40
1-2. Openen, sluiten en vergren
delen van de portieren en de achterklep
86_EE (OM18089E)
■Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie van de
elektronische sleutel wordt echter mogelijk vastgesteld dat de sleutel in de
auto is. In dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■ Energiebesparende functie
De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de
batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wan neer de auto
gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de po rtieren met
het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden .
• De elektronische sleutel bevindt zich gedurende 10 minuten of langer
op een afstand van ongeveer 2 m van de auto.
• Het Smart entry-systeem met startknop is gedurende 5 dagen of langer
niet gebruikt.
● Als het Smart entry-systeem met startknop gedurende 14 dagen of lan-
ger niet gebruikt is, kunnen de portieren alleen via het bestuurdersportier
worden ontgrendeld.
Pak in dat geval de greep van het bestuurdersportier vast of gebruik de
afstandsbediening of de mechanische sleutel om de portieren te ontgren-
delen.
AlarmSituatieCorrectieprocedure
Het alarm in
de auto klinkt
continu Het contact werd in stand
ACC gezet terwijl het
bestuurdersportier
geopend was (of het
bestuurdersportier werd
geopend terwijl het contact
in stand ACC stond). Zet het contact UIT en
sluit het bestuurders-
portier.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page
40 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
91
1
1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel)
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
Veiligheidsgordels
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheids-
gordel dragen.
■ Juist gebruik van de veiligheidsgordels
●Trek de schoudergordel zo
ver naar buiten dat de gor-
del goed tegen de schouder
aan ligt en niet van de
schouder af glijdt of tegen
de nek aan ligt.
● Plaats het heupgedeelte
van de gordel zo laag
mogelijk over de heupen.
● Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel
zitten met uw rug stevig
tegen de leuning.
●Zorg ervoor dat de veilig-
heidsgordel niet gedraaid zit.
■Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Doe de veiligheidsgordel om
Duw de gesp in de gordelslui-
ting totdat u een klikgeluid
hoort.
Maak de veiligheidsgordel
los
Druk op de ontgrendelknop.Ontgrendelknop
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 91 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
97
1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel)
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
WAARSCHUWING
■
Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doo rdat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het por tier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op besc hadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogel ijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de go rdel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstige aanrijding, ook al is er geen zicht-
bare schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijdere n, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren do or een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Een onjuiste beha ndeling
van de gordelspanner kan de werking in negatieve zin beïnvloede n, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
■ Gebruik van de gordelgeleider
● Zorg er altijd voor dat de gordel niet is gedraaid en vrij door de geleider
kan lopen.
● Zet de knop van de gordelgeleider altijd vast, ongeacht of de g eleider
wordt gebruikt of niet.
● Ga niet aan de geleider hangen en trek er niet krachtig aan.
■ Voordat u de veiligheidsgordels achter gebruikt
Controleer of de veiligheidsgordel niet
vastzit in de rugleuning of gedraaid zit in
een van de haken waarmee de rugleu-
ning wordt vastgezet. Anders kan de vei-
ligheidsgordel mogelijk niet goed worden
vastgemaakt of niet goed werken bij een
aanrijding, waardoor ernstig letsel kan
ontstaan.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 97 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
169
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
Plaatsen van een baby- of ki
nderzitje met behulp van
een veiligheidsgordel
■ Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje/kinderzitje
Plaats het zitje zodanig op de
achterstoel dat het kind naar
achteren kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het baby- of kinderzitje en steek
de gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Volg de aanwijzingen in de mon-
tagehandleiding van het baby- of
kinderzitje en zet het zitje goed
vast.
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel,
zet het zitje dan vast met een
blokkeerclip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren e n
naar voren om te control eren of het goed vastzit.
STAP1
STAP2
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 169 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
170
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18089E)
■
In de rijrichting geplaatst kinderzitje
Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrichting
kijkt.
Voer de veiligheidsgordel door
het baby- of kinderzitje en steek
de gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Volg de aanwijzingen in de mon-
tagehandleiding van het baby- of
kinderzitje en zet het zitje goed
vast.
Als uw baby- of kinderzitje niet is
voorzien van een vergrendelsys-
teem voor de veiligheidsgordel,
zet het zitje dan vast met een
blokkeerclip.
Beweeg het baby- of kinderzitje na het plaatsen naar achteren e n
naar voren om te control eren of het goed vastzit.
STAP1
STAP2
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 170 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
171
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
■
Zitkussen
Plaats het baby- of kinderzitje
zodanig op de stoel dat het kind
in de rijrichting kijkt.
Plaats het kind in het kinderzitje.
Zet het kinderzitje vast met de
veiligheidsgordel en steek de
gesp in de gordelsluiting. Contro-
leer of de gordel niet gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel
goed over de schouder van het
kind loopt en het heupgedeelte zo
laag mogelijk ligt. (Blz. 91)
STAP1
STAP2
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 171 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
172
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18089E)
Verwijderen van een ba
by- of kinderzitje dat is vastgezet met
een veiligheidsgordel
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
Plaatsen met ISOfix-bevestigingssysteem
(ISOfix-baby- of kinderzitje)
Bevestig de gespen aan de spe-
ciale stangen.
Als het kinderzitje een bovenste
gordel heeft, moet deze worden
vastgezet aan de bevestigings-
steun.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 172 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
177
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
WAARSCHUWING
■
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kin derzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller /repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schou dergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schou der van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een ongeval erns tig letsel
oplopen.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de gord el om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt , knip de
gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en na ar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■ Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan
de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten o f er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controlee r of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind o f een andere pas-
sagier bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval ernstig letsel oplopen.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 177 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM