4InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.................4
Antidiefstalfunctie ........................... 6
Overzicht bedieningselementen ....8
Gebruik ........................................ 14
Geluidsinstellingen ......................18
Volume-instellingen .....................20Algemene aanwijzingen
Infotainment-systeem Het infotainmentsysteem biedt u
eersteklas infotainment voor in uw
auto.
De radio is uitgevoerd met
6 zendertoetsen voor het opslaan van radiozenders op de golfbereiken AM
en FM, Autostore - een functie voor
het automatisch opslaan van radio‐
zenders - en Radio Data System
(RDS) voor een betere ontvangst en
verkeersinformatie.
De cd-speler kan audio-cd's, cd-r en
cd-rw cd's en, afhankelijk van de
versie, mp3 cd's afspelen.
De digitale geluidsprocessor biedt u
voorgeprogrammeerde en specifieke
equalizermodi voor een optimaal
geluid 1)
.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de
heldere displays kunt u het systeem
gemakkelijk en intuïtief bedienen.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Handsfreesysteem met
multimedia
Het handsfreesysteem is compatibel
met de radio met cd / mp3-speler .
Hiermee kunt u diverse telefoon- en
audiofuncties met de stuurbedie‐
ningsknoppen of het stemherken‐
ningssysteem bedienen.
Het handsfreesysteem is uitgevoerd
met Bluetooth -technologie voor
mobiele telefoons, de SMS-tekstbe‐
richtenlezer, USB-mediaspeler en is
zodanig geprogrammeerd dat het een breed scala aan gesproken opdrach‐
ten herkent.1) Alleen radio met cd / mp3-speler .
Inleiding5Met Bluetooth -technologie kunt u een
verbinding tot stand brengen tussen
een Bluetooth -mobiele telefoon en
het handsfreesysteem, zodat u de
telefoon ook in de auto kunt gebrui‐
ken.
De SMS berichtenlezer gebruikt
spraaksynthese en Bluetooth-tech‐
nologie om op de mobiele telefoon
ontvangen tekstberichten via de auto‐
luidsprekers voor te lezen.
Let op
Niet elke mobiele telefoon onder‐
steunt alle functies van een hand‐
sfreetelefoonsysteem. De mogelijke
telefoonfuncties zijn afhankelijk van
de betreffende mobiele telefoon en
de netwerkprovider.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing in het handboek van uw mobiele tele‐foon of neem contact op met uwnetwerkprovider.
Met de mediaspeler kunt u digitale
audio op een USB-apparaat afspelen en bedienen. Externe apparaten voor
gegevensopslag, bijv. iPod of mp3-
speler kunnen via de USB-poort op
de mediaspeler worden aangesloten.Met het stemherkennings systeem
kunt u telefoongesprekken voeren en
ontvangen, naar SMS-tekstberichten
gaan en de mediaspeler met een
reeks gesproken opdrachten veilig en comfortabel bedienen.
Andere externe apparaten, bijv.
draagbare cd-speler, kunnen ook
worden aangesloten op de AUX-
ingang en via het Infotainmentsys‐
teem afspelen.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Houd u bij het bedienen van het
Infotainment- en het handsfree‐
systeem aan de verkeersveilig‐
heid.
Zoek bij twijfel over de veiligheid
bij het bedienen eerst een veilige
plek aan de kant van de weg.
Gebruik van deze handleiding
● Deze handleiding beschrijft de beschikbare opties en functies.
Mogelijk zijn bepaalde
bedieningselementen en
omschrijvingen, waaronder
symbolen, displays en
menufuncties, niet op uw auto van toepassing wanneer er
sprake is van een modelvariant, afwijkende landenspecificaties of
speciale uitrusting of
accessoires.
● De inhoudsopgave aan het begin
van de handleiding en in de
afzonderlijke paragrafen geeft
aan waar u de informatie die u
zoekt kunt vinden.
● Met behulp van het trefwoorden‐ register kunt u specifieke infor‐
matie zoeken.
● De displays van het voertuig ondersteunen mogelijkerwijs uw
taal niet.
● Displayteksten en opschriften in het interieur zijn vet gedrukt.
6InleidingWaarschuwing en Voorzichtig9Waarschuwing
Teksten met de vermelding
9 Waarschuwing wijzen op een
mogelijk gevaar voor ongelukken
of verwondingen. Het niet naleven
van deze richtlijnen kan tot
verwondingen leiden.
Voorzichtig
Teksten met de vermelding
Voorzichtig wijzen erop dat de
auto mogelijk beschadigd kan
raken. Het niet naleven van deze
richtlijnen kan tot beschadiging
van de auto leiden.
Symbolen
Verwijzingen naar andere pagina's worden aangeduid met 3. 3 betekent
"zie pagina".
Antidiefstalfunctie
Beveiligingssysteem Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
Het infotainmentsysteem werkt alleen
in uw auto en is daarom voor een dief waardeloos.
Beveiligingscode Bij het eerste gebruik van het Info‐tainmentsysteem en na langdurige
onderbrekingen van de voeding moet
u een 4-cijferige beveiligingscode
(apart meegeleverd) invoeren om het te deblokkeren.
Beveiligingscode invoeren
Bij het voor de eerste keer inschake‐
len van het Infotainmentsysteem
verschijnt het bericht Radiocode - - -
- kort op het display en moet u de
4-cijferige beveiligingscode invoeren.
Als u binnen een ingestelde tijdslimiet geen code invoert, verschijnt Code
invoeren - - - - .Voer de beveiligingscode als volgt in:
● Druk op het Infotainmentsysteem
meerdere malen op de genum‐
merde toets 1 totdat het gewen‐
ste eerste cijfer verschijnt.
● Voer het 2e, 3e en 4e cijfer met de toetsen 2, 3 en 4 op dezelfde
manier in.
Na het invoeren van het 4e cijfer van de beveiligingscode wordt het Info‐
tainmentsysteem na een korte
periode gedeblokkeerd.
Verkeerde code ingevoerd
Bij het invoeren van een onjuiste code klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt Radio geblokkeerd op het
display, samen met een afteltijd.
Wacht totdat de afteltijd verstreken is
en Radio geblokkeerd van het display
verdwijnt en voer de juiste code in.
Elke keer dat de code verkeerd wordt ingevoerd, wordt de afteltijd verdub‐
beld.
Inleiding7CodekaartDe codekaart legt de eigenaar van
het Infotainmentsysteem vast en
bevat het radiomodel, het serienum‐
mer en de radiocode.
Let op
Bewaar de codekaart op een veilige
plek.
Bij diefstal van het Infotainmentsys‐ teem kunt u de betreffende instellin‐ gen deze belangrijke details
verschaffen.
Code handsfreesysteem
Na het juist invoeren van de beveili‐
gingscode van het Infotainmentsys‐
teem en als zowel het Infotainment-
als het handsfreesysteem goed
werkt, kunt u de ID-code van het
handsfreesysteem zien.
Stuurwielknoppen gebruiken: 1. Druk op  / MENU .
2. Selecteer INSTELLINGEN met
R / S en druk op SRC/OK.3. Selecteer Geavanceerde
functies met R / S en druk op
SRC/OK .
4. Selecteer Systeemcode met R /
S en druk op SRC/OK.
De 8-cijferige identificatiecode
verschijnt op het display.
Let op
De 8-cijferige identificatiecode van
het handsfreesysteem is uniek voor
uw handsfreesysteem en kan niet
worden gewijzigd.
U kunt ook met stemherkenning naar de identificatiecode gaan 3 42.
Inleiding111m ON/OFF : in- /
uitschakelen .......................... 14
2 FM : audiobron in FM-radio
veranderen ............................ 24
Ander FM-golfbereik
selecteren (FM1, FM2,
FMA Autostore) .....................24
3 AM : audiobron in AM-radio
veranderen ............................ 24
Ander AM-golfbereik
selecteren (AM1, AM2) .........24
4 MEDIA : andere audiobron
(cd-speler, mediaspeler,
AUX) ..................................... 32
5 MUTE .................................... 20
Radio - geluidsonder‐
drukking/geluidsonder‐
drukking opheffen .................20
Cd-speler , mediaspeler -
pauze/einde pauze ...............20
6 AUDIO : menu Audio-
instellingen ............................ 18
7 MENU : menu
Geavanceerde functies .........278R / S .................................... 14
Draaien: Volume
aanpassen ............................ 20
Indrukken: Door
menuopties op display
bladeren ................................ 14
Radio - indrukken:
Handmatig radiozender
zoeken .................................. 25
Cd-speler - indrukken:
Naar de vorige/volgende
map gaan (mp3 cd's) ............32
Mediaspeler - indrukken:
Naar vorige/volgende
map, artiest, genre enz.
gaan ...................................... 39
9 _ / 6: waarden in
menuopties aanpassen .........14
Radio - indrukken:
Automatisch radiozender
zoeken .................................. 25
Cd-speler - kort indrukken:
Naar vorige/volgende track ...32Lang indrukken: Snel
achteruit / vooruit spoelen .....32
Mediaspeler - indrukken:
Naar vorige/volgende track ...39
10 Zendertoetsen 1...6 ..............24
Kort indrukken:
Opgeslagen radiozender
oproepen ............................... 25
Lang indrukken:
Radiozender opslaan ............26
11 Cd uitwerpen ......................... 32
Inleiding131Â / MENU ............................. 56
Kort indrukken: Naar
menu's gaan ......................... 14
Kort indrukken:
Menuopties bevestigen .........56
Telefoon - kort indrukken:
Gesprek aannemen ..............56
Kort indrukken:
Wisselgesprek voeren ........... 56
Lang indrukken: Gesprek
afwijzen, gesprek
beëindigen ............................ 56
Berichtenlezer - getoond
tekstbericht selecteren ..........56
2 Ã / q .................................... 56
Menu afsluiten of terug
naar vorige menu zonder
opslaan ................................. 56
Mediaspeler - pauze/einde
pauze .................................... 51Telefoon -
microfoongeluid tijdens
telefoongesprek
onderdrukken/weer
inschakelen ........................... 51
Beltoongeluid voor
ontvangen gesprekken
onderdrukken ........................ 51
Berichtenlezer - lezen van
een tekstbericht
onderbreken .......................... 56
Stemherkenning -
gesproken bericht
onderbreken .......................... 42
Stemherkenning
deactiveren ........................... 42
3 s........................................... 42
Kort indrukken:
Stemherkenning activeren ....42
Kort indrukken:
Gesproken melding
onderbreken en nieuwe
gesproken opdracht geven ...42
Lang indrukken: Laatst
gesproken bericht herhalen ..424
< / ] ..................................... 20
Volume aanpassen ...............20
5 R / S .................................... 56
Door menuopties op
display bladeren ....................56
Mediaspeler - tracks
selecteren ............................. 39
Berichtenlezer - door
tekstberichten bladeren ........56
6 SRC/OK ................................ 56
Menuopties bevestigen .........56
Andere audiobron (radio,
cd-speler, mediaspeler) ........56
Telefoon -
telefoongesprek tussen
handsfreesysteem en
mobiele telefoon
doorverbinden ....................... 56
Berichtenlezer - getoond
tekstbericht selecteren ..........56
14InleidingGebruikRegelingen voor radio met cd-
speler:
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio- en cd-spelerfuncties en diverse aanpasbare radio- en
audio-instellingen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de
menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met de ON/OFF draaiknop in. De
eerder gebruikte audiobron klinkt.
Na het verwijderen van de sleutel uit
het contactslot blijft het Infotainment‐
systeem werken.
Houd draaiknop ON/OFF ingedrukt
om uit te schakelen. Zo niet, dan
schakelt het systeem na ong.
20 minuten uit, om ontladen van de
accu te voorkomen.
Volume Draai aan de ON/OFF draaiknop om
het volume in te stellen.De actuele instelling verschijnt op het
display.
Maximaal opstartvolume
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt standaard het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit lager was dan het vaste
inschakelvolume.
Automatische volumeaanpassing
Bij het aanpassen van het volume tijdens een verkeersbericht blijft de
nieuwe instelling alleen tijdens het
bericht en gaat het automatisch terug
naar de eerdere volume-instelling.
Mute / pauze
Druk op de ON/OFF draaiknop voor
geluidsonderdrukking van de radio of pauze van de cd-speler. Op het
display verschijnt Mute of Pause.
Druk opnieuw op ON/OFF voor
inschakelen van het geluid/einde van de pauze.
Let op
Bij het automatisch aanpassen van het volume annuleert u de functie
mute/pauze.Menu's op het displayscherm
Met de functietoetsen op het Infotain‐ mentsysteem hebt u toegang tot en
navigeert u in de displaymenu's en
kunt u waarden aanpassen:
● Druk meerdere malen op AUDIO voor toegang tot de
menuopties Audio-instellingen
3 18.
● Druk meerdere malen op MENU
voor toegang tot de menuopties
Geavanceerde functies 3 27.
● Druk op of _ of 6 om waarden in
menuopties aan te passen.
Wijzigingen worden opgeslagen en
menu's worden na korte tijd automa‐
tisch afgesloten.
Bedieningsstanden
Radio
De radio werkt via de functietoetsen:
● Druk op SRC om de audiobron in
radio te veranderen.
● Druk meerdere keren op BAND
om een ander golfbereik te selec‐
teren (FM1, FM2, FMT Auto‐
store, AM).
Inleiding15Houd BAND ingedrukt voor Auto‐
store van zenders.
● Vraag een opgeslagen radiozen‐
der op met de zendertoetsen
1...6 .
Sla een radiozender op door
1...6 ingedrukt te houden.
● Druk op _ of 6 om naar radio‐
zenders te zoeken.
De radio gebruiken 3 24.
CD-speler
De cd-speler werkt via de functietoet‐ sen:
● Druk op SRC om de audiobron in
cd-speler te veranderen.
● Druk op _ of 6 om naar de vorige/
volgende track te gaan. Ingedrukt
houden voor snel achteruit / voor‐
uit spoelen.
● Druk op f om een cd uit te
werpen.
CD-speler gebruiken 3 32.Regelingen voor radio met cd /
mp3-speler
Het Infotainmentsysteem is uitge‐
voerd met radio-, cd-speler- (ook
compatibel met mp3 cd), USB-media‐
speler- en AUX-functies en diverse
aanpasbare radio- en audio-instellin‐ gen.
Het Infotainmentsysteem werkt met
een draaiknop, functietoetsen en de
menu's op het display.
In- / uitschakelen
Schakel het Infotainmentsysteem
met de toets X ON/OFF in. De eerder
gebruikte audiobron klinkt.
Druk op X ON/OFF om uit te schake‐
len.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem actief is
bij uitgeschakeld contact, schakelt
het na ong. 20 minuten uit, om ontla‐
den van de accu te voorkomen.
Volume Draai aan de R/S draaiknop om het
volume in te stellen.De actuele instelling verschijnt op het
display.
Maximaal opstartvolume
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt standaard het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld mits dit lager was dan het vaste
inschakelvolume.
Automatische volumeaanpassing
Bij het aanpassen van het volume tijdens een verkeersbericht blijft de
nieuwe instelling alleen tijdens het
bericht en gaat het automatisch terug
naar de eerdere volume-instelling.
Mute / pauze
Druk op de toets MUTE voor geluids‐
onderdrukking van de radio of pauze
van de cd-speler of mediaspeler. Op
het display verschijnt Mute of Pause.
Druk opnieuw op MUTE voor inscha‐
kelen van het geluid/einde van de pauze.
Let op
Bij het automatisch aanpassen van
het volume annuleert u de functie
mute/pauze.