
190
Als het additief in contact komt met de huid,
moet u de huid wassen met kraanwater en met
zeep. Als additief in de ogen komt, spoel de
ogen dan onmiddellijk en grondig gedurende
ten minste 15 minuten met kraanwater of met
een oogspoelmiddel. Raadpleeg een arts bij
een branderig gevoel of blijvende irritatie.
Als AdBlue wordt ingeslikt, spoel de mond dan
met schoon water en drink ver volgens een
ruime hoeveelheid water.
Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld
bij een hoge temperatuur) kan het risico van het
vrijkomen van ammoniakdampen niet worden
uitgesloten: adem deze niet in. Ammoniak
werkt irriterend op de slijmvliezen (ogen, neus
en keel).
Bewaar AdBlue
® buiten het bereik van
kinderen, in de originele flacon of jerrycan.
Procedure
Controleer voordat u gaat bijvullen of de auto
op een vlakke en horizontale ondergrond staat.
Controleer 's winters of de
omgevingstemperatuur van de auto hoger
is dan -11°C. Als het kouder is, bevriest de
AdBlue
® waardoor u de vloeistof niet in het
reser voir kunt gieten. Laat uw auto enkele uren
op een warmere plaats staan en vul ver volgens
het reservoir bij. Bij een storing in het AdBlue
® -systeem,
die bevestigd wordt door de melding " Vul
AdBlue bij: starten onmogelijk", moet u
minimaal 5
liter bijvullen.
Giet nooit AdBlue
® in de brandstoftank.
Raadpleeg de uitgebreide beschrijvingen
verderop in dit document voor de
specificaties met betrekking tot de
toegangsconfiguratie voor het AdBlue
®-
reser voir (via de bagageruimte of via de
brandstofvulklep).
Als er AdBlue
® op de zijkant van de auto
of op een andere plaats is gemorst, spoel
het additief dan onmiddellijk weg met koud
water of veeg het weg met een vochtige
doek.
Gekristalliseerde vloeistof moet worden
ver wijderd met een spons en warm water. Belangrijk: als u AdBlue hebt bijgevuld
nadat het reser voir leeg is geraakt
,
dient u ongeveer 5 minuten te wachten
voordat u het contact weer aanzet, zonder
het bestuurderspor tier te openen, de
auto te vergrendelen, de sleutel in het
contactslot te steken of de sleutel van
het Keyless entr y en star t-systeem in
het interieur te brengen .
Zet ver volgens het contact aan en start na
10 seconden wachten de motor.
Praktische informatie

237
JJack .............................................................9, 23
Jack-aansluiting ................................ 58, 8, 9, 23
Jack-kabel
................................................... 9, 23
KKaartleeslampjes ............................... .............72
Kentekenplaatverlichting ..............................2 11
Keyless entry and start
.........41 - 4 2 , 4 4 , 112 -113
Kilometerteller
............................................ 27-2 8
Kinderbeveiliging
.......................................... 107
Kinderen
........................................................ 104
Kinderen (veiligheid)
..................................... 107
Kinderzitjes
..................91, 95 - 9 6, 10 0 -101, 107
Kinderzitjes (conventioneel)
.........................10 0
Kleurcode lak
...............................
.................233
Klimaatregeling
...............................
................69
Klokje (instellen)
.......................30 -32, 38, 17, 31
Koelvloeistoftemperatuur
..........................23 -24
Koelvloeistoftemperatuurmeter
................23 -24
Koplampsproeiers
........................................... 81
Koplampverstelling
................................... 79-80
Krik
................................................ 193 -19 4, 201
LLaden accu ~ Accu laden ......................21 6 -217
Lampen ............... .......................................... 205
Lampen (vervangen)
............. 20
5-206, 209-210
Lampen vervangen
...............205-206, 209-210
Lane Departure Warning System
...20, 15 0, 15 6
Lane Departure Warning System (LDWS)
.....20
LED-verlichting
............................................... 76
Lekke band
.................................... 19 4, 19 6 -20 0
Lendensteun
............................................. 5
2, 54
Lendensteun, verstelling
................................. 52
L
ichtschakelaar
............................................... 74
Lokaliseren van de auto ..................................40
Lu chtfilter ............................................... 18 6 -187
Luchtfilter (vervangen)
...........................18 6 -187
Luchtrecirculatie ........................................ 67- 6 9
MMassagefunctie ............................... ................54
Matten ............................................................. 59
Mat verwijderen
.............................................. 59
Meldingen ........................................................ 28
Menu
............................................................... 12
Menustructuren display
..................................12
Menu's (audio)
........................................ 4-5, 3-5
Milieu
........................................................... 6, 46
Mistachterlicht
................ 2
0, 74, 74-75, 209 -210
Mistlampen vóór ................................. 74 -75 , 2 0 7
Monochroom display
.................................30-32
Monteren allesdragers ~ Allesdragers monteren
...............................182
Motoren
................................................. 221-230
Motorkap
....................................................... 183
Motorkapsteun
.............................................. 183
Motorolie
................................................ 18 4 -185
Motorolieniveaumeter
...............................24-25
Multifunctioneel display (met autoradio) ...30 -32, 4
NNeerklappen stoelen achter ..................... 5 7- 5 8
Niveau brandstofadditief diesel ~ Brandstofaddititiefniveau
..................... 18
6 -187
Niveau koelvloeistof ~ Koelvloeistofniveau
................. 2
3 -24, 185 -18 6
Niveau koplampsproeiervloeistof ~ Koplampsproeiervloeistofniveau
.......... 8
1, 18 6
Niveau remvloeistof ~ Remvloeistofniveau ....185
Niveau ruitensproeiervloeistof ~
Ruitensproeiervloeistofniveau ..............81, 18 6
Niveaus controleren
..............................18 4 -18 6
Niveaus en controles
.............................183 -18 6
Noodbediening achterklep
..............................47
Noodbediening portieren
.......................... 4
4-45
Noodoproep ~ Urgence-oproep
...............85-86
Noodprocedure afzetten van de motor
.........113
Noodprocedure starten
.........................113 , 2 15
Noodremassistentie ~ Brake Assist System (BAS)
............................................. 148
Nulstelling dagteller ~ Dagteller resetten ....2 7-2 8Nulstelling onderhoudsindicator ~
Onderhoudsintervalindicator resetten ...23 -24
OOliefilter ......................................................... 187
Oliefilter (vervangen) .................................... 187
Olieniveau
.................................. 2
4 -25, 18 4 -185
Oliepeilstok
................................ 24 -25, 18 4 -185
Olieverbruik
............................................ 18 4 -185
Onder de motorkap ~ Motorruimte
...............183
Onderhoudscontroles
.................................6, 23
Onderhoudsindicator ~ Onderhoudsintervalindicator
........................ 23
O
ntdooien ............................................ 6 6 , 70 -71
Ontgrendelen
............................................ 4
0 - 41
Ontluchten brandstofsysteem ~ Brandstofsysteem ontluchten
.....................220
Ontwasemen
............................................. 66, 70
Ontwasemen achter ~ Achterruitverwarming ...55Opbergvakken ..................................... 58-62, 62
Openen bagageruimte ~ Bagageruimte openen
......................4 0 - 41, 47
Openen motorkap ~ Motorkap, openen
.......18
3
Openen portieren ~ Portieren openen ...4 0 - 41, 4 6Opslaan van snelheden ................................13 0
.
Trefwoordenregister