MOTORKAP
De motorkap openen
Ontgrendel de beide motorkapvergrendelin-
gen.
Open de motorkap en zoek de veiligheidsver-
grendeling die zich in het midden van de
motorkapopening bevindt. Duw de veilig-
heidspal naar de linkerkant van het voertuig
om de motorkap te openen. U moet mis-schien licht op de motorkap drukken voordat
u op de veiligheidsvergrendeling drukt.
Schuif de motorkapsteun in de sleuf op de
motorkap.
Motorkap sluiten
U sluit de motorkap door de motorkapsteun
te verwijderen uit het motorkappaneel en in
de borgklem te drukken. Laat de motorkap
langzaam zakken. Zet beide motorkapver-
grendelingen vast.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
ACHTERKLEP
De achterklep kan worden ontgrendeld met
de sleutel, de sleutelhouder met afstandsbe-
diening, met de schakelaars voor de centrale
portiervergrendeling op de voorportieren ofdoor de handgreep vast te pakken indien deze
is uitgerust met Keyless Enter-N-Go.
Om de achterklep te openen, trekt u aan de
handgreep van de klep.
OPMERKING:
Sluit het klapraam voordat u de achterklep
probeert te sluiten (uitsluitend op modellen
met Hard Top).
Plaatsen van motorkapvergrendelingHandgreep achterklep
63
DE MOTOR STARTEN
Voordat u het voertuig start, moet u uw stoel
verstellen, de binnen- en buitenspiegels ver-
stellen en uw autogordel vastmaken.
WAARSCHUWING!
• Verwijder altijd de sleutelhouder uit het
voertuig bij het verlaten van het voertuig
en sluit het voertuig af.
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Een kind zou de knoppen
WAARSCHUWING!
van de elektrische raambediening of an-
dere schakelaars kunnen bedienen of de
auto in beweging kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
Normaal starten
Motor inschakelen met de knop ENGINE START/
STOP
1. De schakelhendel moet in de stand PARK
of NEUTRAL staan.
2. Houd het rempedaal ingetrapt terwijl u
één keer op de knop ENGINE START/
STOP drukt.
3. Het systeem neemt het dan over en pro-
beert de auto te starten. Als de auto niet
start, wordt de startmotor automatisch na
10 seconden uitgeschakeld.
4. Als u de startpogingen wilt onderbreken
voordat de motor aanslaat, drukt u nog-
maals op de knop.OPMERKING:
Bij normaal starten van een koude of warme
motor hoeft u het gaspedaal niet te bedienen.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE START/
STOP (motor aan/uit)
1. Zet de schakelhendel in de stand PARK en
druk vervolgens kort op de knop ENGINE
START/STOP (motor aan/uit).
2. Het contact keert terug naar de stand OFF.
3. Als de schakelhendel niet in de stand
PARK staat (terwijl het voertuig stilstaat)
en één keer op de knop ENGINE START/
STOP wordt gedrukt, selecteert de trans-
missie automatisch de stand PARK en
wordt de motor uitgeschakeld. Het con-
tact blijft echter in de stand ACC (NIET de
stand OFF). Verlaat een auto nooit als
deze niet in de stand PARK staat, omdat
de auto dan kan wegrollen.
4. Als de schakelhendel in de stand NEU-
TRAL staat en de rijsnelheid lager is dan
8 km/h (5 mph), wordt de motor uitge-
schakeld als één keer op de knop START/
STOP wordt gedrukt. Het contact blijft in
de stand ACC.
157
Als het voertuig niet in de stand PARK staat en
de bestuurder de motor uitschakelt, kan het
voertuig de automatische handremfunctie in-
schakelen.
De automatische handremfunctie wordt inge-
schakeld wanneer alle aan deze voorwaarden
wordt voldaan:
• De auto is voorzien van een achttraps ver-
snellingsbak
• Het bestuurdersportier is open. In gevallen
waarin het bestuurdersportier is verwijderd
zou het feit dat er niemand op de bestuur-
dersstoel zit (een sensor in het zitkussen
detecteert het ontbreken van de bestuur-
der) een extra activering vormen.
• Het voertuig staat niet in de stand PARK
• De rijsnelheid is 0 mph (0 km/u)
• De contactschakelaar is van RUN naar OFF
gezetOPMERKING:
Voor voertuigen met Keyless Go wordt de
motor uitgeschakeld en wordt de contact-
schakelaar in de ACC-stand gezet. Na 30 mi-
nuten gaat de contactschakelaar automa-
tisch naar de stand OFF, tenzij de bestuurder
de contactschakelaar in de stand OFF zet.
Als het voertuig niet in de stand PARK staat en
de bestuurder het voertuig verlaat terwijl de
motor draait, schakelt het voertuig mogelijk de
automatische handremfunctie in.
De automatische handremfunctie wordt inge-
schakeld wanneer alle aan deze voorwaarden
wordt voldaan:
• De auto is voorzien van een achttraps ver-
snellingsbak
• Het bestuurdersportier is open. In gevallen
waarin het bestuurdersportier is verwijderd
zou het feit dat er niemand op de bestuur-
dersstoel zit (een sensor in het zitkussen
detecteert het ontbreken van de bestuur-
der) een extra activering vormen.• Het voertuig staat niet in de stand PARK
• Het bestuurdersportier is verwijderd
• De rijsnelheid is 1,2 mph (2,0 km/u) of
lager
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is
niet vastgegespt
• Het bestuurdersportier is open
• Het rempedaal wordt niet ingetrapt
Het BERICHT "AutoPark Engaged Shift to P
then Shift to Gear" (De automatische handrem-
functie is ingeschakeld; schakel naar P en
dan naar versnelling) verschijnt op het instru-
mentenpaneel.
OPMERKING:
In sommige gevallen wordt de ParkSense-
afbeelding weergegeven in de instrumenten-
groep. In dergelijke gevallen moet de scha-
kelhendel worden teruggezet naar "P" om de
gewenste versnelling te selecteren.
159
Een vastzittende auto weer vrijkrijgen . .232
Elektrisch,
ramen....................51
spanningsomvormer...........65
Elektrisch bediende ramen.........51
Elektrisch bediende ramen, automatisch
openen....................53
Elektrische aansluitingen..........64
Elektrische aansluiting, voor
randapparatuur...............64
Elektrisch remregelsysteem,
antiblokkeersysteem...........90
Electronic Roll Mitigation (elektronische
kantelbeveiliging)..........93, 97
Elektrisch schuifdak,
bediening..................61
klembeveiliging..............61
elektrisch schuivende Top..........61
Elektronische snelheidsregeling
(cruisecontrol)..............185
Elektronisch remregelsysteem.......91
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP).....................93
Emissieregelsysteem, onderhoud......87Filters,
airco.....................51
motorolie.................286
Freedom panelen...............58
Gebruiksaanwijzing,
instructieboekje...............5
Geheugenfunctie (geheugenstoelen)....29
Geïntegreerde voedingsmodule
(zekeringen)................211
Gevarenknipperlichten...........206
Gordelsystemen...............109
Grootlichtschakelaar/dimlichtschakelaar .39
Handgeschakelde versnellingsbak .163, 259
Handgeschakelde versnellingsbak,
keuze van het smeermiddel......289
schakelmomenten............164
vloeistofpeil controleren........259
Handleiding voor het trekken van een
aanhangwagen..............199
Handmatige parkeerontgrendeling. . . .231
Hard Top....................58
Hill Start Assist................92
Hoofdsteunen.................33Indicator regeling afdaling..........98
Inleiding...................3,4
Inrijperiode nieuw voertuig........162
Instelbare stuurkolom............36
Instellingen van Uconnect,
Passive Entry programmeren......21
Instructies bij opkrikken.........
.222
Instrumentengroep,
beschrijvingen...............83
display...................70
menu-items................71
Instrumentenpaneel, reinigen.......274
Interieur, verzorging en onderhoud. . . .274
Intervalstand ruitenwissers (intervalschake-
ling van de ruitenwissers)........42
Keuze van koelvloeistof (antivries). . . .286
Keyless Enter-N-Go..............21
Keyless Enter-N-Go,
Passive Entry...............21
Kinderzitje..................134
Kinderzitjes..................134
373
Schema, onderhoud............240
Schoudergordels...............113
Sentry Key, vervangen............16
Servicehulp..................354
Siri.......................349
Sleepogen..................236
Slepen.................199, 234
Slepen,
trekgewicht................199
voertuig met pech............234
vouwwagen of caravan.........200
Slepen achter een camper.........200
Slepen achter een camper,
tussenbak naar neutraalstand (N)
schakelen.................201
tussenbak uit neutraalstand (N)
schakelen.................202
Slepen van een voertuig met pech. . . .234
Sleutelhouder,
het alarm inschakelen..........20
het alarm uitschakelen.........20
Sleutels.....................15
Sleutels,
vervangen.................16
sluiten.....................54
Sneeuwkettingen..............269Snelheidsregeling,
Accel/Decel...............187
annuleren.................188
voortzetten................187
Snelheidsregeling (cruisecontrol).....185
Soft Top..................54, 60
Soft Top sluiten................54
Specificaties,
brandstof (benzine)...........286
olie.....................286
Sperinrichting................177
Spiegels....................38
Spiegels,
verwarmd..................38
Spraakbedieningsopdracht. .338, 339, 342
Spraakherkenningssysteem
(VR)..............338, 339, 342
Stabilisatie-inrichting aanhanger (TSC) . .97
Stabilisatieregeling, aanhanger (TSC) . . .97
Stallen van het voertuig........50, 270
Starten
....................157
Starten,
knop.....................17
met afstandsbediening..........18
Starten en rijden..............157
Starten met startkabels..........228
Startprocedures...............157Startsysteem met afstandsbediening . . .18
Steun, hoofdsteun..............33
Stoelen.....................29
Stoelen,
kantelen..................29
neerklapbare achterbank........29
opvouwbare, neerklapbare achterbank .32
verstellen..................29
Stoelen met geheugenfunctie en
autoradio..................29
Stoel met geheugenfunctie.........29
Stoffen dak..................272
Stof, onderhoud...............272
Stopcontact voor randapparatuur.....64
Stop/Start-systeem..........179, 182
Storen.................339, 350
Storingslampje (motorcontrole).......78
Sturen......................36
Sturen,
stuurkolom verstellen..........36
stuur verstellen..............36
verwarmd stuur..............37
Stuurbediening audiosysteem.......298
Stuurbekrachtigingsvloeistof.......289
Tanken....................192
Telefoon (Uconnect)............331
INDEX
376