72
Plafonniers
1.Plafonnier vóór
2. Kaartleeslampjes vóór
3. Plafonnier achter
4. Kaartleeslampjes achter
Plafonniers vóór – achter
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk
branden:
-
bij
het ontgrendelen,
-
a
ls de elektronische sleutel uit de lezer
wordt verwijderd,
-
a
ls er een portier geopend wordt,
-
a
ls op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de
auto te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0
seconden na het sluiten van het laatste
portier.
Permanent uit.
Permanent aan.
Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto kunt u de plafonnier ook in- of
uitschakelen door op deze toets te
drukken.
Kaartleeslampjes vóór –
achter
F Bedien bij aangezet contact de desbetreffende schakelaar.
Zorg er voor dat er niets tegen de
plafonniers aankomt.
Als de interieurverlichting permanent is
ingeschakeld, blijft deze gedurende een
bepaalde tijd branden:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer
10
minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer
30
seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
Ergonomie en comfort
113
Afzetten
F Breng de auto tot stilstand.
F D ruk ter wijl de elektronische sleutel zich in
de auto bevindt op de knop " START/STOP".
De motor wordt afgezet en het stuurslot wordt
vergrendeld. Als de auto niet stilstaat, wordt de motor
niet afgezet.
Contact aanzetten (zonder
te starten)
Het contact kan worden aangezet met de
elektronische sleutel van het Keyless entry
en start-systeem in de auto door zonder de
pedalen in te trappen op de knop " S TA R T/
STOP " te drukken.
U kunt dan ook de verschillende accessoires
activeren (audiosysteem, verlichting, enz.).
F Druk op de knop " START/STOP": de verlichting
en lampjes van het instrumentenpaneel gaan
branden zonder dat de motor wordt gestart.
F Druk nogmaals op de knop om het contact af te zetten en de auto te kunnen
vergrendelen.
Als het contact aanstaat, gaat het systeem
na een bepaalde tijd automatisch over op
de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.
Sleutel niet herkend
Noodprocedure voor het starten van de motorNoodprocedure voor het afzetten van de motor
Als de elektronische sleutel niet wordt herkend
of zich niet meer in het detectiegebied
bevindt, verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel als een portier wordt
gesloten of bij een poging om de motor af te
zetten.
F
H
oud om het afzetten van de motor te
bevestigen de knop " START/STOP"
ongeveer vijf seconden ingedrukt.
Neem bij een storing in de elektronische sleutel
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Procedure voor het in noodgevallen afzetten van de motor
Uitsluitend in noodgevallen kan de motor
geforceerd worden afgezet (zelfs tijdens het
rijden).
Houd de knop " START/STOP" ongeveer vijf
seconden ingedrukt.
In dat geval wordt het stuurslot ingeschakeld
zodra de auto stilstaat.
Bij bepaalde uitvoeringen met een
automatische transmissie (EAT6/EAT8) wordt
het stuurslot niet vergrendeld.
Sleutel vergeten
Als de elektronische sleutel niet uit de
lezer is gehaald, wordt u bij het openen
van het bestuurdersportier door een
melding gewaarschuwd.
Als de elektronische sleutel zich in het
detectiegebied bevindt en uw auto niet start als
u op de knop "START/STOP" drukt:
F
P
laats de elektronische sleutel in de lezer.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een
handgeschakelde versnellingsbak, zet dan
de versnellingshendel in de neutraalstand
en trap vervolgens het koppelingspedaal
volledig in.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een
automatische transmissie, zet dan
de selectiehendel in stand P en houd
ver volgens het rempedaal volledig
ingetrapt. F
D
ruk op de knop "START/STOP".
De motor wordt gestart.
6
Rijden
181
F Druk op de pal helemaal in en ver wijder de trekhaakkogel door deze naar u toe te
trekken.
F
D
uw op de kogel de pal naar links en
houd deze in die positie.
F
D
uw gelijktijdig de hendel naar voren
om het mechanisme te ontgrendelen
(positie B ).
F
B
reng de beschermdop aan op de
bevestigingssteun onder de achterbumper
en zet deze vast.
F
B
erg de kogel op in de tas.
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, interieurverlichting, enz.
gecombineerd maximaal veertig minuten
gebruiken.
Inschakelen van deze modus
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode
is ingeschakeld en de actieve functies worden
in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10 minuten
worden voortgezet via het Bluetooth-systeem
van het audiosysteem in uw auto.
Eco-mode afsluiten
De door de eco-mode uitgeschakelde functies
worden automatisch weer ingeschakeld als de
motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken, Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de 12V-accu
.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat. -
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
7
Praktische informatie
1
PEUGEOT Connect Radio
Multimedia audiosysteem
– Applicaties – Bluetooth®-
telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
3
Menu's
4
Applicaties
5
R
adio 6
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
8
M
edia 9
Telefoon
1
1
Configuratie
16
Veelgestelde vragen
1
8De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
mode
.
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
PEUGEOT Connect Radio
22
Instellingen
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het instellen van de bassen en hoge tonen
wordt de instelling van de equalizer opgeheven.
Na het wijzigen van de instellingen voor de
equalizer wordt de instelling van de bassen en
hoge tonen gereset. De instelling van de equalizer is gekoppeld aan
de bassen en hoge tonen.
Wijzig de instelling van de bassen en de
hoge tonen of de equalizer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Bij het veranderen van de balans wordt de
geluidsverdeling uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de geluidsverdeling
worden de instellingen van de balans
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de
balans.
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen. Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen
de audio-instellingen worden aangepast aan
verschillende geluidsbronnen die hoorbare
verschillen kunnen genereren bij het
veranderen van de bron.Controleer of de audio-instellingen zijn
afgestemd op de geluidsbron die u gebruikt.
Zet de audiofuncties in de middelste stand.
Na het afzetten van de motor wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de
accu dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.Zet het contact aan om de laadstroom van de
accu te verhogen.
PEUGEOT Connect Radio
1
PEUGEOT Connect Nav
GPS-navigatie – Applicaties
– Multimedia-audiosysteem
– Bluetooth
®-telefoon
Inhoud
De eerste stappen
2
St
uurkolomschakelaars
3
Menu's
3
Gesproken commando's
5
N
avigatie
1
1
Online navigatie
1
3
Applicaties
16
Radio
21
DAB-radio (Digital Audio Broadcasting)
2
2
Media
23
Telefoon
2
5
Configuratie
29
Veelgestelde vragen
3
2De beschreven functies en instellingen
kunnen afwijken van die van het systeem
in uw auto.
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder
handelingen die de volle aandacht vragen,
zoals het koppelen van een Bluetooth-
telefoon aan het Bluetooth-handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend
uitvoeren bij stilstaande auto en
ingeschakeld contact.
Het systeem is zodanig beveiligd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
De overgang naar de waakfase wordt
aangekondigd door de melding Eco-
mode
.
Hieronder vindt u de link naar de OSS
(Open Source Software) -broncodes voor
het systeem.
https://www.groupe-psa.com/fr/oss/
https://www.groupe-psa.com/en/oss/
.
PEUGEOT Connect Nav
38
Instellingen
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het instellen van de bassen en hoge tonen
wordt de instelling van de equalizer opgeheven.
Als u de instelling van de equalizer wijzigt,
worden de instellingen van de bassen en de
hoge tonen gereset. De instelling van de equalizer is gekoppeld aan
de bassen en hoge tonen.
Wijzig de instelling van de bassen en de
hoge tonen of de equalizer om de gewenste
geluidskwaliteit te verkrijgen.
Bij het veranderen van de balans wordt de
geluidsverdeling uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de geluidsverdeling
worden de instellingen van de balans
uitgeschakeld. De geluidsverdeling is gekoppeld aan de
balans.
Stel de balans in of kies een geluidsverdeling
naar eigen wens.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen. Voor een optimale geluidskwaliteit kunnen
de audio-instellingen worden aangepast
aan verschillende geluidsbronnen, die
hoorbare verschillen kunnen genereren bij het
veranderen van de bron.Controleer of de audio-instellingen zijn
afgestemd op de geluidsbron die u gebruikt.
Het is raadzaam de audiofuncties (Bass:,
Treble:, Balans) in de middelste stand te zetten,
de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de
functie Loudness in de stand "Actief " te zetten
bij gebruik van de CD-speler en in de stand
"Inactief " bij gebruik van de radio.
Na het afzetten van de motor wordt het
systeem na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het audiosysteem
nog werken zolang de laadtoestand van de
accu dat toestaat.
In de normale uitgeschakelde stand, gaat het
systeem na een bepaalde tijd automatisch over
op de eco-mode om de laadtoestand van de
accu op peil te houden.Start de motor om de laadstroom van de accu
te verhogen.
Ik kan de datum en tijd niet instellen. De datum en tijd kunnen alleen worden
ingesteld als u de synchronisatie met de
satellieten deactiveert.Menu instellingen/Opties/Datum en tijd
instellen. Selecteer het tabblad "Tijd" en
deactiveer de "GPS-synchronisatie" (UTC).
PEUGEOT Connect Nav
236
Configuratie van de auto ....................3 0-34, 36
Contact ....................................... 6 9 , 112 -113 , 2 8
Contact aangezet
.......................................... 113
Controlelampjes
.............................................. 10
Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle
.......................24-25
Controles
....................................... 18
3, 18 6 -188
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio ......................................6 -7, 8, 22
Dagteller
..................................................... 27-2 8
Datum (instellen)
..................... 3
0 -32, 38, 18, 31
Datum instellen
.......................30 -32, 38, 18, 31
Denon (audiosysteem)
.................................... 63
D
etectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
............14, 168, 197
Dieselfilter
..................................................... 18 4
Dieselmotor
...................... 1
7, 172, 220, 227-230
Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting)
....................................... 6, 8, 22
Dimlicht
........................................... 21, 206-207
Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer)
.................... 28
D
isplay instrumentenpaneel
.............28 -2 9, 127
Dodehoekdetectie
.................................. 15 4 -15 5
Driver Sport Pack
................................... 126 -127
Dynamische noodrem
............................ 11
4 -117
E
Eco-mode ~ Eco-modus ...............................181
Eco-rijden (adviezen) ........................................ 6
Electronic Stability Program (ESP)
................18
Elektrisch bediende parkeerrem ~ Parkeerrem, elektrisch
bediend .......................... 12-14, 18 -19, 114 -117
Elektrisch verstelbare stoelen .................. 5
2-53
Elektronische remdrukregelaar (REF)
...........87
Elektronische sleutel
................................. 41- 4 3
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
.............4 4 , 11 0
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
.......... 6
E
lektronisch stabiliteitsprogramma (ESP)
.....89
ESP
................................................................. 87
FFietsendrager .................................................. 47
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting
..................40, 78
Frequentie (radio)
...............................
........21-22
Functie snelweg (richtingaanwijzers)
.............79
GGeheugen instellingen bestuurder .................53
Gekoeld dashboardkastje ~ Dashboardkastje, gekoeld
...........................58
Gereedschap
........................ 193, 193 -19 4, 201
Gesproken commando's ~ Spraakcommando's
................................... 5 -10
Gevarendriehoek
............................................ 62
Gewichten
..................................................... 2
21
GPS
................................................................. 12
Grootlicht
......................................... 2
1, 206-208
Grootlichtassistent
............................... 2
1, 76 -78
HHalogeenlampen .............................79 , 205 -207Handgeschakelde versnellingsbak
~ Versnellingsbak, handgeschakeld 6 , 128 -13 0
Handopvoerpomp ......................................... 220
Handsfree set ........................ 9 -10, 13 -14, 25 -2 6
Helderheid
....................................................... 16
Hill-Holder ~ Hill Start Assist
..................117-11 8
Hoedenplank
............................................. 61- 62
Hoek van de stoel verstellen
..........................52
Hoofdsteunen achter
................................57- 5 8
Hoofdsteunen verstellen
.................................51
Hoofdsteunen vóór
......................................... 51
H
oogte- en diepteverstelling
stuurwiel ~ Stuurverstelling
..........................55
Hulpoproep
............................................... 85-86
IIdentificatie (stickers) .................................... 233
Identificatie auto ............................................ 233
Identificatiegegevens
.................................... 233
Identificatieplaatjes constructeur
................. 23
3
Inhoud brandstoftank ~ Brandstoftank (inhoud)
........................170 -171
Instapverlichting
........................................ 78 -79
Instellen van de uitrustingselementen ...30-34, 36
Instellingen bestuurder (opslaan) ~ Bestuurdersplaats (instellingen)
............... 53
I
nstellingen van het systeem
.................... 16
, 30
Instrumentenpaneel
.......................................... 8
Intelligente tractiecontrole
.............................. 87
Interieurfilter
.................................... 65, 18 6 -187
Interieurfilter (vervangen)
...................... 18 6 -187
Interieurverlichting
...............................
...... 72-73
ISOFIX
.......................................................... 104
ISOFIX (bevestigingen) ..........................102-103
ISOFIX-bevestigingen
........................... 102-103
ISOFIX-kinderzitjes .......................102, 104 -105
Trefwoordenregister