Radio77Activeer of deactiveer Regio.
Als de regio-instelling is geactiveerd,
worden er indien nodig andere
frequenties met dezelfde regionale
programma's geselecteerd. Is de
regio-instelling uitgeschakeld,
worden alternatieve frequenties voor
de zenders geselecteerd zonder
rekening te houden met regionale
programma's.
Digital Audio Broadcasting
DAB zendt radiozenders digitaal uit.
DAB-zenders worden aangeduid met
de programmanaam i.p.v. met de
zendfrequentie.
Algemene aanwijzingen ● Met DAB kunnen verschillende programma's (diensten) op
dezelfde frequentie worden
uitgezonden (ensemble).
● Naast hoogwaardige diensten voor digitale audio is DAB ook in
staat om programmaspecifieke
gegevens en een veelheid aanandere dataservices uit te
zenden, inclusief rit - en
verkeersinformatie.
● Zolang een bepaalde DAB- ontvanger een signaal van een
zender op kan vangen (ook al is
het signaal erg zwak), is de
geluidsweergave gewaarborgd.
● Bij een slechte ontvangst wordt het volume automatisch lager
gezet om onaangename gelui‐
den te vermijden.
Als het DAB-signaal te zwak is
om door de radio te worden geïn‐ terpreteerd, wordt de weergave
geheel onderbroken. Dit
probleem is te vermijden door in
het DAB-menu Koppeling DAB-
DAB en/of Koppeling DAB-FM te
activeren (zie onder).
● Interferentie door zenders op naburige frequenties (een
verschijnsel dat typisch is voor
AM- en FM-ontvangst) doet zich
bij DAB niet voor.
● Als het DAB-signaal door natuur‐
lijke obstakels of door gebouwen
wordt weerkaatst, verbetert dit de ontvangstkwaliteit van DAB,terwijl AM- en FM-ontvangst indie gevallen juist aanmerkelijk
verzwakt.
● Als DAB-ontvangst is ingescha‐ keld, blijft de FM-tuner van het
Infotainmentsysteem op de
achtergrond actief en zoekt dan
continu naar FM-zenders met de beste ontvangst. Als TP 3 76 is
geactiveerd, worden er verkeers‐
berichten doorgegeven van de
best doorkomende FM-zender.
Deactiveer TP als DAB-
ontvangst niet door FM-verkeers‐ berichten moet worden onder‐
broken.
DAB-meldingen
Naast hun muziekprogramma's
zenden veel DAB-zenders ook
diverse categorieën berichten uit. Als
u sommige of alle categorieën acti‐
veert, wordt de momenteel ontvan‐ gen DAB-service bij een bericht uit
deze categorieën onderbroken.
78RadioDruk op Menu op de onderste regel
van het actieve hoofdmenu DAB-
radio om het bijbehorende submenu voor het specifieke golfbereik te
openen.
Blader door de lijst en selecteer DAB-
aankondigingen om een lijst met de
beschikbare categorieën weer te
geven.
Activeer alle of alleen de gewenste
berichtcategorieën. Er kunnen
verschillende berichtcategorieën
tegelijk worden geselecteerd.
Koppeling DAB-DAB Als deze functie is geactiveerd, scha‐
kelt het systeem over op dezelfde
service van een ander DAB-ensem‐
ble (indien beschikbaar) als het DAB-
signaal te zwak is om door de radio te worden opgevangen.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve hoofdmenu DAB-
radio om het bijbehorende submenu
voor het specifieke golfbereik te
openen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer Koppeling DAB-DAB .Koppeling DAB-FM
Als deze functie is geactiveerd, scha‐ kelt het systeem over op eenzelfde
FM-zender van de actieve DAB-
service (indien beschikbaar) als het
DAB-signaal te zwak is om door de
radio te worden opgevangen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer Koppeling DAB-FM .
L-band Via deze functie kunt u definiërenwelke DAB-golfbereiken door het
Infotainmentsysteem moeten worden
ontvangen.
De L-band (normale en satellietradio) is een andere radiofrequentie die u
daarnaast kunt ontvangen.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve hoofdmenu DAB-
radio om het bijbehorende submenu
voor het specifieke golfbereik te
openen.
Blader door de lijst en activeer of
deactiveer L-band.Intellitext
Met de functie Intellitext kunt u extra
informatie ontvangen, zoals financi‐
ele informatie, sport en nieuws.
Let op
De beschikbare content is afhanke‐
lijk van de zender en regio.
Druk op Menu op de onderste regel
van het actieve hoofdmenu DAB-
radio om het bijbehorende submenu
voor het specifieke golfbereik te
openen.
Blader door de lijst en selecteer
Intellitext .
Selecteer één van de categorieën en
kies een specifieke optie om gedetail‐
leerde informatie weer te geven.
EPG
De elektronische programmagids verschaft informatie over het huidige
en komende programma van de
desbetreffende DAB-zender.
Druk op Menu op de onderste regel
van het hoofdmenu DAB-radio en
selecteer vervolgens Zenderlijst.
80Externe apparatenExterne apparatenAlgemene informatie....................80
Audio afspelen ............................. 82
Afbeeldingen weergeven .............83
Films afspelen .............................. 85
Smartphone-applicaties
gebruiken ..................................... 86Algemene informatie
Er zit een USB-poort voor het aanslui‐ ten van externe apparaten in de
middenconsole.
Let op
U moet de USB-poort altijd schoon
en droog houden.
USB-poort
Op de USB-poort kunt u een mp3-
speler, USB-drive, SD-kaart (via
USB-stekker/adapter) of smartphone
aansluiten.
Er kunnen maximaal twee USB-appa‐
raten tegelijk op het Infotainmentsys‐
teem aangesloten zijn.
Let op
Voor het verbinden van twee USB-
apparaten hebt u een externe USB-
hub nodig.
Het Infotainmentsysteem kan audio‐ bestanden afspelen, afbeeldingsbe‐standen weergegeven of filmbestan‐
den afspelen vanaf USB-opslagappa‐ raten.Na het aansluiten op de USB-poortwerken diverse functies van het
bovenvermelde apparaat via de
knoppen en menu's van het Infotain‐
mentsysteem.
Let op
Niet alle aanvullende apparaten
worden ondersteund door het Info‐
tainmentsysteem. In de lijst op onze
website kunt u controleren welke
modellen geschikt zijn.
Een apparaat aansluiten/loskoppelen
Sluit een van bovenstaande appara‐
ten aan op de USB-poort. Gebruik
indien nodig de daartoe bestemde
aansluitkabel. De muziekfunctie start
automatisch.
Let op
Bij het verbinden van een niet-lees‐
baar USB-apparaat verschijnt er een
bijbehorende foutmelding en scha‐
kelt het Infotainmentsysteem auto‐
matisch terug naar de vorige functie.
Ontkoppel het USB-apparaat door
een andere functie te selecteren en
dan het USB-opslagapparaat te
verwijderen.
Externe apparaten81Voorzichtig
Koppel het toestel tijdens het
afspelen niet los. Hierdoor kan het toestel of het Infotainmentsysteem beschadigd raken.
USB automatisch starten
Standaard verschijnt het USB-audio‐ menu automatisch zodra een USB-
apparaat is aangesloten.
Indien gewenst kunt u deze functie
deactiveren.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Instellingen om het instellingenmenu
te openen.
Selecteer Radio, blader naar USB
automatisch starten en druk op de
schermtoets naast de functie.
Druk nogmaals op de schermtoets
om de functie weer te activeren.
Bluetooth
Apparaten die de Bluetooth-muziek‐
profielen A2DP en AVRCP onder‐
steunen kunnen draadloos met het
Infotainmentsysteem worden verbon‐ den. Het Infotainmentsysteem kan de
muziekbestanden afspelen die op
deze apparaten staan.
Een apparaat aansluiten
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het tot stand brengen van een
Bluetooth-verbinding 3 89.
Bestandsformaten en mappen
De maximale capaciteit van een door
het Infotainmentsysteem onder‐
steund apparaat is 2500 muziekbe‐
standen, 2500 afbeeldingsbestan‐
den, 250 filmbestanden,
2500 mappen en 10 niveaus
mappenstructuur. Alleen apparaten
met een formattering in het
FAT16 / FAT32-bestandssysteem
worden ondersteund.
Als de audio-metagegevens afbeel‐ dingen bevatten, verschijnen deze
afbeeldingen op het scherm.Let op
Sommige bestanden worden
wellicht niet goed afgespeeld. Dit
wordt wellicht veroorzaakt door een
ander opnameformaat of de staat
van het bestand.
Bestanden van online-winkels met
digitaal rechtenbeheer (DRM)
kunnen niet worden afgespeeld.
Het Infotainmentsysteem kan de
volgende audio-, afbeeldings- en film‐ bestanden op externe apparaten
afspelen/weergeven.
Audiobestanden
De afspeelbare audiobestandsforma‐ ten zijn MP3 (MPEG-1 layer 3,
MPEG-2 layer 3), WMA, AAC, AAC+,
ALAC OGG WAF (PCM), AIFF, 3GPP
(alleen audio), Audio Books en
LPCM. iPod ®
en iPhone ®
apparaten
spelen ALAC, AIFF, Audio Books en
LPCM af.
Bij het afspelen van een bestand met ID3 tag-informatie kan het Infotain‐
mentsysteem informatie weergeven,
bijv. over de titel van de track en de
artiest.
82Externe apparatenAfbeeldingsbestanden
De weergeefbare afbeeldingsbe‐
standsformaten zijn JPG, JPEG,
BMP, PNG en GIF.
JPG-bestanden moeten 64 tot
5000 pixels breed en 64 tot
5000 pixels hoog zijn.
BMP-, PNG- en GIF-bestanden
moeten 64 tot 1024 pixels breed en
64 tot 1024 pixels hoog zijn.
De bestandsgrootte van de afbeeldin‐
gen mag niet meer dan 1MB zijn.
Filmbestanden
De afspeelbare videobestandsforma‐ ten zijn AVI en MP4.
De maximale resolutie is 1280 x
720 pixels. De herhalingsfrequentie
moet minder dan 30 fps zijn.
De bruikbare codec is H.264/MPEG-4
AVC.
De afspeelbare audio-indelingen zijn
MP3, AC3, AAC en WMA.
Het weergeefbare ondertitelingsfor‐ maat is SMI.Audio afspelen
Muziekfunctie activeren Als het apparaat nog niet met het Info‐
tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 80.
Doorgaans wordt het desbetreffende
hoofdmenu audio automatisch weer‐
gegeven.
Als het afspelen niet automatisch
wordt gestart, bijvoorbeeld omdat
USB automatisch starten is gedeacti‐
veerd 3 80 , moet u de volgende stap‐
pen ondernemen:
Druk op ; en selecteer vervolgens
Audio om het laatst geselecteerde
hoofdmenu audio te openen.
Selecteer Bron in de interactieve
selectiebalk gevolgd door de gewen‐ ste audiobron om het desbetreffende
hoofdmenu audio te openen.
Het afspelen van de audiotracks start
automatisch.
Functietoetsen
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De knop op het scherm
verandert in l.
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op v om de volgende track af
te spelen.
Tik, zodra de track wordt afgespeeld,
binnen twee seconden op t om
terug te gaan naar de vorige track.
Externe apparaten83Terug naar het begin van de huidigetrack gaan
Tik, wanneer de track wordt afge‐
speeld, na twee seconden op t.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd t of v ingedrukt. Laat de
toets los om naar de normale afspeel‐
modus terug te keren.
Ook kunt u de schuifbalk die de posi‐ tie van de huidige track aangeeft naarlinks of rechts verplaatsen.
Tracks in willekeurige volgorde
afspelen
Druk op n om de tracks in willekeu‐
rige volgorde af te spelen. De
schermtoets verandert in o.
Druk nogmaals op o om de functie
Willekeurige volgorde te deactiveren
en terug te gaan naar de normale
afspeelmodus.
Muziek doorbladeren-functie
Druk op het scherm om het blader‐
scherm weer te geven. U kunt ook Menu op de onderste regel van het
hoofdscherm Audio selecteren omhet desbetreffende audiomenu weer
te geven, en vervolgens Muziek
doorbladeren selecteren.
Er verschijnen verschillende catego‐
rieën waarin de tracks gesorteerd
zijn, bijv. Playlists, Artiesten of
Albums .
Selecteer de gewenste categorie,
subcategorie (indien beschikbaar) en
kies dan een track.
Selecteer de track om de weergave te
starten.
Afbeeldingen weergeven
U kunt afbeeldingen bekijken vanaf
een USB-apparaat dat op de USB-
poort is aangesloten.
Let op
Uit veiligheidsoverwegingen zijn
bepaalde functies uitgeschakeld
tijdens het rijden.
Afbeeldingenweergave activeren
Als het apparaat nog niet met het Info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 80.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Gallery om het hoofdmenu media te
openen.
Druk op l om het hoofdmenu afbeel‐
dingen te openen en een lijst met
opgeslagen afbeeldingen op het
USB-apparaat weer te geven. Selec‐
teer de gewenste afbeelding.
Externe apparaten85Druk op + of - om de instellingen aan
te passen.
Films afspelen U kunt films bekijken vanaf een USB-
apparaat dat op de USB-poort is
aangesloten.
Let op
Voor uw eigen veiligheid werkt de
filmfunctie onderweg niet.
Filmfunctie activeren
Als het apparaat nog niet met het Info‐ tainmentsysteem verbonden is,
verbind het apparaat dan 3 80.
Druk op ; en selecteer vervolgens
Gallery om het hoofdmenu media te
openen.
Druk op m om het hoofdmenu film te
openen en de gewenste map en/of
film te selecteren.
De film wordt afgespeeld.
Functietoetsen
Volledig scherm
Selecteer x om de film in de modus
Volledig scherm af te spelen. Druk op het scherm om de modus Volledig
scherm te verlaten.
Afspelen onderbreken en hervatten
Druk op = om het afspelen te onder‐
breken. De knop op het scherm
verandert in l.
Druk op l om het afspelen te hervat‐
ten.
Volgende of vorige track afspelen
Druk op c om het volgende filmbe‐
stand af te spelen.
Druk, zodra de film wordt afgespeeld, binnen vijf seconden op d om terug
te gaan naar het vorige filmbestand.
Terug naar het begin van de huidige
film gaan
Druk, wanneer de film wordt afge‐
speeld, na vijf seconden op d.
Snel vooruit en achteruit gaan
Houd d of c ingedrukt. Laat de toets
los om naar de normale afspeelmo‐
dus terug te keren.
Filmmenu
Selecteer Menu op de onderste regel
van het scherm om het Menu Film
weer te geven.
86Externe apparaten
Klok- en temperatuurweergave
Activeer voor het weergeven van tijd
en temperatuur in de volledige-
schermmodus Klok. Temperatuurdis‐
play .
Display-instellingen
Selecteer Display-instellingen om
een submenu voor de helderheid en
het contrast te openen.
Druk op + of - om de instellingen aan
te passen.
Smartphone-applicaties
gebruiken
TelefoonweergaveDe smartphone-applicaties Apple CarPlay en Android Auto geven de
geselecteerde apps van uw smart‐
phone weer op het infotainments‐
cherm. U kunt ze bedienen met de
bedieningsorganen van het Infotain‐
mentsysteem.
Controleer bij de fabrikant van het
apparaat of deze functie op uw smart‐ phone kan worden gebruikt en of de
applicatie beschikbaar is in het land
waar u zich bevindt.
De smartphone voorbereiden
Android-telefoon: Download de
Android Auto-app naar uw smart‐
phone vanaf de Google Play ™ Store.
iPhone: Controleer of Siri ®
op uw
smartphone geactiveerd is.
Telefoonweergave activeren in het
instellingenmenu
Druk op ; om het startscherm weer
te geven en selecteer vervolgens
Instellingen .Blader door de lijst naar
Apple CarPlay of Android Auto .
Zorg ervoor dat de desbetreffende
applicatie is geactiveerd.
Mobiele telefoon verbinden
Sluit de smartphone aan op de USB-
poort 3 80.
Telefoonweergave starten
Druk op ; en selecteer vervolgens
Weergave om de telefoonweergave‐
functie te starten.
Let op
Als de toepassing door het infotain‐
mentsysteem wordt herkend, kan
het toepassingspictogram wijzigen in Apple CarPlay of Android Auto .
U kunt ook enkele seconden ; inge‐
drukt houden om de functie te starten.
Het getoonde telefoonweergave‐
scherm is afhankelijk van uw smart‐
phone en de softwareversie.
Teruggaan naar het
infotainmentscherm
Druk op ;.