Page 57 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-7
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
22 * Schokdemperunit Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
Vervang indien nodig.
23 *
Relaisarm
achterwielophanging
en scharnierpunten
verbindingsarm
Controleer de werking.
24 Motorolie Verversen (warm de motor op
alvorens olie af te tappen).
Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.
25 Oliefilterpatroon Vervangen.
26 * Koelsysteem Controleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage.
Verversen. Elke 3 jaar
27 *
Voor- en
achterremschakelaar
Controleer de werking.
28 * Bewegende delen
en kabels Smeren.
29 * Gasgreephuis en
gaskabel Controleer werking en vrije slag.
Stel de vrije slag van de gaskabel
af indien nodig.
Smeer het gasgreephuis en de gaskabel.
30 * Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
B90-9-D2.book 7 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 58 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-8
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU72800
OPMERKING
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien v an een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te
voorkomen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdr emcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst. De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
B90-9-D2.book 8 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 59 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-9
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAU19653
Controleren van de bougiesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen
of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan tedrukken.
Voorgeschreven bougie: NGK/CPR9EA9
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
B90-9-D2.book 9 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 60 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-10
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU1990D
MotorolieHet motorolieniveau moet regelmatig wor-
den gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke onderhoudssche-
ma.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen. Om het motorolieni
veau te controleren
1. Wacht na het opwarmen van de motor
een paar minuten om de olie tot rust te
laten komen.
2. Zet de machine op een horizontale on-
dergrond en houd deze rechtop voor
een correcte aflezing.
3. Controleer het olieniveau via het kijk-
glas rechts onder in het carter.
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan.
4. Als de motorolie bij of onder de merk- streep voor minimumniveau staat, ver-
1. Filterbus
2. Ontluchtingsslang filterbus
1
2
Aanbevolen motorolie: Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement:
2.70 L (2.85 US qt, 2.38 Imp.qt)
1. Olievuldop
2. Kijkglas olieniveau
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1
2
34
B90-9-D2.book 10 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 61 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-11
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
wijder dan de olievuldop en vul olie bij.
5. Controleer de O-ring van de olie- vuldop. Vervang indien beschadigd.
6. Breng de olievuldop aan.
Vervangen van de mo torolie (en filter)
1. Start de motor, laat deze kort opwar- men en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en vervolgens
de olieaftapplug met de pakking.
OPMERKINGSla de stappen 4–6 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.
4. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren.
5. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Olievuldop
2. O-ring
21
1. Olieaftapplug
2. Pakking
21
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
2
1
B90-9-D2.book 11 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 62 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-12
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt. 6. Monteer de nieuwe oliefilterpatroon en zet deze vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment. 7. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Giet de voorgeschreven hoeveelheid van de aanbevolen olie in het carter.
OPMERKINGAanbevolen wordt om een trechter te ge-bruiken.
9. Controleer de O-ring van de olievuldop en breng de olievuldop vervolgens
aan.OPMERKINGVeeg eventuele gemorste olie af alvorensde motor te starten.
10. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van lekkage, zet de motor dan direct af
en zoek de oorzaak.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha deal er, zelfs als hetolieniveau in orde is.
11. Zet de motor af en wacht een paar mi- nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau nog een
laatste keer.
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 N·m (4.3 kgf·m, 32 lb·ft)
B90-9-D2.book 12 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 63 of 102

Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebr uik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU20097
Controleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortemperatuur, moet het worden
gecontroleerd met een koude motor. 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond. 2. Houd de machine rechtop en contro-
leer het koelvloeistofniveau in het re-
servoir.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor koud
is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep voor maximumniveau. LET OP: Als er
geen koelvloeistof aanwezig is, ge-
bruik dan in plaats daarvan gedistil-
leerd water of onthard leidingwater.
Gebruik geen hard water of zout wa-
ter, dit is schadelijk voor de motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is gebruikt, vervang dit dan
zo snel mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
Aanbevolen koelvloeistof: YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelheid koelvloeistof: Koelvloeistofreservoir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 1.93 L (2.04 US qt, 1.70 Imp.qt)
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
21
3
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
B90-9-D2.book 13 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分
Page 64 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-14
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
5. Breng de dop van het koelvloeistofre- servoir aan.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382] DAU36765
LuchtfilterelementHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
DAU44735
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
Stationair toerental:1100–1300 tpm
B90-9-D2.book 14 ページ 2018年6月7日 木曜日 午前11時27分