Page 65 of 112
Periodiek on derhou d en afstellin g
7-9
73. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge-
toond.
4. Verwijder de bovenste uitsteeksels uit de sleuven en schuif dan het stroom-
lijnpaneel naar voren. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Schuif het stroomlijnpaneel naar ach-
teren en plaats dan de bovenste uit-
steeksels in de sleuven.
2. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge- toond.
3. Breng de bouten, drukclips en de snelsluitschroef aan.
1. Bout
1. Drukclip
1. Stroomlijnpaneel A
1
1
1
1. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel A
1
1
1
UBN6D1D0.book Page 9 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 66 of 112
Periodiek on derhou d en afstelling
7-10
7
OPMERKING
Breng de bouten losjes aan, monteer dan
de drukclips en de snelsluitschroef en haal
vervolgens de bouten aan.
4. Monteer het paneel.
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel A en stroomlijnpa- neel A. (Zie pagina 7-12.)
2. Verwijder stroomlijnpaneel B door de bouten los te halen.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats stroomlijnpaneel B in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
2. Monteer stroomlijnpaneel A en paneel A.
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 7-12.)
2. Verwijder de bouten, drukclip en snel- sluitschroef. 3. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge-
toond.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Bout
1 2 2
1. Stroomlijnpaneel C
2. Bout
3. Snelsluitschroef
1. Bout
1. Drukclip
1
2
2
3
1
1
UBN6D1D0.book Page 10 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 67 of 112
Periodiek on derhou d en afstellin g
7-11
7
4. Verwijder het stroomlijnpaneel door
de bovenste uitsteeksels uit de sleu-
ven te verwijderen.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats de bovenste uitsteeksels in de sleuven.
2. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge- toond. 3. Breng de bouten, drukclip en snel-
sluitschroef aan.
OPMERKING
Breng de bouten losjes aan, monteer dan
de drukclip en de snelsluitschroef en haal
vervolgens de bouten aan.
4. Monteer het paneel.
Stroomlijnpaneel D
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel B en stroomlijnpa- neel C. (Zie pagina 7-12.)
2. Verwijder stroomlijnpaneel D door de
bouten los te halen.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats stroomlijnpaneel D in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
1. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel C
1
1
1
1. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel D
2. Bout
1
2
12
UBN6D1D0.book Page 11 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 68 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-12
7
2. Monteer stroomlijnpaneel C en paneel
B.
DAU79970Panelen A en B
Verwijderen van een paneel
Verwijder de drukclips en trek daarna het
paneel los zoals afgebeeld.
Aanbrengen van een paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclips aan.
DAU19653
Controleren van de bou gies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
1. Paneel A
2. Drukclip
2
1
Voor geschreven bou gie:
NGK/CR10EK
UBN6D1D0.book Page 12 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 69 of 112

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-13
7
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereed schap om de bou-
g ie dop te verwijd eren of aan te bren gen,
om de bobinekab el niet te bescha dig en.
De bou gie dop is mo gelijk lasti g te ver-
wij deren om dat de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal de bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en teg elijkertijd los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan door heen en
weer te draaien en te gelijkertij d aa
n te
d rukken.
DAU36112
Filter bus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
11
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
2
1
UBN6D1D0.book Page 13 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 70 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-14
7
DAU80312
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Verwijder de peilstok en veeg deze schoon. Steek de peilstok terug in de
olievulopening (zonder vast te draaien)
en verwijder dan opnieuw om het olie-
niveau te controleren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
5. Controleer de O-ring van de peilstokop beschadiging en vervang deze in-
dien nodig. 6. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de motorolie-
vuldop en vul voldoende olie van de
aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau.
7. Controleer de O-ring van de olie- vuldop op beschadiging en vervang
deze indien nodig.
8. Steek de peilstok in en draai deze vast en installeer dan de olievuldop en
draai vast.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
B. (Zie pagina 7-8.)
3. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
4. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
1. Motoroliepeilstok
2. O-ring
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
4
1. Olievuldop
2. O-ring
1
2
1
UBN6D1D0.book Page 14 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 71 of 112
Periodiek on derhou d en afstellin g
7-15
7
OPMERKING
Sla de stappen 6–12 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
6. Verwijder de bout van de schakelhen-
del en trek de schakelhendel van de
schakelas.
OPMERKING
Maak indien nodig de schakelschakelaar
en de verbindingsstang los door de onder-
ste moer terug te draaien.
7. Verwijder de overloopslang van de
brandstoftank uit de geleiders.
8. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
9. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Schakelhendel
2. Bout van de schakelhendel
3. Oliefilterpatroon
4. Geleider
5. Overloopslang brandstoftank
1
2
3
4
5
2
1
1. Schakelschakelaar
2. Drijfstang
3. Moer
1. Oliefiltersleutel
1
3
2
1
UBN6D1D0.book Page 15 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Page 72 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
7-16
7
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
10. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
11. Breng de overloopslang van de brandstoftank in de geleiders aan en
plaats deze in de oorspronkelijke po-
sitie.
12. Breng de schakelhendel aan door de sleuf in de schakelhendel op één lijn te
brengen met de merkstreep op de
schakelas. Breng vervolgens de bout
van de schakelhendel aan en zet deze
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment. LET OP: Lijn de merk- streep en
de sleuf met elkaar uit om
een goe de schakelwerkin g te waar-
b or gen. Als d e merkstreep en de
sleuf niet met elkaar zijn uit gelijn d,
zal de schakelarm niet goe d b ewe-
g en en kunt u mo gelijk niet op- of
teru gschakelen.
[DCA24140]
13. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
14. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
1
1. Schakelhendel
2. Bout van de schakelhendel
3. Sleuf
4. Schakelas
5. Merkteken
Aanhaalmoment: Bout van schakelhendel:10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing: 2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
2
1
3
4
5
UBN6D1D0.book Page 16 Monday, October 2, 2017 9:33 AM