2163-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)
OPMERKING
■Voorzorgsmaatregelen touchless- sensor (auto's met elektrisch bedien-
bare achterklep met touchless-functie)
De touchless-sensor bevindt zich achter aan de onderzijde van het midden
van de achterbumper. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in a cht om
ervoor te zorgen dat de touchless-functie van de elektrisch bedienbare ach-
terklep goed werkt:
● Houd de onderzijde van het midden van de achterbumper te allen tijde
schoon.
Als de onderzijde van het midden van de achterbumper vuil is of bedekt is
met sneeuw, werkt de touchless-sensor mogelijk niet. Verwijder in dat
geval het vuil of de sneeuw, verplaats de auto en controleer ve rvolgens of
de touchless-sensor werkt.
Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de sensor niet werkt.
● Breng geen coatings die een vochtaantrekkend effect hebben of a ndere
coatings aan op de onderzijde van het midden van de achterbumpe r.
● Parkeer de auto niet in de buurt van objecten die kunnen bewege n en in
contact kunnen komen met de onderzijde van het midden van de ac hter-
bumper, zoals gras of bomen.
Als de auto enige tijd geparkeerd is in de buurt van objecten d ie kunnen
bewegen en in contact kunnen komen met de onderzijde van het midden
van de achterbumper, zoals gras of bomen, werkt de touchless-sensor
mogelijk niet. Verplaats in dat geval de auto en controleer ver volgens of
de touchless-sensor werkt. Laat de auto nakijken door een erken de
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige als de sensor niet werkt.
●
Stel de touchless-sensor en zijn omgeving niet bloot aan kracht ige schokken.
Als de touchless-sensor of zijn omgeving blootgesteld zijn aan krachtige
schokken, werkt de touchless-sensor mogelijk niet goed meer. La at de
auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa rateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als
de touchless-sensor in de volgende situaties niet werkt.
• De touchless-sensor of zijn omgeving zijn blootgesteld aan kra chtige
schokken.
• Er zitten krassen of beschadigingen op de onderzijde van het m idden
van de achterbumper.
● Demonteer de achterbumper niet.
● Breng geen stickers aan op de achterbumper.
● Breng geen lak aan op de achterbumper.
● Deactiveer de touchless-sensor als er op de elektrisch bedienba re achter-
klep een fietsendrager of een vergelijkbaar zwaar onderdeel gem onteerd
is. ( →Blz. 831)
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 216 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
2203-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)●
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit zijn
bevestigd
● Wanneer de elektronische sleutel in de buurt van een batterijlader of elek-
tronische apparaten wordt gehouden
■ Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de grond of op een hoge
plaats, of te dicht bij het midden van de achterbumper, als de achterklep
wordt geopend.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, de hoedenplank of de
laadvloer, of in een portiervak of het dashboardkastje als de m otor wordt
gestart of de stand van de startknop wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waarge nomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, waardoor de elektronische sle utel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden vergrendeld en ont-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de p ortieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan de motor
mogelijk gestart worden als de elektronische sleutel zich in de buurt van de
ruit bevindt.
● Als de sleutel zich binnen het ontvangstgebied bevindt en er ee n grote hoe-
veelheid water op de portiergreep terechtkomt (bijvoorbeeld tij dens een
zware regenbui of het wassen van de auto), kunnen de portieren worden
ontgrendeld of vergrendeld. (Als de portieren niet worden geope nd en
gesloten, worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer ver-
grendeld.)
● Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te verg rendelen
terwijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt,
bestaat de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worde n door de
instapfunctie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrende-
len.)
● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen d raagt,
kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk
niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrende lsensor
opnieuw aan.
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 220 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
2213-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)●
Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd met de vergrendelsensor, worden
maximaal tweemaal achter elkaar identificatiesignalen getoond. Vervolgens
worden geen identificatiesignalen gegeven. (indien aanwezig)
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hierond er bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( →Blz. 219)
● Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep
wordt nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding
weergegeven op het multi-informatiedisplay en klinkt er een zoe mer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en ra ak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde va n de por-
tiergreep.
● Het plotseling bedienen van de handgreep of het bedienen van de hand-
greep direct nadat u het effectieve bereik bent binnengestapt, kan ontgren-
deling van de portieren belemmeren. Raak de ontgrendelsensor va n het
portier aan en controleer of de portieren worden ontgrendeld vo ordat u
opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als u de portiergreep vastpakt terwijl u handschoenen draagt, w orden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detecti egebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portier en nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgesc hakeld.
( →Blz. 827)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronisc he sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht niet juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt wellicht niet.)
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 221 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
2853-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt iedere keer wanneer het contact AAN wordt geze t inge-
schakeld.
Druk op de toets om de functie uit te schakelen. (Het controlelampje gaat
ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 285 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
297
4Rijden
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto .
.............. 298
Lading en bagage ................ 310
Rijden met een aanhangwagen ....... ........... 312
4-2. Rijprocedures
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem en
startknop) ........................... 325
Startknop (auto's met Smart entry-systeem en
startknop) ........................... 328
Automatische transmissie (met S-modus) ................... 335
Automatische transmissie
(met M-modus) .................. 342
Multidrive CVT...................... 350
Handgeschakelde
transmissie......................... 359
Richtingaanwijzer- schakelaar ......................... 363
Parkeerrem .......................... 364
DPF-roetfilter (Diesel Particulate Filter)/
DPNR-katalysator
(Diesel Particulate-NOx
Reduction) ........ ................. 365
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar .................... 367
Automatic High Beam-
systeem ....... ...................... 372
Schakelaar mistlampen ........ 376
Ruitenwissers
en -sproeiers ...................... 378
Achterruitenwisser en -sproeier........................ 382
4-4. Tanken
Openen van de tankdop .......384
4-5. Gebruik van de ondersteunende
systemen
Toyota Safety Sense ............387
PCS (Pre-Crash Safety-
systeem) .............................399
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) ......414
RSA (Road Sign Assist) .......423
Dynamic Radar Cruise Control ................................428
Cruise control .......................441
Snelheidsbegrenzer..............445
Toyota Parking Assist-sensor ......................448
Schakelaar permanente vierwielaandrijving
(AWD-uitvoeringen) ............457
Stop & Start-systeem............458
Downhill Assist Control .........470
BSM (Blind Spot Monitor) .....472
• De Blind Spot Monitor-functie............... 479
• De Rear Crossing Traffic Alert-functie ........ 482
Ondersteunende
systemen ............................485
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ................492
Voorzorgsmaatregelen
bij terreinauto's .. .................496
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 297 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
367
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)
Lichtschakelaar
Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volg t in te
schakelen:
Met sensor koplampregeling
De parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De koplampen, dagrijver-
lichting ( →Blz. 370) en alle
verlichting die hierboven
genoemd is, worden auto-
matisch in- en uitgescha-
keld.
Wanneer het contact AAN
staat.
De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden
bediend.
Bedieningsinstructies
1
2
3
De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. ( →Blz. 370)4
(indien aanwezig)
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 367 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
3684-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)
Zonder sensor koplampregelingDe parkeerlichten voor,
achterlichten, kenteken-
plaat- en dashboardver-
lichting gaan branden.
De koplampen en alle hier-
boven genoemde verlich-
ting gaan branden.
De dagrijverlichting wordt
ingeschakeld. ( →Blz. 370)
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplampen in- of uitgeschakeld.
1
2
3
Inschakelen van het grootlicht
1
2
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 368 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM
3704-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
RAV4_OM_OM42B70E_(EE)
Dankzij dit systeem kunnen de koplampen gedurende 30 seconden
worden ingeschakeld wanneer het contact UIT wordt gezet.
Trek, nadat het contact UIT is
gezet, de hendel naar u toe en
laat hem los terwijl de lichtschake-
laar in de stand of staat.
Trek de hendel naar u toe en laat
hem weer los om de verlichting uit
te schakelen.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de moto r wordt
gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschake laar uit of in
de stand . (Brandt helderder dan de parkeerlichten voor.) Dagri jverlichting
is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
Follow Me Home-systeem
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
RAV4_OM_OM42B70E_(EE).book Page 370 Thursday, July 6, 2017 9 :19 AM