Page 82 of 261

80Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................81
Stuurwielverstelling ...................81
Stuurbedieningsknoppen ...........81
Verwarmd stuurwiel ...................81
Claxon ....................................... 82
Wis-/wasinstallatie voorruit ........82
Wis-/wasinstallatie achterruit .....84
Buitentemperatuur .....................84
Klok ........................................... 85
Elektrische aansluitingen ...........87
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................88
Snelheidsmeter ......................... 88
Kilometerteller ........................... 88
Dagteller .................................... 88
Toerenteller ............................... 89
Brandstofmeter .......................... 89
Brandstofkeuzeschakelaar ........90
Koelvloeistoftemperatuurme‐ ter ............................................. 91
Service-display .......................... 91
Controlelampjes ........................92
Richtingaanwijzer ......................96
Gordelverklikker ........................97Airbag en gordelspanners .........97
Airbag-deactivering ...................98
Laadsysteem ............................. 98
Storingsindicatielamp ................98
Rem- en koppelingssysteem .....98
Antiblokkeersysteem (ABS) .......98
Schakelen .................................. 99
Systeem voor gecontroleerde afdaling ..................................... 99
Lane Departure Warning ...........99
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ..............99
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ....99
Traction Control-systeem UIT ...99
Voorverwarming ........................99
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ....................................... 100
Motoroliedruk ........................... 100
Te laag brandstofpeil ...............100
Startbeveiliging ........................101
Rijverlichting ............................ 101
Grootlicht ................................. 101
Grootlicht-assistent ..................101
Adaptive Forward Lighting .......101
Mistlamp .................................. 101
Mistachterlicht ......................... 101
Cruise control .......................... 101
Voorligger gedetecteerd ..........101
Snelheidsbegrenzer ................102Verkeersbordherkenning .........102
Portier open ............................. 102
Informatiedisplays ......................102
Driver Information Center ........102
Info-Display ............................. 107
Boordinformatie ......................... 109
Geluidssignalen .......................109
Batterijspanning .......................110
Persoonlijke instellingen ............110
Telematicaservice ......................115
OnStar ..................................... 115
ERA GLONASS .......................119
Page 103 of 261

Instrumenten en bedieningsorganen101Katalysator 3 151.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 194.
Startbeveiliging
d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De
motor kan niet worden gestart.
Oorzaak van de storing onmiddellijk
door een reparatiebedrijf laten verhel‐ pen.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 122.
Grootlicht
C brandt blauw.
Brandt wanneer het grootlicht aan is of tijdens een lichtsignaal 3 123 of
wanneer het grootlicht aan is met
grootlichtassistentie, adaptief rijlicht
3 126.Grootlicht-assistent
f brandt groen.
De grootlicht-assistent is geactiveerd
3 126.
Adaptive Forward Lighting
f brandt of knippert geel.
Brandt Het adaptief rijlicht voor moet wordenonderhouden.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Adaptief rijlicht (AFL) 3 126.
Knippert Systeem overgeschakeld op symme‐
trisch dimlicht.
Controlelamp f knippert na het
inschakelen van de ontsteking ca.
4 seconden om u eraan te herinneren dat het systeem is geactiveerd
3 125.
Automatische verlichting 3 123.Mistlamp
> brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 129.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld 3 129.
Cruise control m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.
Brandt groen
De cruise control is actief.
Cruise control 3 161.
Voorligger gedetecteerd A brandt groen of geel.
Page 256 of 261

254TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 143
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............230, 235
Aanduidingen op banden ..........206
Aanhanger trekken ....................183
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 188
Accu ........................................... 193
Achterlichten .............................. 198
Achterruitverwarming ................... 37
Achteruitkijkcamera ...................169
Achteruitrijlichten .......................130
Adaptief rijlicht (AFL) .................126
Adaptive Forward Lighting .........101
Afmetingen auto ........................242
Airbag deactiveren ....................... 52
Airbag-deactivering ...................... 98
Airbag en gordelspanners ...........97
Airbaglabel.................................... 47
Airbagsysteem ............................. 47
Airconditioning ........................... 134
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 139
Alarmknipperlichten ...................128
Algemene informatie .................. 183
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 142
All-wheel drive ........................... 156
Andere auto slepen ...................224Antiblokkeersysteem .................156
Antiblokkeersysteem (ABS) .........98
Autogegevens ............................ 235
Autokrik....................................... 205 Automatische dimfunctie .............35
Automatische verlichting ............ 123
Automatische versnellingsbak ...152
Automatisch vergrendelen ...........28
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 223
Auto stallen ................................. 188
Autostop ..................................... 147
B
Bagageruimte ........................ 30, 74
Bagageruimte-afdekking .............76
Bandenreparatieset ...................214
Bandenspanning .......................207
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 100, 208
Bandenspanningswaarden ........244
Batterijspanning .........................110
Bedieningsorganen ......................81
Bekerhouders .............................. 62
Bekleding .................................... 227
Beladingsinformatie .....................78
Beslagen lampglazen ................130
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 161
Beveiliging van de auto ................31