Services van derde partijen Indien u gebruikmaakt van online
services van andere aanbieders
(derde partijen), zijn deze services
onderworpen aan de voorwaarden
met betrekking tot aansprakelijkheid
en gegevensbescherming en gebruik van de desbetreffende aanbieder. De
fabrikant heeft wat dat betreft veelal
geen invloed op de uitgewisselde gegevens.
Let daarom op de aard van de
persoonlijke gegevens, de reikwijdte
ervan en het doel van de verzameling binnen het kader van de services diede desbetreffende derde partij
verstrekt.Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en de startbeveiliging. Het
wordt ook samen gebruikt met appa‐
raten zoals handzenders voor het
vergrendelen/ontgrendelen van de
deuren en starten. RFID-technologie
in Opel voertuigen gebruikt geen
persoonlijke informatie, houdt ze niet
bij of koppelt deze niet aan andere
Opel systemen die persoonlijke infor‐
matie bevatten.
323Pech........................................... 283
Persoonlijke instellingen ............129
Portieren ....................................... 31
Portier open ............................... 118
Prestaties ................................... 299
Profieldiepte ............................... 270
Q Quickheat ................................... 160
R
Radiofrequentie-identificatie (RFID) ..................................... 318
REACH ....................................... 310
Regelbare instrumentenverlichting ...........148
Registratie van voertuigdata en privacy ..................................... 315
Remassistentie .......................... 185
Rem- en koppelingssysteem .....114
Rem- en koppelingsvloeistof ......290
Remmen ............................ 183, 242
Remvloeistof .............................. 243
Reservewiel ............................... 276
Richtingaanwijzers ............112, 146
Ruiten ........................................... 42
Rijgedrag en aanhangertips ......231
Rijregelsystemen ........................186
Rijverlichting ........................ 12, 117S
Schakelen ........................... 115, 179
Schakelhendel ............................ 179
Selectieve katalysatorreductie ....176
Service ............................... 162, 289
Service-display .......................... 110
Service-informatie ...................... 289
Sjorogen ...................................... 85
Slepen ................................ 231, 283
Sleutel, opgeslagen instellingen ...24
Sleutels ........................................ 20
Sleutels, sloten ............................. 20
Sneeuwkettingen .......................272
Snelheidsbegrenzer ...........118, 191
Snelheidsmeter .......................... 106
Software-update .........................314
Spiegelverstelling ..........................9
Sportmodus ............................... 188
Sproeiervloeistof ........................242
Startbeveiliging ....................39, 117
Starten en bediening ..................164
Starthulp gebruiken ...................281
Stoelpositie .................................. 49
Stoelverstelling .............................. 7
Stoelverwarming Stoelverwarming, achter ...........58
Stoelverwarming, voor ..............56
Stop/Start-systeem .....................169
Storing ....................................... 181
Storingsindicatielampje .............113Stroomonderbreking ..................181
Sturen ......................................... 164
Stuurbedieningsknoppen .............95
Stuurwiel instellen .......................... 9
Stuurwielverstelling ...................... 95
Symbolen ....................................... 4
T
Tanken ....................................... 228
Te laag brandstofpeil .................116
Toerenteller ............................... 108
Topsnelheid ................................ 264
Traction Control .........................186
Traction Control-systeem UIT..... 115
Trekhaak............................. 231, 232
Trekstang.................................... 231
Typeplaatje ................................ 294
U Uitlaatfilter................................... 174
Uitlaatgassen ............................. 174
Uitrol-brandstofafsluiter .............169
Uitstapverlichting .......................150
Uplevel-display ........................... 118
USB-poort ................................... 101
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 125
Van banden- en velgmaat veranderen ............................. 271