5
1
9 8
7 5 4
3
2
C-HR_OM_Europe_OM10571E
6
5-6. Gebruik van Bluetooth®-
apparaten
Bluetooth
®-audio/telefoon..573
Gebruik van de stuurwielschakelaars .......580
Registreren van een Bluetooth
®-apparaat ........581
5-7. Menu SETUP (instellingen) Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(“Bluetooth*”-menu) .........582
Gebruik van het menu SETUP (instellingen)
(menu PHONE of TEL) ....587
5-8. Bluetooth
®-audio
Bedienen van een Bluetooth
® compatibele
draagbare speler .............591
5-9. Bluetooth
®-telefoon
Bellen .................................595
Ontvangen van een telefoongesprek ...............597
Voeren van een telefoongesprek ...............598
5-10. Bluetooth
®
Bluetooth®.........................600 6-1. Gebruik van de
airconditioning en de
achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ................. 620
Automatische airconditioning ................. 627
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .............. 639
6-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting ........... 642
• Interieurverlichting ........ 643
• Leeslampjes ................. 643
6-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van opbergmogelijkheden...... 645
• Dashboardkastje ........... 646
• Consolevak .................. 646
• Fleshouders ................. 647
• Bekerhouders .............. 648
Voorzieningen in de bagageruimte .................. 649
6-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het
interieur
Overige voorzieningen in het interieur ................. 657
• Zonnekleppen .............. 657
• Make-upspiegels .......... 657
• Klok .............................. 658
• Accessoireaansluiting .. 659
• Handgrepen ................. 660
6Voorzieningen
in het interieur
*: Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 5 Monday, March 19, 2018 4 :17 PM
17Overzicht
C-HR_OM_Europe_OM10571EMulti-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 138, 142
Als er een waarschuwingsmelding of indicator verschijnt . . . Blz. 769
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . .Blz. 299
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 309
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 309
Mistlampen voor
*5/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32 0
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 322
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier
*5. . . . . . . . .Blz. 327
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 322, 327
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 692
Koplampsproeiers
*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . B lz. 323
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 746
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 678
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 238
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 620, 627
Gebruik (handmatig bediende airconditioning) . . . . . . . . . . . Blz. 620
Gebruik (automatische airconditioning) . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 627
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 622, 630
Stoelverwarming
*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 639
Audiosysteem
*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 528
Navigatie-/multimediasysteem
*5, 6
Reisinformatie/historische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 152
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met kleurendisplay
*4: Auto's met Multidrive CVT
*5: Indien aanwezig
*6: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of multimediasy steem
de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.boo k Page 17 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
25Overzicht
C-HR_OM_Europe_OM10571EMulti-informatiedisplay . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 138, 142
Als er een waarschuwingsmelding of indicator verschijnt . . . Blz. 769
Richtingaanwijzerschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . .
. . . . .Blz. 299
Lichtschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 309
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 309
Mistlampen voor
*5/mistachterlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 32 0
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers . . . . . . . . . . . . . .Blz. 322
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier
*5. . . . . . . . .Blz. 327
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 322, 327
Bijvullen van ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 692
Schakelaar alarmknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 746
Ontgrendelingshendel motorkap . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 678
Ontgrendelingshendel stuurverstelling . . . . . . . . . . . . . .Blz. 238
Airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 620, 627
Gebruik (handmatig bediende airconditioning) . . . . . . . . . . . Blz. 620
Gebruik (automatische airconditioning) . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 627
Achterruitverwarming. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 622, 630
Stoelverwarming
*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 639
Audiosysteem
*5 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Blz. 528
Navigatie-/multimediasysteem
*5, 6
Reisinformatie/historische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Blz. 152
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met kleurendisplay
*4: Auto's met Multidrive CVT
*5: Indien aanwezig
*6: Raadpleeg bij auto's met een navigatiesysteem of
multimediasysteem de handleiding voor het navigatie- en multime diasysteem.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 25 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
2744-1. Voordat u gaat rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Belangrijke punten met betre
kking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertui gen veelvuldig in uw spiegels. V ermin-
der vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u ziet
dat de aanhangwagen gaat slingeren. Houd tijdens het remmen het
stuurwiel altijd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoend e tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Multidrive CVT
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen, mag de transmissie niet in sta nd
D staan en moet de transmissie in stand M of in de 4e versnelli ng of
een lagere versnelling staan. ( →Blz. 290)
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, o m maximaal te kunnen profitere n
van de motorremwerki ng en de laadstroom.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bi j
buitentemperaturen hoger dan 30°C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvl oeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schak el dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veili ge plaats tot stilstand. (→Blz. 821)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan -
hangwagen. Activeer de parkeerrem goed en zet de selectiehendel
in stand P (Multidrive CVT) en de 1e versnelling of stand R (ha nd-
geschakelde transmissie).
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 274 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
4234-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■Werkingsvoorwaarden
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• De voorruitverwarming wordt uitgeschakeld.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De selectiehendel staat in stand N.
• De motorkap is gesloten.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet u itge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een s toring van het
Stop & Start-systeem.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperat uur
hoog of laag is.
• De accu is niet voldoende opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedu-
rende lange tijd is geparkeerd en de ladingstoestand afgenomen is, als
de elektrische belasting hoog is, als de accutemperatuur extree m laag is
of als de accu verouderd is of periodiek wordt opgeladen.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veel vuldig
tot stilstand.
• De auto rijdt op grote hoogte.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloei stof is
extreem laag of hoog.
• De temperatuur van de accuvloeistof is extreem laag of hoog.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgenomen en weer aangeslo ten.
• Enige tijd na het vervangen van de accu.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 423 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
4244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E●
Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch her start
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (R ijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• De voorruitverwarming wordt ingeschakeld.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt ingedruk t.
• De auto begint te rollen op een helling.
● Onder de volgende omstandigheden wordt de motor automatisch her start
wanneer deze is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem. (R ijd met de
auto om ervoor te zorgen dat de motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt gebruikt.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
■ Motorkap
●Zelfs als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap
wordt geopend, slaat de motor af en kan de motor niet worden ge start door
de automatische motorstartfunctie. Start in dat geval de motor volgens de
normale startprocedure. ( →Blz. 277, 280)
● Als de motorkap wordt gesloten nadat de motor is gestart terwij l de motor-
kap was geopend, werkt het Stop & Start-systeem niet. Sluit de motorkap,
zet het contact UIT, wacht ten minste 30 seconden en start verv olgens de
motor.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 424 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
4254-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Gebruik van het Stop & Start-systeem
●Als de motor wordt uitgezet door het Stop & Start-systeem en de selectie-
hendel in een andere stand dan N wordt gezet terwijl het koppelingspedaal
niet is ingetrapt, klinkt er een zoemer en gaat het controlelam pje van het
Stop & Start-systeem knipperen. Dit geeft aan dat de motor alle en is uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem en niet helemaal is uitg ezet.
● Wanneer het systeem niet werkt, wordt geannuleerd of een storin g heeft,
worden waarschuwingsmeldingen en een waarschuwingszoemer gebrui kt
om de bestuurder te informeren. ( →Blz. 762)
● Wanneer de motor wordt herstart door het Stop & Start-systeem, is de
accessoireaansluiting mogelijk tijdelijk niet bruikbaar. Dit du idt echter niet op
een storing.
● Het plaatsen en verwijderen van elektrische onderdelen en draadloze appa-
raten is mogelijk van invloed op het Stop & Start-systeem. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskundige.
■ Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door h et Stop &
Start-systeem
Schakel de voorruitverwarming in. (De motor wordt gestart door de automati-
sche startfunctie van de motor.): →Blz. 630
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van h et Stop & Start-
systeem om het systeem uit te schakelen.
■ Wanneer er een geur vrijkomt uit d e airconditioning als de motor is uit-
gezet door het Stop & Start-systeem
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen.
■ Airconditioning terwijl de motor door het Stop & Start-systeem is uitge-
schakeld
● Als de airconditioning wordt gebruikt in de automatische stand, wordt de
aanjagersnelheid mogelijk beperkt of wordt de aanjager uitgesch akeld ter-
wijl de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem om veranderin-
gen in de temperatuur in de auto te beperken.
● Schakel het Stop & Start-systeem uit door de uitschakeltoets va n het Stop &
Start-systeem in te drukken om de prestaties van de airconditio ning te
garanderen als de auto stilstaat.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 425 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
4264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Wijzigen van de tijd voor uitschakeling bij stilstand bij ingeschakelde air-
conditioning
De werkingsduur van het Stop & Start-systeem als de airconditio ning is inge-
schakeld, kan als volgt worden gewijzigd. (De werkingsduur van het Stop &
Start-systeem als de airconditioning is uitgeschakeld, kan niet worden gewij-
zigd.)
● Wijzigen van de instelling via het multi-informatiedisplay
Gebruik de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om “
Instellingen” te selecteren en druk op . ( →Blz. 142)
● Wijzigen van de instelling via de uitschakeltoets van het Stop & Start-sys-
teem
Telkens wanneer de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem gedu-
rende ten minste 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, schakelt h et sys-
teem tussen standaard en verlengd. De systeemstatus kan worden
gecontroleerd op het instelscherm op het multi-informatiedispla y.
( →Blz. 142)
■ Beveiligingsfunctie van het Stop & Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog staat, wordt het audiosysteem
mogelijk automatisch uitgeschakeld om het stroomverbruik te bep erken. Zet
als dit gebeurt het contact UIT, wacht gedurende ten minste 3 seconden en
zet vervolgens het contact in stand ACC of AAN om het audiosyst eem weer
in te schakelen.
● Het audiosysteem wordt mogelijk niet ingeschakeld wanneer de accukabels
zijn losgenomen en weer aangesloten. Zet als dit gebeurt het co ntact UIT en
herhaal de onderstaande procedure tweemaal om het audiosysteem nor-
maal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■ Batterij vervangen
→Blz. 818
■ Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
→Blz. 142 Selecteer de gewenste instelling en
druk op .
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 426 Monday, March 19, 2018
4:17 PM