
184
Storingsdiagnose
SymptomenElektrischHydraulisch Inspectie/Controle
De elektrohydraulische groep werkt niet. X
Voedingsdraadbundel en relais van de groep.
X Draadbundel bediening (module).
X Circuitonderbreker.
Groep lawaaiig, kiepbak gaat langzaam omhoog.XAanzuigzeef onder in het reser voir verstopt of ver vuild.
Nieuwe groep zeer lawaaiig, kiepbak gaat snel omhoog. X
Uitlijning pomp, ver vang de groep.
De cilinder gaat uit zichzelf naar beneden. XDaalklep vervuild of geblokkeerd.
De cilinder gaat niet naar beneden. X
Ja, controleer de regelschuif en ontlucht het systeem.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud".
X Nee, controleer de spoel en de elektrische aansluitingen van de klep.
X Nee, vervang de solenoïde.
X Nee, controleer de uitlijning van de cilinder.
De groep werkt, maar komt niet op druk. X
Schuif van de klep zit vast indien geen solenoïde op de groep.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud".
X Drukbegrenzer, afstellen, verontreinigd.
X Pomppakking defect.
X Koppeling motor/pomp.
X Pomp losgeraakt van de steun.
De hydraulische groep werkt niet. XSolenoïde geblokkeerd, ver vang deze of draai de moer achter de zeef vast.
De module werkt niet. XControleer de aansluiting en de contacten.
Emulsie in het reser voir. X
Retourslang onjuist aangebracht.
X Te laag olieniveau.
De olie stroomt terug via de olieafscheider. X
Te hoog olieniveau.
X Iets te grote tolerantie van het membraan van de olieafscheider, ver vang dit.
Geldt uitsluitend voor de groepen UD2386.
De zekering brandt door bij het dalen. XVer vang de spoel voor het dalen.
Specifieke kenmerken

7
USB-aansluiting
AUX-aansluiting
Deze aansluiting op de middenconsole is
uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen
van een aangesloten extern apparaat.
Sluit een extern apparaat (MP3 -speler enz.) met
een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af
(hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume
van de autoradio af.
De bediening gebeurt via het externe apparaat.
De functies van het op de AUX-aansluiting aangesloten
apparaat moeten via het apparaat worden bediend:
het is dus niet mogelijk om met de toetsen op
het bedieningspaneel van de auto of met de
stuurkolomschakelaars een ander nummer, een andere
map of een andere playlist te selecteren, of het afspelen
te starten, te stoppen of te onderbreken.
Laat na het loskoppelen de kabel van het externe
apparaat niet aangesloten op de AUX-aansluiting om te
voorkomen dat er ruis via de luidsprekers hoorbaar is.
Selecteren van de
geluidsbron
Druk op " MEDIA".
Selecteer het tabblad " Bron" om de
carrousel van geluidsbronnen weer te
geven.
Selecteer de geluidsbron.
Gebruik de afspeelinstellingen op het scherm.
Druk op de toets " Willekeurig" en/of op de toets
" Herhalen " om deze opties te activeren. Druk er
nogmaals op om de opties te deactiveren.
Informatie en tips
De autoradio speelt bestanden met de extensie
".wav", ".wma" en ".mp3" met een bitrate van
32
kbps tot 320 kbps af.
Ook audiobestanden met de extensie ".aac", ".m4a",
".m4b" en ".mp4" kunnen worden afgespeeld met
bemonsteringsfrequenties (sampling rates) tussen
8
en 96 KHz.
Playlists van het type ".m3u" en ".pls" kunnen ook
worden afgespeeld.
Het systeem is niet geschikt voor apparatuur met
een capaciteit van meer dan 64
GB.
Geadviseerd wordt om voor bestandsnamen
maximaal 20
karakters te gebruiken zonder speciale
tekens (bijv.: ", ?,;, ù), om problemen met het
afspelen of de weergave te voorkomen.
Het systeem is geschikt voor externe
USB-geluidsdragers en voor apparatuur
van BlackBerry
® en Apple® die op de USB-
aansluitingen kunnen worden aangesloten. De
kabel is niet meegeleverd.
De apparatuur kan worden bediend via het
audiosysteem van de auto.
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet
door het systeem wordt herkend, moet met
een kabel (niet meegeleverd) met Jack-plug
op de AUX-aansluiting worden aangesloten.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen

14
Selecteer "Verbinden " of "Verbinding verbreken ",
" Apparaat verwijderen " of "Apparaat toevoegen ",
" Opslaan onder favorieten ", " Tekstberichten
Aan ", "Downloaden " in de lijst van opties.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en wordt er
e en pop-upvenster op het scherm geopend.
Druk kort op deze stuur wieltoets om het
gesprek aan te nemen.
of
Druk op de toets " Aannemen" die op het scherm
wordt weergegeven.
Wanneer u
een telefoongesprek voert ter wijl
een ander gesprek in de wacht staat, kunt
u
overschakelen van het ene naar het andere
gesprek met de toets " Schak. tussen gesprekken "
of kunt u
beide gesprekken samenvoegen in een
"conference call" met de toets " Co nf e r.".
Een gesprek beëindigen
Druk op deze stuur wieltoets om een
gesprek te weigeren.
of
Druk op de toets " Negeren" die op het scherm
wordt weergegeven.
Bellen
Bellen van een nieuw nummer
Gebruik de telefoon liever niet onder het
rijden. Stop op een veilige plaats of gebruik bij
voorkeur de stuurwieltoetsen.
Druk op "PHONE".
Druk op de toets Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het toetsenbord
en druk ver volgens op de toets " Bellen" om het
nummer te bellen.
Bellen van een contact
Druk op "PHONE".
Druk op de toets " Telefoonboek" of op
de toets " Recente oproepen ".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst om het
desbetreffende nummer te bellen.
Gegevens auto
Druk op " MEER" om menu's met
informatie over de auto weer te geven:
Buitentemperatuur
Weergeven van de buitentemperatuur.
Klokje
Weergeven van het klokje.
Kompas
Weergeven van de rijrichting.
Traject
-
D
irecte info., Traject A, Traject B .
Weergeven van de boordcomputer.
Druk lang op de toets "Traject A" of "Traject B"
om de gegevens van het desbetreffende traject
te resetten.
Configuratie
Druk op deze knop om het menu
Instellingen weer te geven:
Weergeven
-
L
ichtsterkte .
D
e lichtsterkte van het scherm instellen.
-
W
eergavemodus .
De weergavemodus instellen.
-
Ta
a l .
De gewenste taal selecteren.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen

4
Media
USB-aansluiting
Steek de USB-stick of de stekker van de kabel
(niet meegeleverd) van het externe apparaat in de
USB-aansluiting die bestemd is voor de overdracht
van gegevens naar het systeem. Deze aansluiting
bevindt zich in het middelste opbergvak.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te voorkomen.
USB-aansluiting
Extra-aansluiting (AUX)
Sluit een extern apparaat (MP3 -speler enz.) met
een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de Jack-
aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af
(hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume
van de autoradio af.
De bediening gebeurt via het externe apparaat. De functies van het op de AUX-aansluiting
aangesloten apparaat moeten via het apparaat
worden bediend: het is dus niet mogelijk om met
de toetsen op het bedieningspaneel van de auto
of met de stuurkolomschakelaars een ander
nummer, een andere map of een andere playlist te
selecteren, of het afspelen te starten, te stoppen of
te onderbreken.
Laat na het loskoppelen de kabel van het externe
apparaat niet aangesloten op de AUX-aansluiting
om te voorkomen dat er ruis via de luidsprekers
hoorbaar is.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe USB-
geluidsdragers, Blackberry's® of apparatuur van
Apple® die op de USB-aansluitingen kunnen worden
aangesloten (kabel niet meegeleverd).
Andere apparatuur, die bij het aansluiten niet door
het systeem wordt herkend, moet met een kabel
(niet meegeleverd) met Jack-plug op de AUX-
aansluiting worden aangesloten.
Het is raadzaam de bestandsnamen niet langer te
maken dan 20
karakters en geen speciale karakters
te gebruiken (bijv.: " " ?.; ù) om problemen bij het
afspelen of weergeven te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB-sticks met de
bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in
het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten
kan enkele seconden of soms enkele minuten
duren nadat het apparaat voor de eerste keer is
aangesloten.
Deze wachttijd kan worden bekort door andere
bestanden dan muziekbestanden te verwijderen en
het aantal mappen te beperken.
Elke keer als het contact wordt aangezet en als
er een nieuwe verbinding via de USB-stick wordt
gemaakt, worden de afspeellijsten bijgewerkt. De
lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als de
lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter. Deze aansluiting op de middenconsole
is
uitsluitend bestemd voor de voeding en het opladen
van een aangesloten extern apparaat.
Audiosysteem

187
Schakelaars stoelverwarming .................................38
Schakelindicator ....................................................... 17
Schrijfblad
........................................................... 52-54
SCR (Selective Catalytic Reduction)
.................... 13
2
Sneeuwkettingen
................................................... 11 9
Snelheidsbegrenzer
......................................... 9 9 -10 0
Snelheidslimietherkenning
................................96-98
Snelheidsregelaar
........................................... 101-105
Starten dieselmotor
............................................... 11 8
Starten van de auto .................................................. 87
Startblokkering, elektronische
................................ 89
S
tilzetten van de auto
.............................................. 87
S
toelverwarming
...................................................... 38Stop & Start .............................................1 7, 51-52, 66,
73, 93 -95, 125, 129, 155
Streaming audio Bluetooth
..................................... 7- 8
Stuurbekrachtigingsvloeistof
.........................126 -128
Stuurwiel (verstellen)
............................................... 41 Waarschuwingslampjes
............................................
9
Window-airbags
.......................................................
76
Zijairbags
..................................................................
76
Zonder gereedschap afneembare kogel
......
120 -123
Technische gegevens
............................................ 15 8
Te laag brandstofniveau
.................................. 20, 116
Telefoon
....................................................... 12-14, 5 - 6
Te l l e r
........................................................................\
... 7
T
ijd instellen .............................................................. 28Veiligheidsgordels
...............................................
7 2 -74
Veiligheidsgordels achter
........................................
73
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
.... 7
5, 77, 79
Ventilatie .............................................................
43, 50
Verkeersinformatie (TA) ............................................. 3
Verklikkerlampjes
.......................................................9
Verklikkerlampje veiligheidsgordels
.................. 7
2-73
Verwarming
..............................................................43
Versnellingsbak (handgeschakeld) ..........92, 94, 130
Voorportieren
...........................................................33
Voorzieningen interieur
..................................... 5
2-56
Voorzieningen voorin
.........................................52-56
Uitschakelen airbag passagier
....................
75, 78 -79
UREA
......................................................................
132
USB
......................................................................
6 - 7, 4
S
W
Z
T
V
U
Ruitbediening ........................................................... 36
Ruitensproeiervloeistof ................................. 12
6 -128
Ruitenwissers
........................................................... 65
Ruitenwisserschakelaar
.......................................... 65Toerenteller
................................................................. 7
Touchscreen
...............................................................1
Trekhaak
.............................................................88-89
Trekhaak met afneembare kogel
.................. 12
0 -123
.
Trefwoordenregister