64
Hoge belading (SW)
Bagagenet
Met dit bagagenet kan de auto tot aan het dak
worden beladen:
-
a
chter de voorstoelen (1
e zitrij) wanneer de
achterbank is neergeklapt,
-
a
chter de achterbank (2e zitrij).
1e zitrij 2
e zitrij
F Verwijder aan weerszijden de afdekplaatjes
bovenaan bij de hemelbekleding.
F
P
laats de bovenste haken van het net in de
hemelbekleding.
F
B
evestig het net aan de sjorogen aan
de onderzijde die zich aan weerszijden
van de vloerbekleding of op de rails in de
bagageruimte bevinden (afhankelijk van de
uitvoering).
F
S
pan het net met behulp van de riemen.
F
K
lap de achterbank neer.
F
V
erwijder aan weerszijden de afdekplaatjes
bovenaan bij de hemelbekleding.
F
P
laats de bovenste haken van het net in de
hemelbekleding.
F
B
evestig het net aan de haken
aan de onderzijde, ter hoogte van
de bevestigingspunten van de
veiligheidsgordels.
F
S
pan het net met behulp van de riemen.
Als het net is geplaatst, kunnen de
rugleuningen van de achterstoelen
probleemloos worden opgeklapt.
Verwarming en ventilatie
Luchttoevoer
De lucht in het interieur wordt gefilterd
en wordt van buitenaf toegevoerd via het
luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur
gerecirculeerd.
Bediening
De lucht kan afhankelijk van de instellingen
van de bestuurder, voorpassagier of
achterpassagiers (afhankelijk van het
uitrustingsniveau) via verschillende circuits
worden toegevoerd.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de
verschillende circuits wordt gemengd om het
gewenste comfortniveau te bereiken.
Stel de luchtverdeling in met de desbetreffende
(combinatie van) toetsen: de lucht wordt via de
gewenste uitstroomopeningen verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid
wordt verhoogd of verlaagd.
Luchtverdeling
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto kan
de verwarming en ventilatie worden bediend
via het menu " Airconditioning " van het
touchscreen of via het bedieningspaneel van
de middenconsole.
1. Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de voorruit.
Ergonomie en comfort
65
2.Uitstroomopeningen voor het ontdooien of
ontwasemen van de zijruiten.
3. Verstelbare en afsluitbare
zijventilatieroosters.
4. Verstelbare en afsluitbare middelste
ventilatieroosters.
5. Uitstroomopeningen voetenruimte
voorpassagiers.
6. Uitstroomopeningen voetenruimte
achterpassagiers.Praktische informatie
Ventilatie- en airconditioningssysteem
gebruiken
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige
verdeling van de lucht naar het
interieur de uitstroomopening onder de
voorruit, de verschillende luchtkanalen,
ventilatieroosters en overige
uitstroomopeningen alsmede de
ventilatieopening in de bagageruimte
vrij blijven.
F
D
ek de zonnesensor op het dashboard
niet af; deze wordt gebruikt voor
het regelen van het automatische
airconditioningssysteem.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot
twee keer per maand 5 tot 10
minuten
aan om het systeem in per fecte staat
te houden.
F
G
ebruik de airconditioning niet
als deze niet koelt en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor
(trekken van een aanhanger op een steile
helling bij een hoge buitentemperatuur)
kan de airconditioning tijdelijk worden
uitgeschakeld voor een optimale
trekkracht van de motor. Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg er voor dat de regeling van de
luchtopbrengst voldoende hoog is
ingesteld, zodat de lucht in het interieur
goed ver verst wordt.
Condensvorming door de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein plasje
water onder de auto vormt. Dit is een
normaal verschijnsel.
Ventilatie- en airconditioningssysteem
onderhouden
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het
interieurfilter en laat de filterelementen
periodiek vervangen.
Wij raden u een gecombineerd
interieur filter aan. Dankzij het
toegevoegde speciale actieve middel
draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor
de inzittenden en een schoon interieur
(vermindering van allergische reacties,
onaangename geuren en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de
airconditioning te garanderen het
systeem regelmatig controleren zoals
voorgeschreven in het garantie- en
onderhoudsboekje.
3
Ergonomie en comfort
187
Interieurfilter
Als de omgeving (veel stof...) en
het gebruik (veel stadsverkeer...)
daartoe aanleiding geven, moeten
het twee keer zo vaak worden
vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de
prestaties van de airconditioning negatief
beïnvloeden en onaangename geuren
veroorzaken.
Oliefilter
Laat bij het olie ver versen tevens het
oliefilter vervangen.
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter verzadigd begint te
raken, wordt u hierop geattendeerd
door het tijdelijk branden van dit
lampje in combinatie met een
waarschuwingsmelding over het
risico van verstopping van het filter. Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
km/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden, is het
minimale dieseladditiefniveau bereikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het controleren van
de niveaus .
Bij een nieuwe auto kunt u de eerste paar
keer dat het roetfilter geregenereerd wordt
een brandlucht ruiken; dit is volkomen
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid wordt
gereden of de motor langdurig stationair
draait, kan bij gasgeven soms waterdamp
uit de uitlaat komen. Dit heeft geen invloed
op de prestaties en heeft geen gevolgen
voor het milieu.
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Parkeerrem
Als de parkeerrem een te grote
slag heeft of als het systeem
minder goed werkt, moet de
parkeerrem, zelfs tussen twee
onderhoudsbeurten door, worden
afgesteld.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
7
Praktische informatie
239
TTankbeveiliging ............................................. 171
Technische gegevens ...........................222-230
Te laag brandstofniveau ~ Brandstofniveau
................................... 170 -171
Telefoon
.......................... 9 -10, 12, 13 -16, 25 -29
Temperatuurregeling .................................66-69
Tijdelijke bandenreparatie (met set) ~ Banden, noodreparatie
.....19 4, 19 6 -20 0
Tijd instellen
............................. 30 -32, 38, 17, 31
TMC (verkeersinformatie)
............................... 13
T
ouchscreen
................................... 32, 168, 1, 1
Touchscreen ~ Touchscreen
.................... 3
4, 36
Trailer Stability Management (TSM)
...............89
Trekhaak
.................................. 89, 109 -110, 174
Trekhaak met afneembare kogel
...........175 -18 0
UUitschakelen airbag passagier ~
Passagiersairbag uitschakelen ..............93, 99
Uitschakelen ASR /CDS (ESP)
.......................88
USB
.............................................. 60, 7, 9, 23 -24
USB-aansluiting
.......................... 5
8, 60, 7, 9, 23
USB-poort
............................................... 7, 9, 23
VVeiligheidsgordels ........................11, 9 0 - 91, 10 0
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
....... 9
3, 95 -96, 99, 101, 104-105, 107
Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
............
93, 95 - 9 6, 99, 101-102, 104 -105, 107
Ventilatie
......................................... 6, 64- 67, 69
Ventilatieroosters
...............................
.............64
Vergrendelen ................................................... 44Verkeersinformatie (TA)
....................................
5
Verkeersinformatie (TMC)
..............................
13
Verklikkerlampje airbags ~ Airbaglampjes
.....
18
Verklikkerlampje laag
brandstofniveau ~ Brandstofreservelampje ....11
Verklikkerlampje parkeerrem ~ Parkeerremlampje
........................................... 10
Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje ...10Verklikkerlampjes ............................................ 10
Verklikkerlampjes (status) ~ Controlelampjes (status)
.............................. 10
V
erklikkerlampje Service
................................12
Verklikkerlampjes ~ Controlelampjes
...............9
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
............................9 -10
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............17
Verlichting
....................................................... 73
Verlichting bagageruimte
................................62
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
...................... 7
4, 76, 206, 208
Vermoeidheidsherkenning
............................ 14
9
Versnellingshendel
........................................... 6
Verversen
............................................... 18 4 -185
Ver voer van lange voor werpen ~ Lange voorwerpen vervoeren
...................... 61
V
ervuiling van het roetfilter (diesel)
..............187
Verwarming
............................... 6, 64, 66 - 67, 69
Visiopark 1
.................................................... 15 8
Voorgloeien (dieselmotor)
...............................17
Voor stoelen
................................................ 51- 5 3
Voorzieningen bagageruimte ~ Bagageruimte, voorzieningen
......................62
Voorzieningen interieur ~ Interieurvoorzieningen
.................................58
WWaarschuwing kans op aanrijding ...16, 14 6 -147
Waarschuwing oplettendheid bestuurder .....149
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
....112
Webbrowser
.................................................... 16
W
iel demonteren
...........................202, 204-205
Wiel monteren
............................... 202, 204-205
Wiel verwisselen
....................193 -19 4, 201-202
Wifi-netwerkverbinding
...................................20
Window-airbags
...............................
.........93-94
Z
Zekeringen ............................................. 211-214
Zekeringen vervangen ............211-213, 211-214
Zekeringkast motorruimte
.............................214
Zij-airbags
...............................
..................93-94
Zijknipperlicht
................................................ 208
Zijverlichting
.................................................... 79
Zonder gereedschap afneembare kogel ...175 -18 0Zonnescherm (panoramadak) ........................71
Zonnesensor ................................................... 65
Zuinig rijden
...................................................... 6
.
Trefwoordenregister