Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-5
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
van YRC-modi en de instelniveausvan YRC-items.
DAU66100
Wielschakelaar “ ”
Wanneer het hoofdscherm is ingesteld op
STREET MODE, gebruik dan de wielscha-
kelaar om te schuiven en de items op de in-
formatieweergave terug te stellen.
Wanneer het hoofdscherm is ingesteld op
TRACK MODE, gebruik dan de wielschake-
laar om te schuiven en de items op de infor-
matieweergave terug te stellen en de
rondetimer te activeren.
Wanneer de weergave is gewijzigd naar het
scherm MENU, gebruik dan de wielschake-
laar om naar de instellingsmodulen te navi-
geren en instellingen te wijzigen.
Bedien de wielschakelaar als volgt.
Omhoogdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven/naar links te schuiven of
een instellingswaarde te verhogen.
Omlaagdraaien - draai het wiel omlaag om
naar beneden/naar rechts te schuiven of
een instellingswaarde te verlagen.
Kort indrukken - druk de schakelaar kort in
om te selecteren en te bevestigen.
Lang indrukken - druk de schakelaar een
seconde in om een item op een informatie-
weergave terug te stellen of om het scherm
MENU te openen of af te sluiten.
OPMERKING
Zie pagina 4-8 voor meer informatie
over het hoofdscherm en de bijbeho-
rende functies.
Zie pagina 4-14 voor meer informatie
over het scherm MENU en de wijze
waarop instellingswijzigingen kunnenworden aangebracht.
DAU4939D
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
3. Waarschuwingslampje brandstofniveau “”
4. Waarschuwingslampje oliedruk en koelvloeistoftemperatuur “ ”
5. Waarschuwingslampje hulpsysteem “ ”
6. Controlelampje stabiliteitsregeling “SC”
7. Controlelampje linker richtingaanwijzers “”
8. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
10.Schakelcontrolelampje
11.Controlelampje grootlicht “ ”
12.ABS-waarschuwingslampje “ ”
19 8
2 3 4 610
11
12
7
5
ABS
BX4-9-D1.book 5 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-8
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Als de motor oververhit raakt, wordt
het waarschuwingspictogram koel-
vloeistoftemperatuur weergegeven.
Laat de motor afkoelen. Controleer
het koelvloeistofniveau (zie pagina
7-38).
Als de motoroliedruk laag is, wordt
het waarschuwingspictogram olie-
druk weergegeven. Controleer het
olieniveau (zie pagina 7-13).
Als het waarschuwingslampje blijft
branden nadat de motor is afge-
koeld en het olieniveau in orde is
bevonden, laat dan een Yamaha
dealer de machine controleren. Rijdniet verder met de machine!
DAU83700
Waarschuwingslampje hulpsystemen
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een probleem wordt gedetecteerd in een
niet-motorgerelateerd systeem. OPMERKINGAls de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Laat als dit niet het geval is demachine nakijken door een Yamaha dealer.
DAU79283
WeergaveDe weergave heeft twee verschillende
weergavemodi voor het hoofdscherm:
STREET MODE en TRACK MODE. De
meeste functies zijn zichtbaar in beide mo-
di, maar er is een klein verschil in indeling.
De volgende items kunnen op de weergave
worden gevonden.
Snelheidsmeter
Toerenteller
Informatieweergave
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Drukindicator voorrem
Acceleratie-indicator
YRC-instellingsweergave MODE/
PWR/TCS/SCS
YRC-instellingsweergave LCS/QS/LIF
ERS-indicator (YZF-R1M)
GPS-indicator (modellen met CCU)
Klok
Hold-indicator voor toerenpiek
Rondetimer
Diverse waarschuwingspictogrammen
Waarschuwing foutmodus “Err”
OPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie is het normaal dat een klein aantal pixels in-
actief is.
STREET MODE1. YRC-items LCS/QS/LIF
2. Snelheidsmeter
3. GPS-indicator (modellen met CCU)
4. Indicator registratie (modellen met CCU)
5. Klok
6. Indicator piektoerental
7. Indicator voorremdruk
8. Acceleratie-indicator
9. Aanduiding ingeschakelde versnelling
10.ERS-indicator (YZF-R1M)
11.YRC-items MODE/PWR/TCS/SCS
12.Informatieweergave
13.Toerenteller
1
y2
GPS
N
LCS
QS
LIF
ODO
123456
km
TRIP-1
1234.5
km
km/h
·1000 r/min
12 :
00
PWR
1
TCS
2
SCS
3
T -
1
MODE -
A
6
11 978
3
1
10
25
4
13
12
BX4-9-D1.book 8 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-10
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
geregistreerd.
Na het tanken en een bepaalde af-
stand te hebben gereden, zal F-TRIP
weer automatisch verdwijnen.
Zie “Unit” op pagina 4-22 voor het wij-
zigen van de eenheden voor brand-
stofverbruik.
In TRACK MODE zijn op de informa-
tieweergave de items FASTEST (snel-
ste rondetijd) en AVERAGE
(gemiddelde rondetijd) ook beschik-baar.
De items TRIP-1, TRIP-2, F-TRIP, FUEL
CON en FUEL AVE kunnen individueel
worden teruggesteld.
Items op de informatieweergave terugstel-
len1. Gebruik de wielschakelaar om door de items op de weergave heen te schui-
ven tot het item dat u wilt terugstellen
wordt weergegeven.
2. Druk kort op de wielschakelaar, waar- na het item voor vijf seconden zal knip-
peren. (Als beide items terug te stellen
items zijn, zal in STREET MODE het
bovenste item eerst knipperen. Schuif
omlaag om het onderste item te selec-
teren.)
3. Terwijl het item knippert, houdt u de wielschakelaar gedurende een secon-
de ingedrukt.
Aanduiding ingesch akelde versnelling
Geeft weer welke versnelling is ingescha-
keld. Dit model heeft 6 versnellingen en een
vrijstand. De vrij stand wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje “ ” en
door de aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling “ ”.
Drukindicator voorrem
Geeft weer hoeveel remkracht wordt uitge-
oefend op de voorremmen.
Acceleratie-indicator
Geeft de voorwaartse acceleratie en vertra-
gende krachten weer.
Hold-indicator voor toerenpiek
Deze kleine balk verschijnt kort op de toe-
renteller om de meest recente toerenpiek
van de motor weer te geven.
YRC-items MODE/PWR/TCS/SCS
De huidige MODE (YRC-modus) en de ge-
relateerde PWR-, TCS- en SCS-instellin-
gen worden hier weergegeven.
De afzonderlijke instellingen voor
YRC-items PWR, TCS, SCS, LCS, QSS en
LIF kunnen worden ingedeeld in vier groe- pen en voor elke groep onafhankelijk wor-
den ingesteld. Deze instellingsgroepen zijn
de YRC-modi MODE-A, MODE-B, MO-
DE-C en MODE-D. Gebruik de modusscha-
kelaar om YRC-modi te wijzigen of
instellingen te wijzigen voor het YRC-item
op het hoofdscherm.
OPMERKINGDe YRC-modi zijn vooraf ingesteld in de fa-
briek en afgestemd op verschillende rijom-
standigheden. Bij gebruik van de
fabrieksinstellingen worden de volgende
YRC-modi aanbevolen.
MODE-A is geschikt
voor rijden op het
circuit.
MODE-B is een zachtere instelling
voor op het circuit.
MODE-C is geschikt voor rijden op de
weg.
MODE-D is geschikt v oor toeren of rij-den bij slecht weer.
YRC-modi wijzigen of instellingen wijzigen
1. Druk op de middelste knop van de mo- dusschakelaar om van links naar
rechts te schuiven en het item te mar-
keren dat u wilt aanpassen.
BX4-9-D1.book 10 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-11
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
2. Gebruik de toets omhoog of toets om- laag op de modusschakelaar om de
geselecteerde itemwaarde te wijzigen
(verticaal schuiven is niet mogelijk).OPMERKING
Onder bepaalde omstandigheden, bij-
voorbeeld tijdens het rijden, wanneer
aan de gasgreep wordt gedraaid, of
wanneer overmatige wielslip wordt ge-
detecteerd etc. kunnen bepaalde
YRC-items niet worden aangepast.
Als een YRC-item is gemarkeerd maar
niet kan worden aangepast, wordt de
omkadering van het YRC-item zwart
weergegeven.
Selecteer met de middelste knop TCS om
het tractiecontrolesysteem uit te schakelen
en houdt vervolgens de toets omhoog inge-
drukt tot TCS OFF wordt weergegeven. Se-
lecteer TCS OFF om TCS weer in te
schakelen en druk vervolgens op de toets
omlaag (TCS zal terugkeren naar de vorige
instellling).
OPMERKINGDoor het tractiecontrolesysteem uit te scha-
kelen, schakelt u de SCS-, LCS- en LIF-sy-stemen uit voor alle YRC-modi.
YRC-items LCS/QS/LIF
De status aan/uit van de YRC-items LCS,
QSS en LIF wordt hier weergegeven. Wan-
neer een van deze systemen geregistreerd
wordt (niet ingesteld op OFF) voor de huidi- ge geselecteerde YR
C-modus, wordt het
respectievelijke pictogram weergegeven.
Wanneer LCS wordt geregistreerd voor de
huidige geselecteerde YRC-modus, is het
pictogram grijs. Houd de middelste knop in-
gedrukt tot het LCS-pictogram stopt met
knipperen en wit gaat branden om het
launch control-systeem te activeren.
OPMERKINGLCS-, QSS- en LIF-systeeminstellingsni-
veaus kunnen alleen worden aangepast ophet scherm MENU.
ERS-indicator “ ” (YZF-R1M)
Dit pictogram toont de huidige ERS-modus.
(Zie “YRC Setting” op pagina 4-15 en “ERS”
op pagina 4-18 om de geregistreerde
ERS-modus te wijzigen of de ERS-instel-
lingsniveaus aan te passen.) Als de
ERS-modus uit de ERS-indicator verdwijnt
(blanco pictogram), stop dan de machine en
wacht enkele seconden totdat de modus te-
rugkeert.OPMERKING
De vering wordt op de huidige instellin-
gen gehouden totdat het systeem
zichzelf heeft gereset.
Laat als de ERS-indicator niet in de
normale toestand terugkeert de ma-
1. Modus-schakelaar “MODE”
2. Toets omhoog
3. Middelste toets
4. Toets omlaag1
2
4 3
QS
LIF
N
12GPS
12 34
LAP 01
ODO
km
123456
MODE -
A
LCS
QS
LIF
LATEST
·1000 r/min
12
:
00
km/h
123
PWR
1
TCS
2
SCS
3
T -
1
km/h
123
GEARMODE -
A
MODE-
A
BX4-9-D1.book 11 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-12
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
chine nakijken door een Yamaha dea-ler.
GPS-indicator “ ”
(modellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
er een GPS-eenheid wordt gesynchroni-
seerd met uw machine.
Datalogger-indicator “ ”
(modellen met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
voertuiggegevens worden opgenomen met
de registratiefunctie.
Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
Rondetimer
Deze stopwatchfunctie meet en registreert
tot maximaal veertig ronden. Op het hoofd-
scherm geeft de rondetimer de huidige ron-
detijd en het rondenummer weer
(aangegeven door het LAP-symbool). Ge-
bruik de Pass/LAP-schakelaar om rondetij-
den te markeren. Wanneer een ronde is
voltooid, geeft de rondetimer gedurende vijf
seconden de laatste ro ndetijd weer (gemar-
keeerd door de LATEST-indicator). De rondetimer gebruiken
1. Druk kort op de wielschakelaar. Het
item op de informatieweergave zal ge-
durende vijf seconden knipperen.
2. Draai terwijl het item op de informatie-
weergave knippert de wielschakelaar
omhoog. De rondetimer knippert ge-
durende vijf seconden.
3. Druk terwijl de r ondetimer knippert
lang op de wielschakelaar om de ron-
detimer te activeren of te stoppen.
4. Druk terwijl de rondetimer is geacti- veerd op de schakelaar Pass/LAP om
de rondetimer te starten.
OPMERKING
De rondetimer kan alleen worden ge-
bruikt als de motor draait.
Stel de informatieweergave in op FAS-
TEST of AVERAGE voor aanvullende
rondetijdinformatie.
De rondetimer stopt automatisch als
het scherm MENU wordt geopend.
Als de rondetimer wordt gestopt, wordt
de tijd van de huidige ronde niet opge-
nomen.
De rondetijdrecord kan worden weer-
gegeven en teruggesteld op hetscherm MENU.
GPS
1. Rondetijd
2. Indicator voor laatste rondetijd “LATEST”
3. Item van informatiedisplay
4. Rondenummer
QS
LIF
N
12GPS
12 34
LAP 01
ODO
km
123456
MODE -
A
LCS
QS
LIF
LATEST
·1000 r/min
12
:
00
km/h
123
PWR
1
TCS
2
SCS
3
T -
1
km/h
123
GEAR
4
3
12
BX4-9-D1.book 12 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-14
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU79294
Scherm MENU Het scherm MENU bevat de volgende in-
stellingsmodules. Selecteer een module om
gerelateerde instellingswijzigingen aan te
brengen. Alhoewel sommige instellingen
kunnen worden gewijzigd of teruggesteld
via het hoofdscherm, biedt het scherm
MENU toegang tot alle weergave- en bedie-
ningsinstellingen. Toegang en gebruik van MENU
De volgende bedieningen van de wielscha-
kelaar zijn algemene bedieningen voor toe-
gang, selectie en verplaatsing binnen het
scherm MENU en de bijbehorende modu-
les.
Lang indrukken - houd de wielschakelaar
gedurende een seconde ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot het scherm MENU of om
het scherm MENU volledig af te sluiten.Selecteren
- draai de wielschakelaar om-
hoog of omlaag om de gewenste module of
het gewenste instellingsitem te markeren
en druk vervolgens kort op de wielschake-
laar (druk de wielschakelaar kort in) om de
selectie te bevestigen.
Driehoekssymbool - bepaalde instellings-
schermen bevatten een item met een naar
boven of naar beneden wijzend driehoeks-
symbool. Selecteer het driehoekssymbool
om dat scherm af te sluiten en een scherm
terug te gaan (of druk langer op de wiel-
schakelaar om MENU volledig af te sluiten).
OPMERKINGAls er machinebeweging wordt gedetec-
teerd, zal het sche rm automatisch MENUafsluiten en naar het hoofdscherm gaan.
“Display Mode”
Er zijn twee weergavemodi voor het hoofd-
scherm, STREET MODE en TRACK MO-
DE.
Instellen van de weergavemodus voor hethoofdscherm1. Druk lang op de wielschakelaar om het
scherm MENU weer te geven.
Module Beschrijving
Schakel de weergave van
het hoofdscherm tussen
street mode en track
mode.
YRC-instellingen (alle
modellen) en
ERS-instellingen
(YZF-R1M) aanpassen.
Rondetijden weergeven en
terugstellen.
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
Display ModeYRC SettingL ap Time
Schakel de
registratiefunctie voor
machine-informatie in/uit
(modellen met CCU).
Geef drie intervallen voor
het onderhoudsitem weer
en stel deze terug.
Stel brandstofverbruik en
afstandseenheden in.
Stel achtergrondkleuren in.
Schakel de
schakelindicator in/uit en
pas de instellingen van de
toerenteller aan.
Stel de items in voor het
multifunctionele
weergavevenster.
Pas de helderheid van het
scherm aan.
Pas de klok aan.
Zet alle instellingen terug
naar fabrieksinstellingen.
LoggingMaintenance
Unit
WallpaperShift IndicatorDisplay SettingBrightnessCloc
k
All Reset
BX4-9-D1.book 14 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-16
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
TCS
Dit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instelllingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole (systeeminterventie) er
wordt toegepast. Er zijn 9 instellingsniveaus
beschikbaar. Instellingsniveau 1 oefent de
minste algehele systeeminterventie uit, ter-
wijl instellingsniveau 9 de meeste algehele
tractiecontrole uitoefent.OPMERKING
TCS kan alleen worden in- of uitge-
schakeld via het hoofdscherm met be-
hulp van de modusschakelaar.
Wanneer TCS is uitgeschakeld, wor-
den TCS, SCS, LCS en LIF ingesteld
op OFF en kunnen niet worden aange-
past. Wanneer TCS weer wordt inge-
schakeld, keren deze gerelateerde
tractiecontrolefuncties terug naar deeerdere instellingsniveaus. SCS
SCS kan worden ingesteld op OFF, 1, 2 en
3. OFF schakelt de anti-uitbreekregeling uit,
instellingsniveau 1 oefent de minste sy-
steeminterventie uit en instellingsniveau 3
oefent de meeste systeeminterventie uit.
LCS
LCS kan worden ingesteld op 1, 2 of OFF.
Instellingsniveau 2 controleert de vermo-
gensafgifte van de motor sterker, terwijl in-
stellingsniveau 1 minder systeeminterventie
uitoefent. OFF schakelt de LCS-functie voor
de geselecteerde YRC-modus uit (het
LCS-pictogram wordt niet weergegeven en
de launchcontrolfunctie kan niet worden ge-
activeerd).
Wanneer LCS is ingesteld op niveau 1 of 2
voor de geselecteerde YRC-modus, wordt
de LCS-indicator op het hoofdscherm grijs
weergegeven om aan te geven dat LCS be-
schikbaar is. Wanneer
het launch con-
trol-systeem is geactiveerd (beschikbaar
gemaakt voor gebruik via de modusschake-
1. Systeeminterventie
2. Leunhoek
1
TCS
2
1 5
4 3
2 6 9
8 7
1. Systeeminterventie
2. Zijwaarts uitbreken
1 3
2
1
SCS
2
BX4-9-D1.book 16 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
“Reset” verwijdert de rondetijdrecord.
Gebruik de wielschakelaar om “Display” te
selecteren en de ronderecord weer te ge-
ven.
Recordgegevens van rondetijd terugstellen1. Wanneer “Lap Time” is geselecteerd, worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-39).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
1. Snelste ronde
2. Gemiddelde rondetijd
3. Ronderecord
km/h
12 :
00
Reset
Display
Lap Time
LAP 1LAP 2LAP 3LAP 4 FA
STEST / LAP 12
02:54.56
02:55.20
02:56.04
02:56.80 02:34.56
02:53.00
AVERAGE
Lap Time
km/h
GP GPS
12:
00
123
km/h
12 :
00
Reset
Display
Lap Time
km/h
12
:
00
Reset
Display
Lap Time
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
YRC Setting
Lap TimeLogging
Maintenance
Unit
Display ModeMENU
km/h
GPS
12
:
00
BX4-9-D1.book 21 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前10時52分