BELANGRIJK
80)Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De
afgegeven vonk kan explosie van de accu
tot gevolg hebben en ernstige schade
veroorzaken. Gebruik alleen het specifieke
massapunt; gebruik geen andere
blootgestelde metalen onderdelen.
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
173)
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
onderbreking van de brandstoftoevoer
met afzetten van de motor als gevolg;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
inschakeling van de binnenverlichting;uitschakeling van de ventilatie van de
klimaatregeling;
inschakeling van de
alarmknipperlichten (om de lichten uit te
schakelen moet de resetprocedure
worden uitgevoerd die hierna wordt
beschreven).
Wanneer het systeem wordt
ingeschakeld, verschijnt er bij sommige
versies een bericht op het display. Op
dezelfde manier wordt de bestuurder met
een speciaal bericht op het display
gewaarschuwd als het systeem niet
correct werkt.
BELANGRIJK Controleer het voertuig
zorgvuldig op brandstoflekkage,
bijvoorbeeld in de motorruimte, onder
het voertuig of in de buurt van de tank.
Draai na een botsing de contactsleutelnaar STOP om te voorkomen dat de
accu leegloopt.
Resetprocedure
Om de correcte werking van het voertuig
te herstellen, moet de volgende
procedure worden uitgevoerd (deze
procedure moet binnen een minuut na de
start voltooid worden):
zet de startinrichting naar MAR;draai de richtingaanwijzer naar rechts,
vervolgens naar links, dan weer naar
rechts en weer naar links;
zet de richtingaanwijzer naar links uit;draai de startinrichting naar STOP;draai de contactsleutel naar MAR.
LPG-versies
In geval van een botsing, wordt de
brandstoftoevoer onmiddellijk afgesloten,
worden de LPG-veiligheidskleppen
gesloten en wordt de inspuiting
onderbroken om de motor uit te zetten.
229
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is essentieel voor een
lange levensduur van de auto onder
optimale omstandigheden. Daarom heeft
Jeep een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die op
vaste afstandsintervallen en, bij bepaalde
versies, op vaste tijdsintervallen
uitgevoerd moeten worden, zoals
beschreven in het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema.
Voor elke onderhoudsbeurt moet u echter
letten op wat er beschreven is in het
Geprogrammeerd Onderhoudsschema
(bijv. het regelmatig controleren van
vloeistofniveaus, bandenspanning, enz.).
Het Geprogrammeerd
Onderhoudsschema moet uitgevoerd
worden door het Jeep Servicenetwerk op
van te voren vastgestelde tijdstippen.
Eventuele reparaties die nodig blijken
tijdens het uitvoeren van de diverse
inspecties en controles van het
geprogrammeerd onderhoud, mogen
uitsluitend worden uitgevoerd na
uitdrukkelijke toestemming van de
eigenaar. Als de auto dikwijls gebruikt
wordt voor het trekken van aanhangers,
dan moet een korter interval tussen de
geprogrammeerde onderhoudsbeurten
worden aangehouden.
BELANGRIJK De onderhoudsbeurten
van het Geprogrammeerde Onderhoud
zijn door de fabrikant voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het
vervallen van de garantie tot gevolg
hebben. Het wordt geadviseerd het
Jeep Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine
defecten en niet te wachten tot de
volgende onderhoudsbeurt.
PERIODIEKE CONTROLES
Elke1000km of vóór een lange reis
controleren en eventueel bijvullen:
niveau motorkoelvloeistof;remvloeistofniveau;vloeistofniveau ruitensproeier;conditie en spanning banden;werking verlichting (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten,
enz.);
werking ruitenwissers/-sproeiers en
stand/slijtage wisserbladen voor/achter.
Elke3.000km controleren en eventueel
bijvullen: motorolieniveau.
ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO
Als het voertuig gebruikt wordt onder de
volgende omstandigheden:
Wetshandhavingsautoriteiten (of
beveiligingsdiensten), taxi’s
het trekken van aanhangers of
caravans;
het rijden op stoffige wegen;talrijke korte ritten (minder dan
7-8 km) en bij buitentemperaturen onder
het vriespunt;
de motor vaak stationair draait of
lange afstanden worden gereden bij lage
snelheden of als de auto lang niet wordt
gebruikt;
de volgende controles dienen vaker te
worden uitgevoerd dan aangegeven in het
Geprogrammeerd onderhoudsschema:
remblokken van schijfremmen voor op
conditie en slijtage controleren;
sloten van motorkap en achterklep op
aanwezigheid van vuil controleren,
mechanismen reinigen en smeren;
visueel de toestand controleren van:
motor, versnellingsbak, transmissie,
slangen en leidingen (uitlaat/brandstof-
en remsysteem) en rubber elementen
(hoezen/slangen /bussen enz.);
laadtoestand accu en niveau
accuvloeistof (elektrolyt) controleren;
conditie van aandrijfriemen van
hulporganen visueel controleren;
motorolie en oliefilter controleren en
zo nodig vervangen;
pollenfilter controleren en zo nodig
vervangen;
luchtfilter controleren en zo nodig
vervangen.
238
ONDERHOUD EN ZORG
ONDERHOUDSSCHEMA (1.4 T-Jet 120 pk LPG / 1.4 Turbo Multi Air / 2.4 Tigershark versies)
BELANGRIJK Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende interval
verstrijken!
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en eventueel
bandenspanning regelen: conditie/vervaldatum lading
TireKit controleren (indien aanwezig)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1)
Inspecteer visueel de staat van: LPG-leidingen en
stekkers, bevestiging LPG-tank (1.4 T-Jet 120 pk
LPG-versies)
Uitlaatgasemissie controleren
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
239
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (1.6 E.Torq-versies)
BELANGRIJK Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende interval
verstrijken!
km x 100015 30 45 60 75 90 105 120 135 150
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en eventueel
bandenspanning regelen: conditie/vervaldatum lading
TireKit controleren (indien aanwezig)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie controleren
(1)Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
245
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA (Dieselversies)
BELANGRIJK Wanneer u de laatste reparatie uit de tabel hebt uitgevoerd, moet u verder gaan met het geprogrammeerde
onderhoud. Volg daarbij de in het schema vermelde termijnen en plaats bij elke reparatie een punt of een opmerking.
Waarschuwing: als het onderhoud gewoon vanaf het begin wordt hervat, kan de voor sommige werkzaamheden geldende interval
verstrijken!
km x 100020 40 60 80 100 120 140 160 180 200
Jaren12345678910
Conditie/slijtage banden controleren en eventueel
bandenspanning regelen: conditie/vervaldatum lading
TireKit controleren (indien aanwezig)
Werking verlichtingssysteem (koplampen,
richtingaanwijzers, alarmknipperlichten, bagageruimte,
interieur, dashboardkastje, lampjes instrumentenpaneel,
enz.) controleren
De vloeistofpeilen controleren en eventueel bijvullen(1)
Uitlaatgasemissie controleren
(1) Gebruik voor het bijvullen altijd uitsluitend de in het instructieboek vermelde vloeistoffen en controleer het systeem eerst op schade.
249
188)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen
altijd met een speciale bril beschermd
worden.
BELANGRIJK
83)Let erop dat de verschillende types
vloeistoffen tijdens het bijvullen niet
verwisseld worden: ze mogen absoluut niet
onderling gemengd worden! Bijvullen met
een ongeschikte vloeistof kan leiden tot
ernstige schade aan het voertuig.
84)Het olieniveau mag nooit boven het
MAX-teken komen.
85)Vul geen olie bij met andere
kenmerken dan de olie waarmee de motor
is gevuld.
86)PARAFLU
UPantivriesvloeistof wordt
gebruikt in het motorkoelsysteem; gebruik
voor het bijvullen hetzelfde vloeistoftype
als het type dat al in het koelsysteem zit.
PARAFLU
UPmag niet met andere typen
antivriesvloeistoffen worden gemengd. Als
er toch bijgevuld is met een ongeschikt
product, start dan in geen geval de motor
en neem contact op met het Jeep
Servicenetwerk.87)Vermijd elk contact tussen de uiterst
corrosieve remvloeistof en de gelakte
delen. Spoel bij contact onmiddellijk uit
met rijkelijk water.
88)Onjuiste installatie van elektrische en
elektronische apparatuur kan leiden tot
ernstige schade aan de auto. Als u, na
aanschaf van het voertuig, accessoires
(bijv. alarmsysteem, mobiele telefoon enz.)
wilt laten installeren, neem dan contact op
met het Jeep Servicenetwerk, dat de
meest geschikte apparaten weet aan te
raden en vooral kan beoordelen of een
accu met een grotere capaciteit nodig is.
BELANGRIJK
4)De gebruikte motorolie en oliefilters
bevatten stoffen die schadelijk zijn voor
het milieu. Het verdient aanbeveling de
olie en de filters te laten vervangen door
het Jeep Servicenetwerk
5)Gebruikte versnellingsbakolie bevat
stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor het
milieu. Het wordt geadviseerd contact op
te nemen met het Jeep Servicenetwerk om
de vloeistof te laten vervangen.6)Accu’s bevatten stoffen die zeer
gevaarlijk zijn voor het milieu. Neem voor
het vervangen van de accu contact op met
het Jeep Servicenetwerk.
262
ONDERHOUD EN ZORG
informeren over de vervaldatum van het
onderhoudsinterval.
Om gebruik te maken van de toepassing,
op de grafische toets "my:Car" drukken:
op het display verschijnt een hoofdstuk
"care:Index" waarin alle gedetailleerde
informatie over de status vanhet voertuig
wordt weergegeven. Als op de grafische
toets "Actieve signalering" wordt gedrukt,
kunt u (als deze er zijn) de details over
de in het voertuig gedetecteerde
storingen zien die geleid hebben tot het
aangaan van een waarschuwingslampje.
De status van het voertuig kan zowel
bekeken worden op
www.driveuconnect.eu en viaApp
Uconnect™LIVE.
INSTELLINGEN
Druk op de knop INSTELLINGENop
het voorpaneel voor de weergave van het
hoofdmenu "Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Het menu omvat ongeveer de volgende
opties:
SchermEenheden;SpraakTijd en datumVeiligheid/Hulp (indien aanwezig)Remmen (indien aanwezig)Lichten (indien aanwezig)
Portieren & VergrendelingOpties voertuig uitAudioTelefoon/BluetoothInstelling SiriusXM (waar aanwezig);Radio instellenInstellingen resettenPersoonlijke gegevens wissenApps herstellen
Veiligheid/Hulp
(indien aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
ParkView-camera
(indien aanwezig)
Met deze functie zijn de volgende
instellingen mogelijk:
"Richtlijnen actief" (indien aanwezig):
hiermee kunnen de dynamische roosters
die de route van het voertuig op het
display aangeven ingeschakeld worden.
"Vertraging Parkview-camera" (indien
aanwezig): hiermee kunt u de weergave
van de beelden van de camera vertragen
wanneer de achteruitversnelling wordt
verlaten.
Forward Collision Warning
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u de wijze
selecteren waarop het Forward Collision
Warning-systeem in werking treedt.De beschikbare opties zijn:
“Uit”: schakelt het systeem uit."Alleen remmen actief": het systeem
grijpt in door de automatische
remwerking te activeren (indien
aanwezig).
"Alarm + Actief Remmen": het systeem
grijpt in door de bestuurder te
waarschuwen met een geluidssignaal en
de automatische remwerking te
activeren.
Gevoel. Front. botsing
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u de "reactiviteit"
van het in werking treden van het
systeem selecteren gebaseerd op de
afstand tot het obstakel. De beschikbare
opties zijn "Near" (dichtbij), "Med"
(gemiddeld) (indien aanwezig), "Far"
(ver).
ParkSense
(indien aanwezig)
Met deze functie kan het type
waarschuwing dat door het
ParkSense-systeem wordt afgegeven
geselecteerd worden.
De beschikbare opties zijn:
“Uit”: schakelt het systeem uit."Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder over de
aanwezigheid van een obstakel met
alleen een geluidssignaal, via de
323
luidsprekers in het voertuig.Geluid en Weergave": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met geluidssignalen
(via de luidsprekers in het voertuig) en
visuele waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
Vol. ParkSense voor
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u het volume van
het geluidssignaal van het Parksense-
systeem voor selecteren.
Vol. ParkSense acht.
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u het volume van
het geluidssignaal van het Parksense-
systeem achter selecteren.
LaneSense alarm
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u de "paraatheid"
van het in werking treden van het
LaneSense-systeem selecteren.
LaneSense Intensiteit
(indien aanwezig)
Deze functie kan gebruikt worden om de
kracht te selecteren die uitgeoefend moet
worden op het stuurwiel om de auto terug
te laten keren in de rijbaan via de
elektrische stuurinrichting, in geval van
een ingreep van het LaneSense-systeem.Side Distance Warning
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u het type waarschuwing
dat door het Side Distance
Warning-systeem wordt gegeven
selecteren.
De beschikbare opties zijn:
“Uit”: schakelt het systeem uit."Alleen geluid": het systeem
waarschuwt de bestuurder over de
aanwezigheid van een obstakel met
alleen een geluidssignaal, via de
luidsprekers in het voertuig.
"Geluid en Weergave": het systeem
waarschuwt de bestuurder dat er een
obstakel aanwezig is met geluidssignalen
(via de luidsprekers in het voertuig) en
visuele waarschuwingen (op het
instrumentenpaneel).
Side Distance Warning Intensiteit
(indien aanwezig)
Hiermee kunt u het volume van het
geluidssignaal dat door het Side Distance
Warning-systeem wordt gegeven
selecteren.
Alarm blinde hoek
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u het type
waarschuwing selecteren ("Alleen geluid"
of "Geluid + Weerg.") om een voorwerp
aan te geven dat zich in de dode hoek
van de achteruitkijkspiegel bevindt.Regensensor
(indien aanwezig)
Met deze functie kunt u de automatische
inschakeling/uitschakeling van de
ruitenwissers wanneer het regent
selecteren.
SPRAAKOPDRACHTEN
OPMERKING Voor talen die niet door het
systeem worden ondersteund, zijn geen
spraakopdrachten beschikbaar.
Om gebruik te maken van
spraakopdrachten, op de toets “Spraak”
op het stuurwiel drukken en de functie
die u wilt activeren hardop uitspreken.
Algemene spraakopdrachten
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van de
toets
op het stuurwiel:HelpAnnulerenHerhalenSpraakbegeleiding
Spraakopdrachten voor de telefoon
De volgende spraakopdrachten kunnen
gegeven worden na het indrukken van de
toets
op het stuurwiel:Bel
324
MULTIMEDIA