Page 33 of 96
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-19
3
Bestuur derszad el
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de middenkap door de schroeven te verwijderen.
3. Verwijder het bestuurderszadel door de bouten los te halen. Til de achterzij-
de van het bestuurderszadel omhoog
en trek het zadel naar achteren.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals afgebeeld en plaats
het zadel in de oorspronkelijke positie. 2. Breng de bouten van het bestuurders-
zadel aan.
3. Monteer de middenkap door de schroeven aan te brengen.
4. Installeer het duozadel.
OPMERKING
Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1. Middenkap
2. Schroef
1. Bestuurderszadel
2. Bout
1 2
1
2
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
UB9AD0D0.book Page 19 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 34 of 96
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-20
3
DAU62930
Helmb evestigin g
De helmbevestigingen bevinden zich aan
de onderzijde van het duozadel.
Om een helm aan een helm bevesti gin g
te bevesti gen
1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina 3-18.)
2. Maak een helm vast aan een helmbe-
vestiging en breng dan het duozadel
stevig aan. WAARSCHUWING! Ga
nooit rij den met een helm vast ge-
maakt aan de helm bevesti gin g,
aan gezien de helm o bjecten kan ra-
ken met mo gelijk verlies van d e
controle over de machine en een
on geval tot gevol g.
[DWA10162]
Om een helm los te maken van de helm-
b evesti gin g
Verwijder het duozadel, neem de helm los
van de helmbevestiging en breng het zadel
weer aan.
1. Helmbevestiging
1. Helm
2. Duozadel
1
2 1
UB9AD0D0.book Page 20 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 35 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
3
DAU62550
Op ber gcompartiment
Het opbergcompartiment bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-18.)
Als documenten of andere voorwerpen in
het opbergcompartiment worden opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de machine dat geen water het opberg-
compartiment kan binnendringen.
WAARSCHUWING
DWA15401
Overschrij d het maximumlaa dgewicht
van 160 k g (353 l b) voor de machine niet.
DAU68141
Afstellen van d e schokdem-
perunit
Deze schokdemper is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.
Stel de veervoorspanning als volgt af. 1. Verwijder de kettingbeschermer door
de bouten en flensbussen los te halen.
2. Draai om de veervoorspanning te ver- hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
z Zet de gewenste inkeping in de
stelring tegenover de positie-in-
dicator op de schokdemper.
z Verricht de afstelling met de spe-
ciale sleutel met het verlengstuk
in de boordgereedschapsset.1. Opbergcompartiment
1
1. Kettingbeschermer
2. Bout en flensbus
2
1
UB9AD0D0.book Page 21 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 36 of 96
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-22
3
3. Monteer de kettingbeschermer door
de flensbussen en bouten aan te bren-
gen, en zet dan de bouten vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
DAU15152
Bagag eriem bevesti gin g
Aan elke passagiersvoetsteun zit een baga-
geriembevestiging.
1. Verlengstuk
2. Speciale sleutel
3. Stelring veervoorspanning
4. Positie-indicator
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht): 1
Standaard:
3
Maximum (hard): 7
Aanhaalmoment: Bout kettingbeschermer:10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
7654321
4
(b)
(a)
32
1
1. Bagageriembevestiging
1
UB9AD0D0.book Page 22 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 37 of 96

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-23
3
DAU15306
Zijstand aard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl d e zijstandaar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daarom
re gelmati g en laat het repareren door
een
Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU66730
Startspersysteem
Het startblokkeringssysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar , de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
z Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
z Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
z Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
UB9AD0D0.book Page 23 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 38 of 96

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-24
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2.
De motorstopknop moet in de stand
“ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een
Yamaha dealer het systeem te
controleren.
JA NEE
JANEE
JANEE
UB9AD0D0.book Page 24 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 39 of 96

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-1
4
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval
of scha de. Rij d niet met de machine als u een pro bleem he bt g evon den. Als een pro-
b leem niet kan wor den op gelost via d e procedures in d eze handleid ing, laat de ma-
chine dan nazien d oor een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLESPAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en controleer
de slangaansluitingen. 3-16,
3-17
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-9
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-12
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-21,
6-22
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-21,
6-22
UB9AD0D0.book Page 1 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM
Page 40 of 96

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
Koppelin g • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij. 6-19
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-15,
6-26
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
6-26
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig. 6-23,
6-25
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 6-16,
6-18
Rem- en schakelpe da-
len • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-27
Rem- en koppelin gs-
hend els • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-27
Zijstan daar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt. 6-28
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
tin g, si gnalerin gssy-
steem en schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-23
ITEM CONTROLES PAGINA
UB9AD0D0.book Page 2 Wednesday, July 5, 2017 1:19 PM