Functies van instrumenten en bed iening selementen
4-6
4
Als de machine wordt ingeschakeld, voert
het lampje een circuitcontrole uit (het gaat
enkele seconden branden en dooft dan
weer).
Als het waarschuwingslampje blijft branden
terwijl het olieniveau correct is (pagina
7-14), laat de machine dan controleren
door een Yamaha dealer.
OPMERKING
Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij heuvelop of heuvelaf rij-
den of bij plotseling optrekken of af-
remmen. Er is dan echter geen sprake
van een storing.
Als een storing wordt gedetecteerd,
zal het waarschuwingslampje olieni-
veau doorlopend knipperen. Vraag
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU11369Waarschuwin gslampje bran dstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het brandstofniveau laag is. Als het brand-
stofniveau daalt tot onder ongeveer 3.4 L
(0.90 US gal, 0.75 Imp.gal), gaat het lampje
branden om u te laten weten dat u zo snel
mogelijk moet tanken.
Als de machine wordt ingeschakeld, voert
het lampje een circuitcontrole uit (het gaat
enkele seconden branden en dooft dan
weer).
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden tijdens de circuitcontrole of na het
tanken niet uitgaat, laat de machine dan
controleren door een Yamaha dealer.
OPMERKING
Als een storing wordt gedetecteerd, zal het
waarschuwingslampje brandstofniveau
doorlopend knipperen. Vraag een Yamaha
dealer de machine te controleren.
DAU72930Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Verminder als dit
gebeurt onmiddellijk de belasting van de
motor. Als de melding “HI” knippert in de
weergave koelvloeistoftemperatuur, stop
de machine dan, stop vervolgens de motor
en laat de motor afkoelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl d eze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 7-42 nadere instructies ver-
meld.
DAU73171Waarschuwin gslampje motorstorin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
UBN6D1D0.book Page 6 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
7-18
7
DAUS1203
Koelvloeistof
Het koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.
OPMERKING
Als er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU3908BControleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortempera tuur, moet het wor-
den gecontroleerd met een koude motor. 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Houd de machine rechtop en contro- leer het koelvloeistofniveau in het re-
servoir. 3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan paneel
B om bij het koelvloeistofreservoir te
komen. (Zie pagina 7-8.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor kou d is.[DWA15162]
5. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau. LET OP: Als er
g een koelvloeistof aanwezi g is, g e-
b ruik dan in plaats daarvan ged istil-
leer d water of onthar d leid ingwater.
Ge bruik geen har d water of zout
water, dit is scha delijk voor d e mo-
tor. Als er in plaats van koelvloeistof
Aan
bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Dop koelvloeistofreservoir
2
1
3
1
UBN6D1D0.book Page 18 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Periodiek on derhou d en afstellin g
7-37
7
DAU2370A
Zekeringen vervan gen
De hoofdzekering, de ABS-motorzekering
en zekeringenkastje 1 zitten onder het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 4-23.)
OPMERKING
Om toegang te krijgen tot de ABS-motorze-
kering verwijdert u de kap van het startmo-
torrelais door deze omhoog te trekken.
Zekeringenkastje 2 bevindt zich onder pa-
neel A. (Zie pagina 7-8.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekering ABS-motor
2. Kap van startmotorrelais
3. Reservezekering ABS-pompmotor
4. Hoofdzekering
1. Zekeringenkastje 1
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. ABS ECU-zekering
4. Aansluitzekering 1 (voor optionele
apparatuur)
5. Zekering elektronische smoorklep
6. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Reservezekering
2
3
4
1
2
1
3
4
5
8
6
7
1. Zekeringenkastje 2
2. Zekering alarmverlichtingssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
7. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
8. Reservezekering
2
1
3
4
5
8
6
7
UBN6D1D0.book Page 37 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
7-38
7
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU80380
Voertui gverlichtin g
Met uitzondering van de gloeilamp van de
kentekenverlichting bestaat alle verlichting
van dit model uit ledlampjes.
Als een lampje niet gaat branden, contro-
leer dan de zekeringen en laat vervolgens
een Yamaha-dealer de machine controle-
ren. Als de kentekenverlichting niet gaat
branden, controleer dan het lampje en ver-
vang het indien nodig. (Zie pagina 7-39.)
LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Aansluitzekering 1: 2.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering ABS ECU: 7.5 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 10.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssy-
steem: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A × 2
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
UBN6D1D0.book Page 38 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
7-42
7
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1041
Verwij der de ra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g
heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen naar buiten spuiten en zo ernstig e
b ran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g een d ikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra diatorvul dop
en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge
d ruk kan ontsnappen. Druk de dop omlaa g zo dra het sis gelui d stopt en draai
d eze linksom en verwij der de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijd elijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniv eau in
het reser voir en in de
radiator.V ul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniv eau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniv eau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw o ver verhit raakt.
UBN6D1D0.book Page 42 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Specificaties
9-1
9
Afmetingen:
Totale lengte:
2040 mm (80.3 in)
Totale breedte:
695 mm (27.4 in)
Totale hoogte: 1150 mm (45.3 in)
Zadelhoogte: 850 mm (33.5 in)
Wielbasis:
1375 mm (54.1 in)
Grondspeling: 130 mm (5.12 in)
Kleinste draaicirkel: 3.6 m (11.81 ft)
Gewicht:
Rijklaar gewicht:
190 kg (419 lb)
Motor:
Verbrandingscyclus:4-takt
Koelsysteem:
Vloeistofgekoeld
Kleppenmechanisme: DOHC
Cilinderopstelling: In lijn
Aantal cilinders:
4-cilinder
Slagvolume: 599 cm3
Boring × slag:
67.0 × 42.5 mm (2.64 × 1.67 in)
Compressieverhouding:
13.1 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:
Aanbevolen merk:YAMALUBE
SAE-viscositeitsklassen: 10W-40, 20W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
API service type SG of hoger, JASO MA-
norm
Hoeveelheid motorolie:
Olieverversing:2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt) Met verwijderen van oliefilterelement:
2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Luchtfilter:
Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:
Aanbevolen brandstof:
Loodvrije superbenzine (gasohol [E10]
acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
17 L (4.5 US gal, 3.7 Imp. gal)
Hoeveelheid reservebrandstof: 3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal)
Bran dstofinjectie:
Gasklephuis:
Het teken van identificatie: BN64 20
Bou gie(s):
Fabrikant/model:
NGK/CR10EK
Elektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Koppelin g:
Type koppeling:
Nat, meervoudige plaat
Aan drijflijn:
Primaire reductieverhouding:
2.073 (85/41)
Eindoverbrenging: Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.813 (45/16)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.583 (31/12)
2e: 2.000 (32/16)
3e: 1.667 (30/18)
4e:
1.444 (26/18)
UBN6D1D0.book Page 1 Monday, October 2, 2017 9:33 AM
Specificaties
9-3
9
Parkeerlicht:LED
Kentekenverlichting: 5.0 W
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand: LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje olieniveau:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers: LED
Controlelampje brandstofniveau: LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur: LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje:
LED
Controlelampje startblokkering: LED
Controlelampje schakelmoment: LED
Controlelampje tractieregeling:
LED
Zekerin g:
Hoofdzekering:
50.0 A
Aansluitzekering 1:
2.0 A
Koplampzekering: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A × 2
Circuitzekering alarmverlichtingssysteem: 7.5 A
Zekering ABS ECU:
7.5 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
10.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep:
7.5 A
UBN6D1D0.book Page 3 Monday, October 2, 2017 9:33 AM