3-63
Kenmerken van uw auto
Informatie
Als de motor automatisch wordt
gestart door het ISG-systeem, gaat een
aantal waarschuwingslampjes (ABS,
ESC, ESC OFF, EPS of parkeerrem)
mogelijk een paar seconden branden.
Dit komt door de lage accuspanning.
Het betekent niet dat er een storing in
het systeem aanwezig is.Controlelampje startblokkering (zonder smart key) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als de auto de deblokkeercode van de sleutel herkent als het contact
in de stand ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motor starten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit lampje gaat knipperen:
• In het geval van een storing in hetstartblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een
officiële HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
startblokkering(met smart key) (indien van toepassing)
Dit lampje blijft gedurende
maximaal 30 seconden branden:
• Als de auto de Smart Key in de auto detecteert als de startknop in
de stand ACC of ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit controlelampje knippert een
paar seconden:
• Als er geen Smart Key in de auto wordt gedetecteerd.
- Op dat moment kunt u de motorniet starten.
i
3
3-65
Kenmerken van uw auto
3
High Beam Assist(HBA) Controlelampje (indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden:
• Als het grootlicht is ingeschakeld terwijl de lichtschakelaar in de
stand AUTO staat.
• Als uw auto tegenliggers of voorliggers detecteert, zal het HighBeam Assist (HBA)-systeem het
grootlicht automatisch over-
schakelen naar dimlicht.
Zie “High Beam Assist (HBA)” in
dit hoofdstuk voor meer
informatie.
Controlelampje verlichting AAN
Dit lampje gaat branden:
• Als de parkeerverlichting of het dim-/grootlicht wordt ingeschakeld.
Controlelampje
mistlampen vóór (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
• Als de mistlampen vóór worden ingeschakeld.
Controlelampje
mistachterlicht
Dit lampje gaat branden:
• Als het mistachterlicht wordt ingeschakeld.
Waarschuwingslampje
LED-koplampen (indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje gaat
branden:
• Als het contact of de startknop in de stand ON wordt gezet.
• In het geval van een storing in de LED-koplampen.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
Hyundai-dealer.
Dit waarschuwingslampje gaat
knipperen:
In het geval van een storing in een
onderdeel van de LED-koplampen.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
Hyundai-dealer.
Door blijven rijden terwijl het
waarschuwingslampje LED-kop-
lampen brandt of knippert kan de
levensduur van de LED-koplamp
verkorten.
AANWIJZING
3-68
Kenmerken van uw auto
WaarschuwingslampjeForward Collision-Avoidance Assist (FCA) (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
• Als het contact of de startknop in stand ON wordt gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3seconden branden en gaat dan uit.
• In het geval van een storing in de FCA.
In dat geval adviseren we u de autote laten controleren door een officiële
Hyundai-dealer.
Zie “Forward Collision-Avoidance
Assist (FCA)” in hoofdstuk 5 voor
meer informatie.
Controlelampje Lane Keeping Assist-systeem (LKA) (indien van toepassing)
Dit controlelampje gaat branden:
• [Groen] Er wordt aan de voorwaarden voor de werking van
het systeem voldaan.
• [Wit] Er wordt niet aan de voorwaarden voor de werking van
het systeem voldaan.
• [Geel] In het geval van een storing in het Lane Keeping Assist-systeem.
In dat geval adviseren we u uw autote laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie “Lane Keeping Assist-systeem
(LKA)” in hoofdstuk 5 voor meer
informatie.
Waarschuwingslampje glad wegdek (indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om
de bestuurder te waarschuwen voor
een mogelijk glad wegdek.
Wanneer de temperatuur op de
buitentemperatuurmeter onder
ongeveer 4°C komt, gaan het
waarschuwingslampje voor een glad
wegdek en de buitentempe-
ratuurmeter knipperen en blijven ze
vervolgens branden. Ook klinkt de
waarschuwingszoemer 1 keer.
Informatie
Als het waarschuwingslampje voor
een glad wegdek gaat branden tijdens
het rijden, moet u met meer aandacht
en veiliger rijden en te hoge
snelheden, snelle acceleratie,
plotseling remmen en plotselinge
stuurbewegingen vermijden.
i
3-71
Kenmerken van uw auto
3
Portier, motorkap, achterklepopen
Deze waarschuwing wordt
weergegeven om aan te geven dat
een van de portieren, de motorkap of
de achterklep geopend is.
Schuifdak open (indien van toepassing)
Deze waarschuwing wordt weerge-
geven als u de motor uitschakeltterwijl het schuifdak is geopend. Sluit het schuif-/kanteldak goed
wanneer u de auto verlaat.
Verlichtingsmodus
Dit controlelampje geeft aan welke
verlichtingsmodus er is geselecteerd
met de lichtschakelaar.
Controleer, voordat u gaat rijden, of
de portieren/ motorkap/achterklep
geheel gesloten zijn. Controleer of
er geen waarschuwingslampje
geopende portieren/motorkap
/achterklep brandt of een melding
weergegeven wordt op hetinstrumentenpaneel.
OPMERKING
OOS047112OOS047113
OPDE046120
3-73
Kenmerken van uw auto
3
Stuurwielverwarming aan(indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven wanneer u de stuur-
wielverwarming inschakelt.
Zie “Stuurwielverwarming” in dit
hoofdstuk voor meer informatie.
Laag sproeivloeistof niveau(indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven in de onderhoudsher-
inneringsmodus als het ruiten-
sproeiervloeistofreservoir bijna leeg
is.
Laat het ruitensproeiervloeistofre-
servoir bijvullen.
Brandstofniv. laag
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de brandstoftank
bijna leeg is.
Als deze melding weergegeven
wordt, gaat waarschuwingslampje
laag brandstofniveau in het instru-
mentenpaneel branden.
Geadviseerd wordt het dicht-
stbijzijnde tankstation te bezoeken
en zo snel mogelijk te tanken.
Vul zo snel mogelijk brandstof bij.
De motor is oververhit
(indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven wanneer de koelvloei-
stoftemperatuur hoger is dan 120°C.
Dit betekent dat de motor oververhit
is geraakt en schade kan oplopen.
Zie "Oververhitting" in hoofdstuk
6 wanneer de motor oververhitraakt.
Controleer koplamp (indien van toepassing)
Deze waarschuwingsmelding wordt
weergegeven als de koplampen niet
goed werken. De gloeilamp van de
koplamp moet mogelijk vervangen
worden.
Informatie
Vervang de kapotte lamp door een
nieuw exemplaar met hetzelfde
wattage.
i
3-95
Kenmerken van uw auto
Informatie head-up display
1. InformatieTurn-by-turn (TBT)-navigatie
2. Verkeersborden
3. Snelheidsmeter
4. Ingestelde snelheid cruise control
5. Informatie Lane Keeping Assist- systeem (LKA) (indien van toepassing)
6. Informatie Blind-Spot Collision Warning-systeem (BCW) (indien
van toepassing)
7. Waarschuwingslampjes
8. Informatie audio/video Informatie
Als u de informatie van de Turn-by-
turn (TBT)-navigatie hebt
geselecteerd als HUD-inhoud, wordt
de informatie van de Turn-by-turn
(TBT)-navigatie niet weergegeven op
het LCD-display.
Instellingen head-up display
U kunt de instellingen van het head-
up display als volgt op het LCD-
display wijzigen.
• Display Hoogte• Rotatie• Helderheid• Inhoudselectie• Grootte km-teller• Kleur Km-teller
Zie "LCD-display" in dit hoofdstuk
voor meer informatie.
i
3
OOS047082L
3-99
Kenmerken van uw auto
3
3) Wanneer u de lichtschakelaarnaar u toe beweegt terwijl het
grootlicht door de High Beam
Assist (HBA) is ingeschakeld,
wordt het dimlicht ingeschakeld
en wordt de High Beam Assist
(HBA) uitgeschakeld.
4) Wanneer de lichtschakelaar in de stand koplampen wordt
gezet, wordt de High Beam
Assist (HBA) uitgeschakeld en
blijft het dimlicht onafgebroken
branden.
In de volgende gevallen wordt,
wanneer de High Beam Assist (HBA)
in werking is, van grootlicht
overgeschakeld op dimlicht.
- Wanneer de koplampen van een tegemoetkomend voertuig worden gesignaleerd.
- Wanneer de achterlichten van een voorligger worden gesignaleerd.
- Wanneer de koplamp/het achterlicht van een fiets/motorfiets
wordt gesignaleerd.
- Wanneer de omgeving helder genoeg is, is het grootlicht nietnodig. - Wanneer straatlantaarns of andere
verlichting worden gesignaleerd.
- Wanneer de lichtschakelaar niet in de stand AUTO staat.
- Wanneer de High Beam Assist (HBA) is uitgeschakeld.
- Wanneer de rijsnelheid lager is dan 35 km/h.
Waarschuwingslampje
en -melding
Wanneer de High Beam Assist
(HBA) niet goed werkt, wordt de
waarschuwingsmelding gedurende
enkele seconden weergegeven.
Nadat de melding is verdwenen,
gaat het hoofdwaarschuwingslampje
( ) branden. We adviseren u het systeem te latencontroleren door een officiële
Hyundai-dealer.
OOS047127L
Het systeem werkt onder de
volgende omstandigheden
mogelijk niet goed.
Wanneer de verlichting van
een tegemoetkomend voertuig
of voorligger gedimd is
•De verlichting van een
tegemoetkomend voertuig of
voorligger wordt niet
gedetecteerd omdat een lamp
beschadigd, verborgen
enzovoort is.
•De lamp(en) van een
tegemoetkomend voertuig of
voorligger is bedekt met stof,
sneeuw of water.
•Wanneer de koplampen van
de voorligger uitgeschakeld,maar de mistlampen
ingeschakeld zijn, enz.
OPMERKING