228
2-2. Instrumentenpaneel
86_EE (OM18089E)
■
Controlelampjes
De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfs-
status van de verschille nde systemen van de auto.
Controlelampje richting-
aanwijzers (Blz. 219)Schakelstandindicator
(Blz. 216)
(Auto's met handgeschakelde transmissie)
Controlelampje groot-
licht ( Blz. 254)Schakeladviesindicator
(Blz. 216)
(Auto's met handgeschakelde transmissie)
Controlelampje mistlam-
pen voor ( Blz. 259)
(Blauw)
(indien
aanwezig)
Controlelampje
lage koelvloeistof-
temperatuur
Controlelampje
mistachterlicht
( Blz. 259)Controlelampje
Traction Control
(Blz. 269)
Controlelampje
antidiefstalsysteem
(B l z . 111 )Controlelampje Hill Start
Assist Control AAN
(Blz. 275)
(indien aan-
wezig)
Controlelampje Smart
entry-systeem met
startknop ( Blz. 196)Controlelampje
TRC OFF ( Blz. 269)
Schakelstandindicator
en schakelbereik-
indicator (Blz. 209)
Controlelampje
VSC OFF ( Blz. 270)
(Auto's met een automatische transmissie)
Schakeladviesindicator
(Blz. 211, 213)Controlelampje
TRACK ( Blz. 270)
(Auto's met een automatische transmissie)
Controlelampje SPORT
(Blz. 210)
(indien
aanwezig)
Toerentalindicator
( Blz. 186)
(Auto's met een automatische transmissie)
*2
*1, 3
*3
*1
*1
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 228 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
268
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
86_EE (OM18089E)
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in w er-
king treden als de omstandighede n daar om vragen. Houd er echter
rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in
al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
■ ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te voorkomen bij plotseling r emmen
of remmen op een glad wegdek
■ Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat het rempedaal is ingetra pt als
het systeem oordeelt dat er sprake is van een noodstop
■ VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder controle te houden bij uitwij kma-
noeuvres en het maken van bochten op een glad wegdek
■ TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht behouden blijft en voorkomt dat de
aangedreven wielen gaan doorslippen bij het wegrijden met de au to of
bij het accelereren op een glad wegdek.
Het TRC-systeem is ook uitgerust met een remfunctie van het dif feren-
tieel met beperkte slip.
■ Hill Start Assist Control
Blz. 275
■EPS (elektrische s tuurbekrachtiging)
Maakt gebruik van een elektromotor om de benodigde kracht voor het
ronddraaien van het stuurwiel te verminderen
■ Noodstopsignaal
Als het rempedaal plotseling wordt ingetrapt, gaan de alarmknip perlich-
ten automatisch snel knipperen om het achteropkomende verkeer t e
waarschuwen.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 268 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
269
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
Als het TRC-/VSC-sys
teem in werking is
Het controlelampje Traction Con-
trol knippert wanneer het TRC-
systeem (remfunctie differenti-
eel met beperkte slip)/VSC-sys-
teem in werking is.
Uitschakelen van het TRC-systeemAls u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het
TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen
beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk ma k-
kelijker los krijgen door te ‘schommelen’.
In dit geval blijft de remfunctie van het differentieel met bep erkte slip
ingeschakeld.
Schakel de TRC uit door de toets
snel in te drukken en weer los te
laten.
Het controlelampje TRC OFF
gaat branden.
Druk nogmaals op de toets om
het systeem weer in te schakelen.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 269 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
274
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
86_EE (OM18089E)
WAARSCHUWING
■
Wanneer de VSC en/of de remfunctie van het differentieel met be perkte
slip is ingeschakeld
Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roeke-
loos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzi chtig als het
controlelampje knippert.
■ Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek
aan. Schakel de TRC en de VSC alleen in geval van nood uit, aan gezien
deze systemen zorgdragen voor de voertuigstabiliteit en het aan drijfvermo-
gen.
■ Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde m erk zijn en
hetzelfde profiel en draagvermogen hebben. Controleer verder of alle ban-
den de aanbevolen spanning hebben.
Het ABS-, TRC- en VSC-systeem werken niet goed als er verschill ende ban-
den onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor
meer informatie over het vervangen van de banden of wielen.
■ Omgaan met banden en wielophanging
Problemen met de banden of wijzigingen aan de wielophanging hebben een
negatief effect op de ondersteunende systemen en kunnen een sto ring ver-
oorzaken.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 274 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
275
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
Hill Start Assist Control
De Hill Start Assist Control houdt de remkracht enige tijd in stand om
het vooruit helling op wegrijden of het achteruit helling af we grijden
te vergemakkelijken. Als de Hill Start Assist Control is uitgescha-
keld, schakel het dan in om het systeem te activeren. De ingesc ha-
kelde/uitgeschakelde status blijft opgeslagen als de motor de
volgende keer wordt gestart.
Het controlelampje Hill Start
Assist Control AAN brandt als
het systeem is ingeschakeld
en knippert als het systeem in
werking is.
■ Inschakelen van de Hill Start Assist Control
Zet uw auto stil op een vlakke, veilige plaats.
Zorg dat de parkeerrem geactiveerd is.
Zet de motor af door het contact UIT te zetten.
Start de motor en controleer of het waarschuwingslampje
ABS en het controlelampje Traction Control uit zijn.
Houd gedurende onge-
veer 30 seconden ingedrukt.
Controleer of de controlelamp-
jes VSC OFF en TRC OFF
beide branden en vervolgens
doven
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 275 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
278
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
86_EE (OM18089E)
■
Opmerkingen met betrekking tot de Hill Start Assist Control
● Er kan een lichte schok voelbaar zijn als na het achteruit wegr ijden met
de selectiehendel in stand R vooruit wordt gereden.
● Als het remvermogen van de Hill Start Assist Control onvoldoend e is,
trap dan het rempedaal in.
● Trap het rempedaal in als de auto stilstaat.
■ Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig wanneer
In de volgende situaties is er mogelijk een storing aanwezig in het systeem.
Laat uw auto nakijken door een Toyota-dealer.
● Het controlelampje Traction Control brandt.
● Het controlelampje Hill Start Assist Control AAN gaat uit en er klinkt een
zoemer.
WAARSCHUWING
■ Voorzorgsmaatregelen Hill Start Assist Control
● Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start Assist Control. De Hill Start Assist
Control werkt mogelijk niet effectief op steile hellingen en op met ijs
bedekte wegen.
● In tegenstelling tot de parkeerrem is de Hill Start Assist Cont rol niet
bedoeld om de auto gedurende langere tijd op zijn plaats te hou den.
Gebruik de Hill Start Assist Control niet om de auto op een hel ling op zijn
plaats te houden omdat dat kan leiden tot een ongeval.
● Zet de motor niet af als de Hill Start Assist Control in werking is: de Hill
Start Assist Control zal dan worden uitgeschakeld wat tot een o ngeval zou
kunnen leiden.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 278 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
5
419
5-2. Stappen die
genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
86_EE (OM18089E)
Laat uw auto onmi ddellijk controleren.
Het niet laten onderzoeken van de oorzaak van de volgende waar-
schuwingen kan leiden tot een abnormale werking van het systeem
en mogelijk een ongeval veroorzak en. Laat uw auto direct controle-
ren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificee rde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details
Motorcontrolelampje Geeft aan dat er een storing is in:
• Het elektronische motorregelsysteem;
• De elektronische smoorklepregeling;
• Het elektronische regelsysteem van de automatische transmissie.
Waarschuwingslampje SRS Geeft aan dat er een storing is in:
• Het SRS-airbagsysteem;
• Het gordelspannersysteem.
Waarschuwingslampje ABS Geeft aan dat er een storing is in:
•Het ABS;
• Het Brake Assist-systeem.
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer)
elektrische stuurbekrachtiging Geeft aan dat er een storing is in de elektrische
stuurbekrachtiging.
Controlelampje Traction Control Geeft aan dat er een storing is in:
• Het VSC-systeem;
• Het TRC-systeem;
• De Hill Start Assist Control.
Waarschuwingslampje automatische verticale
koplampverstelling Geeft een storing aan in de automatische verticale
koplampverstelling.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 419 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
512
86_EE (OM18089E)
Lijst met afkortingen
Lijst met afkortingen/acroniemen
AFKORTINGENBETEKENIS
ABS Antiblokkeersysteem
ACC Accessoires
AI-SHIFT Artificial Intelligence Shift
CRS Child Restraint System (baby- en kinderzitjes)
DISP Display
ECU Electronic Control Unit (elektronische module)
EDR Black box
ELR Blokkeerautomaat
EPS Electric Power Steering (elektrische
stuurbekrachtiging)
LED Light Emitting Diode (lichtgevende diode)
Differentieel met
beperkte slip Limited Slip Differential (differentieel
met beperkte slip)
SRS Supplemental Restraint System
(aanvullend veiligheidssysteem)
TPMS Waarschuwingssysteem bandenspanning
TRC Traction Control
VIN Voertuigidentificatienummer
VSC Vehicle Stability Control
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 512 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM