Page 73 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
7-10
7
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van het oliefilterele-
ment)
1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop met de O-ring
en verwijder dan de olieaftapplug met
de pakking om de olie uit het carter te
laten stromen.
4. Controleer de O-ring op beschadiging
en vervang deze indien nodig.
OPMERKING
Sla de stappen 5…7 over als het oliefilterele-
ment niet wordt vervangen.
5. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen.6. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de o-ring.
7. Monteer het oliefilterdeksel door de
bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
1. Olievuldop
2. O-ring
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
2
12
1. Bout
2. Oliefilterdeksel
1. Oliefilterelement
2. O-ring
Aanhaalmoment:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
2 1
1
2
UBY3D0D0.book Page 10 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 74 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
7-11
7
9. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen motorolie.
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA24060
Zorg dat er geen verontreinigingen in het
carter terechtkomen.
10. Breng de olievuldop aan met de O-
ring en zet deze vast.
11. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
12. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
13. Stel de indicator olieverversing terug.
(Zie pagina 4-7.)
OPMERKING
Als de motorolie werd ververst voordat de
indicator olieverversing brandde (dus voor-
dat de intervalperiode voor olieverversing
was verstreken), moet de indicator na de
olieverversing worden teruggesteld zodat
het eerstvolgende tijdstip voor olieverver-
sing weer correct wordt aangegeven.
DAU20067
Eindoverbrengingsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en re-
pareren. Bovendien dient de eindoverbren-
gingsolie als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover-
brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.
5. Verwijder de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen. Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:
1.50 L (1.59 US qt, 1.32 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment:
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1
2
UBY3D0D0.book Page 11 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 75 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
7-12
7
6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zorg
ervoor dat geen vreemde materia-
len in het eindoverbrengingshuis te-
rechtkomen. Zorg ervoor dat geen
olie op de band of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover-
brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis
op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU78580Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau via
het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. Pakking
Aanhaalmoment:
Aftapplug eindoverbrengingsolie:
20 N·m (2.0 kgf·m, 15 lb·ft)
Aanbevolen eindoverbrengingsolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelheid:
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
12
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
UBY3D0D0.book Page 12 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 76 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
7
3. Als de koelvloeistof op of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat
aan de linkerzijde door deze omhoog
te trekken.
4. Verwijder de afdekking van het koel-
vloeistofreservoir.
5. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15162] LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout wa-
ter, dit is schadelijk voor de motor.Als er in plaats van koelvloeistof
water is gebruikt, vervang dit dan
zo snel mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de afdekking van het koelvloei-
stofreservoir aan.
7. Plaats de voetplaatmat aan de linker-
zijde in de oorspronkelijke positie en
druk deze omlaag vast.
DAU33032De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Mat op de voetplaat
1. Kap koelvloeistofreservoir
1
1
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.18 L (0.19 US qt, 0.16 Imp.qt)
1
UBY3D0D0.book Page 13 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 77 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
7-14
7
DAU78574
Luchtfilter en luchtfilterelemen-
ten in de V-snaarbehuizing
Het luchtfilterelement en het luchtfilterele-
ment van het secundaire luchtfilter moeten
worden vervangen en het pre-luchtfilterele-
ment en het luchtfilterelement van de V-
snaarbehuizing moeten worden gereinigd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Reinig de luchtfilterelementen vaker als u in
zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt. Ver-
der moet de aftapslang van het luchtfilter
regelmatig worden gecontroleerd en gerei-
nigd.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Controleer of zich in de slang aan de
achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
OPMERKING
Als vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment op overmatig vuil of beschadiging en
vervang het indien nodig.
Vervangen van het luchtfilterelement en
filterelement van het secundaire luchtfil-
ter en reinigen van het filterelement van
het pre-luchtfilter
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de rubber pluggen.
3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
4. Trek het luchtfilterelement en filterele-
ment van het secundaire luchtfilter
naar buiten.
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Rubber plug
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1
1
2
2
2 2
UBY3D0D0.book Page 14 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 78 of 114

Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
7
5. Breng een nieuw filterelement voor het
secundaire luchtfilter aan in het lucht-
filterdeksel.
6. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zorg ervoor dat het filterelement
goed aanligt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uitgenomen,
hierdoor kunnen de zuiger(s) en/of
cilinder(s) overmatig versleten ra-
ken.
[DCA10482]
7. Trek het pre-luchtfilterelement naar
buiten en blaas vervolgens het vuil
weg met perslucht zoals getoond.8. Controleer het pre-luchtfilterelement
op beschadiging en vervang het in-
dien nodig.
9. Breng het pre-luchtfilterelement aan in
het luchtfilterdeksel.
10. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
OPMERKING
De lange schroef moet worden aange-
bracht zoals getoond.
1. Luchtfilterelement
1. Filterelement secundair luchtfilter
2. Luchtfilterdeksel
1
1
2
1. Filterelement pre-luchtfilter
2. Luchtfilterdeksel
1
2
UBY3D0D0.book Page 15 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 79 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
7-16
7
11. Breng de rubber pluggen aan.
Reinigen van het luchtfilterelement in de
V-snaarbehuizing
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel. (Zie het
vorige gedeelte.)
3. Verwijder de schroeven van het deksel
van de V-snaarbehuizing.
4. Verwijder de bouten van het luchtfil-
terhuis.5. Til het luchtfilterhuis iets op, verwijder
de bedrading van de achterwielsensor
uit de houder en verwijder het deksel
van de V-snaarbehuizing.
6. Verwijder het luchtfilterdeksel op de
V-snaarbehuizing door de bouten los
te halen.
7. Verwijder het luchtfilterelement en
blaas vervolgens het vuil weg met
perslucht vanaf de schone zijde zoals
getoond.
1. Lange schroef
1. Schroef
1. Bout
1
1
1
1
1. Bedrading achterwielsensor
2. Kabelhouder
1. Luchtfilterdeksel v-snaarbehuizing
2. Bout
1
22
1
2
2
UBY3D0D0.book Page 16 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM
Page 80 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
7-17
78. Controleer het luchtfilterelement in de
v-snaarbehuizing op beschadiging en
vervang indien nodig.
9. Plaats het element in de V-snaarbe-
huizing.
10. Monteer het luchtfilterdeksel van de
V-snaarbehuizing door de bouten aan
te brengen.
11. Plaats de bedrading van de achter-
wielsensor in de houder bij de witte
markering op de draad zoals getoond.12. Breng de bouten van het luchtfilter-
huis aan en zet de bouten dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
13. Monteer het deksel van de V-snaarbe-
huizing door de schroeven aan te
brengen.
14. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
1. Schone zijde
1
1
1. Bedrading achterwielsensor
2. Witte markering
3. Kabelhouder
Aanhaalmoment:
Bout:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
1
33
22
3
2
2
3
UBY3D0D0.book Page 17 Tuesday, August 29, 2017 9:46 AM