3
.
bit.ly/helpPSA
.
Rijadviezen 124
Diefstalbeveiliging 125
Starten/afzetten van de motor
1
25
Elektrische parkeerrem
1
28
Handgeschakelde versnellingsbak
1
31
Automatische transmissie
1
31
Hill Start Assist
1
35
Active Suspension Control
1
36
Rijstanden
136
Schakelindicator
138
Stop & Start
1
38
Bandenspanningscontrolesysteem
140
Snelheidslimietherkenningssysteem
1
42
Snelheidsbegrenzer
1
46
Programmeerbare snelheidsregelaar
1
48
Snelheden opslaan
1
51
Drive Assist Plus
1
51
Adaptieve snelheidsregelaar
1
52
Lane Keeping System
1
61
Active Safety Brake met Distance Alert
en intelligente noodremassistentie
1
65
Vermoeidheidsherkenningssysteem
169
actieve dodehoekbewaking
1
70
Actief Lane Departure Warning System
1
71
Dodehoekbewaking
1
74
Parkeerhulp
176
Visiopark 1 – Visiopark 2
1
79
Park Assist
1
84
Full Park Assist
1
88Ta n k e n 1
9 8
Tankbeveiliging (diesel) 1 99
Trekhaak
199
Sneeuwkettingen
202
Monteren van allesdragers
2
03
Motorkap
204
Onder de motorkap
2
05
Niveaus controleren
2
05
Controles
2
08
Onderhoudstips
210
AdBlue
® (BlueHDi-motoren) 2 10
Gevarendriehoek
213
Brandstoftank leeg (diesel)
2
13
Boordgereedschap
214
Bandenreparatieset
216
Reservewiel
219
Een lamp vervangen
2
23
Een zekering vervangen
2
27
12V- ac c u
23 3
Slepen van de auto
2
36Technische gegevens motoren
en aanhangergewichten
2
38
Benzinemotoren
239
Dieselmotoren
240
Afmetingen
242
Identificatie 243
RijdenPraktische informatie
In geval van pech Technische gegevens
Index
Toegang tot aanvullende video's
Audio en telematica
PEUGEOT Connect Radio
PEUGEOT Connect Nav
.
Inhoudsopgave
4
Cockpit
1.Bediening schuif-/kanteldak en
zonnescherm
Aanraakgevoelige plafonnier/
aanraakgevoelige kaartleeslampjes vóór
2. Pictogrammendisplay veiligheidsgordels en
airbag vóór aan passagierszijde
Noodoproep/Pechhulpoproep
3. Binnenspiegel
4. Digitaal head-up instrumentenpaneel
5. Claxon
Bestuurdersairbag
6. Schakelaarpaneel aan de zijkant/
kaarthouder
7. Bedieningspaneel buitenspiegels en
elektrisch bedienbare ruiten
8. Armsteun vóór
Jack-aansluiting
9. 12V-aansluiting of USB-aansluitingen
10. Airbag voorpassagier
11. Dashboardkastje 1.
Alarmknipperlichten
Centrale vergrendeling
2. 8 inch touchscreen (PEUGEOT Connect
Radio) of 10 inch HD touchscreen
(PEUGEOT Connect Nav)
3. 12V-aansluiting of USB-aansluiting(en)
Opbergvak
Draadloze smartphonelader
4. Versnellingsbakbediening
5. Starten/afzetten van de motor met
"START/STOP"
6. Elektrische parkeerrem
7. "DRIVE MODE"-schakelaar.
Overzicht
5
Stuurkolomschakelaars
1.Schakelaar verlichting en
richtingaanwijzers
2. Schakelflippers automatische transmissie
3. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/
boordcomputer
4. Bediening audiosysteem
5. Knop voor het selecteren van
de weergavemodus van het
instrumentenpaneel
6. Bediening spraaksynthese
Volumeregeling
7. Bediening snelheidsbegrenzer/
snelheidsregelaar/adaptieve
snelheidsregelaar
Schakelaarpaneel aan de zijkant
1.Hoogteverstelling halogeenkoplampen
2. Handsfree achterklep
3. Actief Lane Departure Warning System
4. Lane Keeping System
5. Alarm
6. Programmeerbaar verwarmings-/
ventilatiesysteem
7. Voorruitverwarming
Centraal schakelaarpaneel
1.Bediening 8 inch touchscreen (PEUGEOT
Connect Radio) of 10 inch HD-touchscreen
(PEUGEOT Connect Nav)
i-Cockpit
® Amplify-functie
2. Stoelverwarming
3. Stop & Start
4. Voorruitontwaseming
5. Recirculatie van interieurlucht
6. Achterruitverwarming
7. Automatische airconditioning
.
Overzicht
11
Lijst met waarschuwings- en verklikkerlampjes
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Rode lampjes
STOPBrandt permanent, in
combinatie met een ander
waarschuwingslampje,
de weergave van
een melding en een
geluidssignaal.Geeft een ernstige storing van
de motor, het remsysteem, de
stuurbekrachtiging, de automatische
transmissie of een ernstige
elektrische storing aan.Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Te hoge
koelvloeistof-
temperatuur Brandt permanent.
De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Voer (1) uit en wacht met het eventueel bijvullen van
de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Voer (2) uit
als het probleem blijft bestaan.
Motoroliedruk Brandt permanent. Er is een probleem met de
motorsmering. Voer (1) en ver volgens (2) uit.
Laadtoestand
accu Brandt permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde accuklemmen,
aandrijfriem dynamo niet correct
gespannen of gebroken enz.).
Voer (1) uit.
Als de elektrische parkeerrem niet werkt, beveilig de auto dan op
de volgende manier tegen wegrollen:
F
B
ij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: schakel
een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie: plaats de
meegeleverde wielblokken voor en achter een van de wielen.
Reinig de accuklemmen en sluit de accukabels weer aan. Als het
waarschuwingslampje niet uitgaat wanneer de motor is gestart,
voer dan (2) uit.
1
Instrumentenpaneel
14
Voorgloeien
dieselmotorBrandt tijdelijk.
(tot ongeveer 30
seconden bij slechte
weersomstandigheden) Wanneer het contact wordt aangezet,
als de weersomstandigheden en de
motortemperatuur dit noodzakelijk
maken.Wacht met starten tot het lampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt het starten onmiddellijk
uitgevoerd wanneer u:
-
b
ij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal ingetrapt houdt,
-
b
ij een auto met een automatische transmissie het
rempedaal ingetrapt houdt.
Als de motor niet wordt gestart, druk dan nogmaals op
de knop "START/STOP" ter wijl u het rempedaal ingetrapt
houdt.
Laag
brandstofniveau Brandt permanent,
waarbij de resterende
hoeveelheid brandstof
in het rood wordt
weergegeven, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. Als het lampje gaat branden zit er nog
ongeveer 6 liter brandstof in de tank
(reservevoorraad).
er niet voldoende brandstof is
getankt, wordt deze waarschuwing
iedere keer herhaald wanneer het
contact wordt aangezet, en vaker
naar mate het brandstofniveau verder
zakt en de nul nadert. Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om een lege
brandstoftank te voorkomen.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is
,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
Zelfdiagnose-
systeem motor Knippert.
Er is een storing in het
motormanagementsysteem. De katalysator kan onherstelbaar beschadigd raken.
Voer verplicht
(2) uit.
Brandt permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het lampje moet na het starten van de motor uitgaan.
Voer snel (3) uit.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Instrumentenpaneel
21
Stop & Star tBrandt permanent,
in combinatie met de
weergave van een melding.Het Stop & Start-systeem is
handmatig gedeactiveerd.De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet. Druk op de toets om het
Stop & Start-systeem opnieuw te activeren.
Brandt permanent. Het Stop & Start-systeem is
automatisch gedeactiveerd. De volgende keer dat de auto tot stilstand komt, wordt
de motor niet meer afgezet bij een buitentemperatuur:
-
l
ager dan 0°C.
-
h
oger dan +35°C.
Night Vision Brandt permanent. Het systeem is geactiveerd,
maar de auto rijdt te snel of de
buitentemperatuur valt buiten het
werkingsbereik. De Night Vision-weergave is beschikbaar, maar er
wordt geen waarschuwing gegeven.
Mistachterlichten Brandt permanent. De lampen branden.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Groene lampjes
Stop & Star tBrandt permanent.Bij het tot stilstand komen van de auto heeft het Stop
& Start-systeem de motor in de STOP-stand gezet.
Knippert tijdelijk. De STOP-stand is momenteel niet
beschikbaar of de START-stand
wordt automatisch geactiveerd.
Park Assist of
Full Park Assist Brandt permanent.
De functie is geactiveerd.
Lane Keeping
System Brandt permanent.
De functie is geactiveerd. Er is aan alle voor waarden voldaan: het systeem werkt.
1
Instrumentenpaneel
24
Opvragen van
onderhoudsinformatie
De onderhoudsinformatie is
toegankelijk via de toets Controle/
Diagnose in het menu Rijden/Auto
van het touchscreen.
Motorolieniveaumeter
(afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau in de vorm van een melding.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Te laag olieniveau
Als het motorolieniveau te laag is, wordt de
melding met het verozek om bij te vullen op
het instrumentenpaneel weergegeven in
combinatie met het branden van het lampje
Ser vice en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het controleren van de niveaus
.
Storing in motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau "
op het instrumentenpaneel wordt weergegeven,
duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt,
wordt het motorolieniveau niet meer
gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u
het motorolieniveau controleren met de
peilstok in de motorruimte.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Koelvloeistoftemperatuur-
meter
Bij draaiende motor:
-
zone A: de temperatuur is in orde,
-
zone B: de temperatuur is te
hoog; dit lampje en het centrale
waarschuwingslampje STOP gaan branden
op het instrumentenpaneel, in combinatie
met een melding en een geluidssignaal.
STOP zo snel mogelijk op een veilige
plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Open nadat u het contact hebt afgezet
voorzichtig de motorkap en controleer het
koelvloeistofniveau.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
AdBlue®-
actieradiusindicatoren
Deze actieradiusindicatoren zijn uitsluitend
aanwezig bij auto's met een BlueHDi-
dieselmotor.
Zodra de reser vevoorraad van het AdBlue
®-
reser voir is aangesproken of een storing in het
SCR-systeem is gedetecteerd, verschijnt bij
het aanzetten van het contact een indicator die
aangeeft hoeveel kilometer u nog ongeveer
kunt rijden voordat het opnieuw starten van de
motor automatisch wordt geblokkeerd.
Instrumentenpaneel
28
F Druk op de toets op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar om
achtereenvolgens de verschillende functies
weer te geven.
Druk bij alle andere weergavemodi op de toets
op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
om deze informatie tijdelijk op een specifiek
scherm weer te geven.
-
A
ctuele informatie:
•
d
e actieradius,
•
h
et actuele brandstofverbruik,
•
d
e teller van het Stop & Start-systeem.
-
T
raject " 1" met:
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
voor de eerste rit.
-
T
raject " 2" met:
•
de
gemiddelde snelheid,
•
he
t gemiddelde brandstofverbruik,
•
d
e afgelegde afstand,
voor de tweede rit.
Traject resetten
F Druk langer dan 2 seconden op de knop op het uiteinde van de ruitenwisserschakelaar
wanneer het gewenste traject wordt
weergegeven.
Traject "1 " en "2" zijn onafhankelijk en kunnen
op dezelfde manier worden gebruikt.
Enkele definities...
Actieradius
(km of mijl)
De actieradius geeft aan hoeveel
kilometer u nog met de resterende
hoeveelheid brandstof kunt rijden
(berekend op basis van het
gemiddelde verbruik over de laatste
afgelegde kilometers).
Deze waarde kan schommelen door
een gewijzigde rijstijl of het rijden op
een helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display.
Na het tanken van minimaal 5 liter brandstof
wordt de actieradius opnieuw berekend en
weergegeven als deze meer dan 100 km
bedraagt.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als tijdens het rijden
de streepjes continu worden weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km) Berekend over de laatste seconden.
Deze functie wordt alleen weergegeven bij
snelheden vanaf 30 km/h.
Gemiddeld brandstofverbruik
(mpg of km/l of l/100 km) Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Afgelegde afstand
(km of mijl)Berekend sinds de laatste nulstelling
van de trajectgegevens.
Instrumentenpaneel