Page 57 of 135
Inleiding....................................... 58
Basisbediening ............................ 66
Radio ........................................... 73
Externe apparaten .......................80
Spraakherkenning ........................87
Telefoon ....................................... 88
Trefwoordenlijst ........................... 98R 4.0 IntelliLink
Page 58 of 135

58InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen...............58
Antidiefstalfunctie ......................... 59
Overzicht bedieningselementen ..60
Gebruik ........................................ 63Algemene aanwijzingen
Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal 25 zenders op vijf favorietenpagina's
instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐
raten als andere audiobronnen op het Infotainmentsysteem aansluiten: via
kabel of via Bluetooth ®
.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto
te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het Infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
door middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐
steunt).Door het goed doordachte design van de bedieningselementen, het
aanraakscherm en de heldere
displays kunt u het systeem gemak‐
kelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.
Page 59 of 135
Inleiding59Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 60 of 135
60InleidingOverzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 61 of 135

Inleiding611Display/aanraakscherm ........66
2 Beginmenu ............................ 66
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
Instellingen : systeeminstellingen
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ......................70
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen ...........92
of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) .......................... 86
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................... 875v
Kort indrukken: ga naar de volgende zender als de
radio actief is ......................... 73
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............82
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is . 73
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ..............82
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld .............63
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld .............63
Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen ...63
Draaien: volume
aanpassen ............................ 637t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender als de radio
actief is .................................. 73
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ..............82
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is . 73
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ......................................... 82
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen .................................. 63
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ..............86
Page 62 of 135

62InleidingStuurbedieningsknoppen
1 SRC (bron)
Audiobron selecteren ............63
2 ä / å
Volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren bij actieve radio ...73
of volgend(e)/vorig(e)
track/afbeelding
selecteren bij actieve
externe apparaten .................80
of volgende/vorige
vermelding in
gesprekslijst/contactenlijst
selecteren als de
telefoonportal actief en de
gesprekslijst/contactenlijst
geopend is ............................ 92
3 G
Kort indrukken: startmenu
openen
Lang indrukken: bij actieve
Apple CarPlay™ of
Android™ Auto,
desbetreffend menu
weergeven ............................ 86
4 x
Stiltefunctie activeren/
deactiveren ........................... 63
5 À / Á
Omhoog-/omlaagdraaien:
volume verhogen/verlagen6 v
Telefoongesprek
aannemen ............................. 92
of gesprekslijst/
contactenlijst openen ............92
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ..................................... 92
7 w
Spraakherkenning
activeren ............................... 87
Page 63 of 135

Inleiding63GebruikBedieningselementen
Het Infotainmentsysteem is te bedie‐ nen met functietoetsen, een aanraak‐ scherm en op het display weergege‐
ven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden via:
● de centrale bedieningseenheid op het bedieningspaneel 3 60
● het aanraakscherm 3 66
● audioknoppen op het stuurwiel 3 60
● de spraakherkenning 3 87
Het Infotainmentsysteem in- of
uitschakelen
Druk kort op X om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐
bron actief.
Let op
Sommige functies van het Infotain‐
mentsysteem werken alleen als het
contact wordt ingeschakeld of de
motor draait.Druk lang op X om het systeem uit te
schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als u het Infotainmentsysteem
inschakelt met een druk op X terwijl
het contact uitstaat, dan schakelt het systeem automatisch uit na
10 minuten.
Volume instellenDraai aan X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 69.
Snelheidsafhankelijk volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 69 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het Info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te beëindigen. Het laatst gese‐ lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐
ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 66.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Page 64 of 135

64Inleiding
Om naar een andere audiomodus te
gaan: druk op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 73
● Externe apparaten ( USB,
Bluetooth ) 3 82
Let op
Druk in de bovenste regel van een willekeurig scherm op A om snel
naar het audioscherm te gaan dat
momenteel actief is.
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 83
● Filmfuncties 3 85
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het Infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 88.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.