85
F Controleer het koelvloeistofniveau en vul indien nodig vloeistof bij.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Tijdens handelingen in deze ruimte dient
u de veiligheidsinstructies op de labels in
acht te nemen.
Niveaus controleren
Controleer deze niveaus regelmatig en
respecteer de voor waarden zoals vermeld in
het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul
indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.
Controleer voordat u een vloeistof bijvult of de
vloeistof die u wilt gebruiken overeenkomt met
de door de fabrikant aanbevolen vloeistof. Voer geen werkzaamheden uit onder de
voorklep of in het achtercompartiment
als het lampje "Ready" brandt of als de
tractiebatterij wordt geladen.
Let tijdens werkzaamheden onder de
voorklep of in het achtercompartiment
goed op, want sommige onderdelen
kunnen erg heet worden (kans op
brandwonden): wacht minstens één uur
na het afzetten van het contact of het
stoppen van de laadprocedure alvorens
werkzaamheden uit te voeren.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
gebruikte vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen zijn
bijtend en schadelijk voor de gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer gebruikte vloeistoffen in
de daar voor bestemde containers
bij het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Ruimte onder de voorklep
Remvloeistofniveau
Het remvloeistofniveau dient zich
tussen de merktekens "MIN" en
"MA X" te bevinden. Controleer
indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn
versleten.
Vloeistofniveau
verwarmingscircuit
Het vloeistofniveau moet tussen de merktekens
MINI "L" en MA XI "F" staan.
Vloeistof verversen
Deze vloeistof hoeft niet ver verst te worden.
Niveau ruitensproeiervloeistof
Vul het reser voir bij wanneer dit
nodig is.
Laat in het geval van een sterk gedaald niveau
het desbetreffende circuit controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Type vloeistof
Voor een optimale reiniging en om het
bevriezen van de sproeiers te voorkomen,
wordt het (bij)vullen van het reser voir met water
afgeraden.
7
Praktische informatie
2
Selecteren van een
voorkeuzezender.
Radio, ingedrukt houden: een
zender in het geheugen opslaan.
Andere geluidsbron: zie de
desbetreffende hoofdstukken.
Uitwerpen van de CD.
Selecteren van de geluidsbron:
Radio: FM1, FM2, CD, USB, AUX,
Streaming.
Telefoon: een binnenkomend
gesprek aannemen.
Telefoon, ingedrukt houden:
beëindigen van een
telefoongesprek, toegang tot
het gesprekkenlogboek van de
gekoppelde telefoon.
Radio
Opslaan van een radiozender
Druk een paar keer achter elkaar op
SRC/TEL om het golfbereik FM1,
FM2 of AM te selecteren.
Houd de toets ingedrukt om de
zender waarnaar u luistert op te
slaan. De naam van de radiozender
wordt weergegeven en er klinkt een
geluidssignaal om te bevestigen dat
de zender is opgeslagen. Er kunnen storingen in de ontvangst
optreden door obstakels in de
omgeving (bergen, gebouwen, tunnels,
parkeergarages, enz.), ook als de RDS-
functie is ingeschakeld. Dit is een normaal
verschijnsel en heeft niets te maken met
een storing in het audiosysteem.
Selecteren van een zender
Druk op een toets om de
desbetreffende opgeslagen zender
te beluisteren.
Lijst met zenders
Druk op LIST
om de lijst met
ontvangen zenders in alfabetische
volgorde weer te geven.
Selecteer met een van de toetsen de
gewenste zender.
Bevestig met " OK ".
Druk kort op een van de toetsen om
naar de volgende of vorige letter te
gaan.
Houd LIST even ingedrukt om de
lijst met zenders samen te stellen
of bij te werken; de radio-ontvangst
wordt dan tijdelijk onderbroken.
Invoeren van een frequentie
Druk op MENU .
Selecteer " Radio".
Selecteer " Invoer freq. ".
Druk op + ,
of druk op – om de gewenste
frequentie te selecteren.
Bevestig met " OK ".
RDS
Als de functie is ingeschakeld, zoekt de radio
steeds naar de sterkste frequentie van een
zender, zodat u ernaar kunt blijven luisteren
zonder dat u zelf de frequentie hoeft te
wijzigen. Sommige RDS-zenders zijn echter
niet in het hele land te ontvangen, omdat de
frequenties van de zender niet het hele land
dekken. Daardoor kan de ontvangst van de
zender tijdens de reis wegvallen.
Druk op MENU als de geluidsbron
FM1 of FM2 is geselecteerd.
Selecteer " Radio".
Bluetooth®-audiosysteem
4
Druk op een van deze toetsen om
de vorige of volgende afspeellijst te
selecteren.
Houd een van de toetsen ingedrukt
voor snel vooruit /achteruit zoeken.
Druk op LIST om de menustructuur
van de mappen weer te geven.
Selecteer een regel in de lijst.
Bevestig met " OK".
Omhoog in de menustructuur.
Druk op MENU .
Selecteer " Media".
Selecteer of deselecteer " TA" om de
ontvangst van verkeersinformatie in
of uit te schakelen.
Selecteer de afspeelmethode
" Normaal ", "Random ", "Alle
random " of "Herhaling ".CD-speler
Plaats een CD in de CD-speler; deze zal de CD
automatisch afspelen.
Plaats een MP3 - CD in de CD-speler.
Het audiosysteem scant de CD tot alle
nummers zijn gevonden, hierdoor kan het
enkele tot enkele tientallen seconden duren
voordat het afspelen begint.
Druk herhaaldelijk op de toets SRC/
TEL om " CD" te selecteren.
Druk op een van deze toetsen om
naar het vorige/volgende nummer
te gaan.
Druk op een van deze toetsen om
de vorige of volgende afspeellijst te
selecteren.
Houd een van de toetsen ingedrukt
om snel vooruit of terug te spelen.
Druk op LIST om de
mappenstructuur van de afspeellijst
weer te geven.
Selecteer een regel in de lijst.
Bevestig met " OK ". Ga terug naar de eerste map om de indeling te
kiezen.
-
Op
Mappen (CD of USB): alle mappen met
audio-bestanden worden in een algemeen
overzicht en alfabetisch geordend
weergegeven, zonder dat daarbij rekening
is gehouden met de mappenstructuur.
-
Op Ar tiest (alleen USB): alle
artiestennamen worden weergegeven in ID3
Tags en in alfabetische volgorde.
-
Op Genre (alleen USB): alle genres worden
weergegeven in ID3 Tags.
-
Op Playlist (CD of USB): als er playlists zijn
opgeslagen.
Informatie en tips
De autoradio speelt via een CD uitsluitend
bestanden met de extensie ".mp3", ".wma",
".wav" af en via een USB-stick bestanden met
de ex tensi e".o g g".
Het is raadzaam de bestandsnamen niet
langer te maken dan 20 karakters en geen
speciale karakters te gebruiken (bijv.: «,
?, ù)
om problemen bij het afspelen of weergeven te
voorkomen.
Selecteer voor het branden van een CD-R of
CD-RW de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of
bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan
het zijn dat deze niet goed wordt afgespeeld.
Bluetooth®-audiosysteem
6
Telefoon
Koppelen van een
Bluetooth®-telefoon
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon
aan de Bluetooth handsfree set van uw
autoradio mag om veiligheidsredenen
en vanwege het feit dat deze handeling
de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd als
de auto stilstaat en bij aangezet contact.
Ga naar www.peugeot.nl voor meer informatie
(compatibiliteit, extra hulp enz.).
Activeer de Bluetooth-functie van uw telefoon
en zorg er voor dat deze voor iedereen
zichtbaar is (zie de gebruiksaanwijzing van de
telefoon). Druk op de toets MENU .
Selecteer " Bluetooth".
Selecteer " Zoeken".
Er wordt een venster weergegeven met de tekst
" Zoeken randapparaat bezig ".Welke diensten beschikbaar zijn, is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van het gebruikte
Bluetooth-toestel.
Controleer de handleiding van uw telefoon
en de informatie van uw provider om te
kijken tot welke diensten u toegang hebt.
Selecteer in de lijst de telefoon die u
wilt koppelen.
Bevestig met " OK ".
U kunt slechts één telefoon per keer koppelen.
Soms verschijnt het Bluetooth-adres in plaats
van de naam van de telefoon. Op het scherm wordt een
toetsenbord weergegeven: voer een
code van minimaal 4 cijfers in.
Bevestig met "OK ".
Op het scherm van de telefoon wordt een
bericht weergegeven: voer dezelfde code in en
bevestig uw invoer.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn, dan kunt u het
nogmaals proberen. Dit kan een onbeperkt aantal keren.
Op het scherm verschijnt een bericht ter
bevestiging van de koppeling. U kunt ook via de telefoon de koppeling tot
stand brengen door naar gedetecteerde
Bluetooth-apparatuur te zoeken. Het telefoonboek en de gesprekkenlijst
zijn na de synchronisatie beschikbaar
(mits de telefoon compatibel is).
De automatische verbinding moet in de
telefoon ingesteld worden om elke keer bij
het aanzetten van het contact automatisch
verbinding te kunnen maken met de
telefoon.
Beheer van de verbindingen
Druk op de toets MENU
.
Selecteer " Bluetooth".
Selecteer " Bluetooth beheer "
en bevestig uw keuze. De lijst van
de gekoppelde telefoons wordt
weergegeven.
Geeft aan dat er een geschikte
verbinding voor Streaming-audio is.
Geeft aan dat het profiel handsfree-
telefoon actief is.
Selecteer in de lijst de telefoon die u
wilt koppelen.
Bevestig met " OK ".
Bluetooth®-audiosysteem
7
Selecteer of deselecteer:
- "Te l . ”: han
dsfreeverbinding
-
"Audio ": audiobestanden
afspelen
Bevestig uw keuze met " OK".
" Verw. verb. " om de koppeling te
verwijderen.
Het is niet mogelijk om meer dan 5
telefoons te koppelen. Druk op MENU
en selecteer " Bluetooth". Selecteer
" Bluetooth beheer ". Als er al 5 telefoons
zijn gekoppeld, druk dan op " OK" om
de telefoon die u wilt ver wijderen te
selecteren en selecteer vervolgens
Verw. verb. (raadpleeg de paragraaf
"Verbindingen beheren").
Bellen
Vanuit het adresboek
Druk op de toets MENU .
Selecteer " Telefoon".
Selecteer " Bellen".
Selecteer " Directory". Selecteer het gewenste nummer.
Bevestig met "
OK" om het nummer
te bellen.
Bellen
Laatst gekozen nummers
(Afhankelijk van de technische specificaties van de telefoon)
Houd de toets SRC/TEL ingedrukt
tot de lijst met gesprekken
verschijnt.
Om toegang tot de lijst met gesprekken
te krijgen, kunt u ook op MENU drukken,
" Telefoon " selecteren " Bellen" en ten
slotte " Oproep info " selecteren.
Selecteer in de lijst met gesprekken
uit: " Gemiste oproepen ", "Gekozen
nummers " of "Ontvangen
oproepen ".
Navigeren door de lijst met
gesprekken. Bevestig met "
OK ".
Druk op een van deze toetsen om
de vorige of volgende pagina van de
lijst weer te geven.
Als u op " OK" drukt, wordt het
nummer gebeld.
In de gesprekkenlijst zijn de nummers
van alle binnenkomende en uitgaande
gesprekken opgeslagen sinds de laatste
keer dat de auto met de desbetreffende
telefoon werd verbonden.
U kunt ook rechtstreeks met de
telefoon bellen. Zet in dat geval uit
veiligheidsoverwegingen de auto stil.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm. Druk op SRC/TEL .
of selecteer " JA" om het gesprek aan
te nemen,
of Selecteer " NEE" om het gesprek te
weigeren.
.
Bluetooth®-audiosysteem
8
U kunt een gesprek ook weigeren
door de terugtoets
of SRC/TEL-toets ingedrukt te houden.
Gesprekken beheren
Gesprek beëindigen
Selecteer in het contextmenu
"Ophangen " om het gesprek te
beëindigen.
U kunt ook de toets SRC/TEL even
ingedrukt houden om het gesprek te
beëindigen.
Privégesprek
(de gesprekspartner kan niet meeluisteren)
In het contextmenu:
Selecteer " Micro OFF " om de
microfoon uit te schakelen.
Selecteer nogmaals " Micro
OFF " om de microfoon weer in te
schakelen.
Doorschakelfunctie
(om de auto te kunnen verlaten zonder het
gesprek te onderbreken)
In het contextmenu:
Selecteer " Doorschakelfunctie "
om het gesprek via de telefoon voort
te zetten.
Selecteer " Doorschakelfunctie "
om het gesprek via de auto voort te
zetten.
In bepaalde gevallen moet u deze
doorschakelfunctie via de telefoon kiezen.
Als het contact is afgezet, wordt de
Bluetooth-verbinding automatisch weer tot
stand gebracht als het contact weer wordt
aangezet (afhankelijk van de specificaties
van de telefoon).
Audio-instellingen
Druk op ¯ om het menu Audio-
instellingen weer te geven.
Druk op ¯ om de volgende instelling
op te vragen.
De volgende instellingen zijn mogelijk:
-
A
MBIANCE: BASS, TREBBLE en
LOUDNESS.
-
B
ALANCE (balans links/rechts), FADER
(balans voor/achter). De verdeling van het geluid is een audio-
instelling die zorgt voor een optimale
geluidsweergave afgestemd op het aantal
inzittenden in de auto.
De audio-instellingen AMBIANCE,
TREBBLE en BASS zijn andere
instellingen, die u voor elke geluidsbron
apart kunt verrichten.
-
S
OUND. REP (bestuurder of passagier).
-
A
UTOMATISCHE VOLUMEREGELING.
Configuratie
Weergave en taal instellen
Druk op de toets MENU
.
Selecteer " Instelling".
Selecteer " Weergave" om het
scrollen door de tekst in- of uit te
schakelen.
Selecteer " Ta a l" om de taal van het
scherm te wijzigen.
Bluetooth®-audiosysteem
11
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden
we g. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking
van het geluid naar een eventuele sterkere
zender voor een betere ontvangst van het
station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel
zich te vaak en steeds op hetzelfde traject
voordoet.
De verkeersinformatie TA wordt weergegeven.
Ik ontvang geen verkeersinformatie. Stem af op een zender die wel
verkeersinformatie uitzendt.Stem af op een radiozender die wel
verkeersinformatie uitzendt.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...). Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets SRC/ TEL om terug te keren
naar de band (FM1 of FM2) waar de zenders
zijn opgeslagen.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen, bevat geen
audiobestanden of bevat audiobestanden die
niet door het audiosysteem worden herkend.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem
dat niet door het audiosysteem wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in
de speler is geplaatst.
-
C
ontroleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-
C
ontroleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk
"Audi o".
-
D
e Cd-speler van het audiosysteem kan geen
DVD's afspelen.
-
W
anneer er sprake is van een slechte kwaliteit
kunnen sommige zelfgebrande CD's niet door
het audiosysteem worden afgespeeld.
De geluidskwaliteit van de CD is slecht. De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit.Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen,
klankkleur) zijn niet op de CD-speler afgestemd.
Zet het geluidsniveau van de lage en hoge tonen
op 0, zonder een geluidseffect te selecteren.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken. De batterijspanning van de randapparatuur is
misschien te laag.Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt de melding "Storing USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet herkend" weergegeven.De USB-stick wordt niet herkend.Gebruik uitsluitend USB-sticks die geformatteerd
zijn naar FAT32 (28 -bit File Allocation Table).
.
Bluetooth®-audiosysteem
1
1
2
1
2
KENWOOD – KDC-X7000DAB
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.Kort indrukken: inschakelen.
Lang indrukken: uitschakelen.
Draaien: audiovolume instellen,
navigeren in een lijst.
Indrukken: bevestigen.
Wijzigen van de audiobron.
Kort indrukken: een binnenkomend
gesprek aannemen, schakelen tussen
twee gesprekken, Bluetooth-modus
inschakelen.
Lang indrukken: gesproken commando's
smartphone via het systeem.
Kort indrukken: een dienst zoeken.
Lang indrukken: bijwerken van de
lijst radiozenders.
Huidige bewerking afbreken.
Omhoog in de menustructuur.
Een gesprek weigeren of
beëindigen.Een analoge frequentieband
selecteren, FM1/FM2/FM3/MW/LW.
Een digitale frequentieband
selecteren, DB1/DB2/DB3.
Navigeren in een lijst.
De zoekmethode wijzigen
(automatisch of handmatig).
Breng het bedieningspaneel aan.
Verwijder het bedieningspaneel. Kort indrukken: een radiozender,
-frequentie of -dienst zoeken, het
vorige/volgende nummer of bestand
zoeken, navigeren in een lijst.
Lang indrukken: versneld vooruit- of
terugspoelen.
Kort indrukken: selecteren van een
voorgeprogrammeerde zender.
Lang indrukken: een radiozender
toevoegen aan de favorieten.
Raadpleeg voor meer informatie de bij het
systeem meegeleverde instructies van
KENWOOD.
.
KENWOOD - KDC-X7000DAB