4-25
Multimediasysteem
4
Bluetooth®-audio (BT)
(1) Herhalen
Druk op de toets[1] om het herhalen
in en uit te schakelen.
(2) Willekeurige
Druk op de toets [2]om het afspelen
in willekeurige volgorde in en uit te
schakelen.
(3) Afspelen/onderbreken
Druk op de toets [3]om muziek af te
spelen of het afspelen te pauzeren. Informatie
Deze functie wordt door sommige
mobiele telefoons mogelijk niet
ondersteund.
Afspelen
• Druk op de toets [MEDIA]en
selecteer [BT Audio].
Naar een ander muziekstuk gaan
• Druk op de toets [SEEK/TRACK]
om het vorige of volgende
muziekstuk af te spelen.
Informatie
Deze functie wordt door sommige
mobiele telefoons mogelijk niet
ondersteund.
Afspelen herhalen
Selecteer [Herhalen] om alles te
herhalen, het huidige muziekstuk te
herhalen, de categorie te herhalen of
deze functie uit te schakelen.
• Alles herhalen: Alle muziekstukken worden herhaald.
• Huidige muziekstuk herhalen: Het muziekstuk dat op dat moment
wordt afgespeeld, wordt herhaald.
• Categorie herhalen: Alle muziekstukken in de huidige
categorie worden herhaald.
Informatie
De functie voor het herhalen is
ingeschakeld, afhankelijk van de
bediening van het aangesloten
Bluetooth ®
-apparaat.
ii
i
4-26
Multimediasysteem
In willekeurige volgorde afspelen
Selecteer [Willekeurige] om het in
willekeurige volgorde afspelen of het in
willekeurige volgorde afspelen van de
categorie in of uit te schakelen.
• Willekeurige volgorde: demuziekstukken worden in
willekeurige volgorde afgespeeld.
• Categorie in willekeurige volgorde afspelen: alle
muziekstukken in de huidige
categorie worden in willekeurige
volgorde afgespeeld.
Informatie
De functie voor het in willekeurige
volgorde afspelen is ingeschakeld,
afhankelijk van de bediening van het
aangesloten Bluetooth-apparaat.
Menu
Druk op de toets [MENU] en
selecteer de gewenste functie.
• Aansluitingen: Het op dat moment aangesloten Bluetooth ®
-apparaat
kan worden gewijzigd.
• Geluidsinstellingen: De geluidsinstellingen kunnen worden
gewijzigd.
AUX
AUX gebruiken
Druk op de toets [MEDIA]en
selecteer [AUX].
• Sluit het externe apparaat aan op de AUX-aansluiting om AUX uit te
voeren.
Menu
Druk op de toets [MENU]en
selecteer de gewenste functie.
• Geluidsinstellingen: De geluidsinstellingen kunnen worden
gewijzigd.
Telefoon
Informatie
- Gebruik van Bluetooth ®
-
telefoon (BT)
• Bluetooth ®
is een draadloze
netwerktechnologie voor korte
afstanden die gebruikmaakt van een
2,4 GHz frequentie om draadloos
verbinding te maken met allerlei
apparaten binnen een bepaalde
afstand.
• Deze technologie wordt gebruik in PC's, randapparatuur, Bluetooth ®
-
telefoons, tablets, huishoudelijke
apparaten en auto's. Apparaten met
Bluetooth ®
-ondersteuning kunnen
met hoge snelheid gegevens
uitwisselen zonder dat daarvoor een
fysieke kabel moet zijn aangesloten.
• Met Bluetooth ®
Handsfree-apparaten
hebt u eenvoudig toegang tot
telefoonfuncties via mobiele telefoons
met Bluetooth ®
.
• Sommige Bluetooth ®
-apparaten
worden mogelijk niet ondersteund
door de Bluetooth ®
Handsfreefunctie.i
i
4-27
Multimediasysteem
4
• Wanneer er Bluetooth®
-verbinding is
en er wordt geprobeerd te bellen via
een aangesloten telefoon buiten de
auto, wordt er verbinding gemaakt
met de Bluetooth ®
Handsfreefunctie
van de auto.
• Vergeet niet de verbinding met de Bluetooth ®
Handsfreefunctie te
verbreken via uw Bluetooth ®
-
apparaat of het audioscherm.
• De Bluetooth ®
Handsfreefunctie helpt
bestuurders veilig te rijden. Door een
telefoon met Bluetooth ®
-
ondersteuning aan te sluiten op het
audiosysteem van de auto, kunt u
bellen en worden gebeld via het
audiosysteem en kunnen de contacten
worden beheerd. Raadpleeg voor
gebruik het instructieboekje.
• Wanneer u het systeem tijdens het rijden veelvuldig bedient, en u dus
niet goed op de weg kunt letten, kan
dit tot ongevallen leiden. Gebruik het
apparaat niet te vaak tijdens het
rijden.
• Wanneer u gedurende langere tijd op het scherm kijkt, verhoogt dit het risico
op ongevallen. Beperk de tijd dat u op
het scherm kijkt tot een minimum.
Voorzorgsmaatregelen bij het
aansluiten van Bluetooth®-
apparaten
• De volgende Bluetooth ®
-functies
worden door de auto ondersteund.
Bepaalde functies worden doorsommige Bluetooth ®
-apparaten
mogelijk niet ondersteund.
1) Bluetooth ®
Handsfree bellen
2) Functies gebruiken tijdens het bellen (privé, overschakelen,
regeling volume microfoon/
gespreksvolume)
3) De op het Bluetooth ®
-apparaat
opgeslagen oproepgeschiedenis
downloaden
4) De op het Bluetooth ®
-apparaat
opgeslagen contacten
downloaden
5) Automatisch downloaden van contacten/oproepgeschiedenis
wanneer er verbinding metBluetooth ®
is
6) Automatische verbinding met het Bluetooth ®
-apparaat
wanneer de auto wordt gestart
7) Afspelen van gestreamde audio met Bluetooth ® •
Controleer of uw apparaat Bluetooth
®
ondersteunt voordat u het aansluit ophet audiosysteem.
• Zelfs wanneer uw apparaat Bluetooth ®
ondersteunt, kan er
geen Bluetooth ®
-verbinding worden
gemaakt als de Bluetooth ®
-functie
van het apparaat is uitgeschakeld.
Zorg ervoor dat de Bluetooth ®
-
functie is ingeschakeld wanneer u
het apparaat zoekt en er verbindingmee maakt.
• Koppel of verbind Bluetooth ®
-
apparaten met het audiosysteem terwijl de auto stilstaat.
• Als de Bluetooth ®
-verbinding is
verbroken als gevolg van abnormaleomstandigheden terwijl er eenBluetooth ®
-apparaat is aangesloten
(communicatiebereik overschreden,
apparaat uitgeschakeld,
communicatieproblemen, enz.),
wordt er gezocht naar hetBluetooth ®
-apparaat waarmee de
verbinding is verbroken en wordt er
automatisch opnieuw verbindinggemaakt.
4-31
Multimediasysteem
4
Als er apparaten zijn verbonden
Druk op de toets[PHONE] van het
audiosysteem Selecteer [
Instellingen] Selecteer
[Aansluitingen] Selecteer het
Bluetooth ®
-apparaat waarmee u
verbinding wilt maken Selecteer
[Verbinden] Maak verbinding via
Bluetooth ®
.
Informatie
• Er kan slechts één Bluetooth ®
-
apparaat per keer zijn verbonden.
• Wanneer er verbinding wordt gemaakt met een Bluetooth ®
-
apparaat, kunnen er geen andere
apparaten worden gekoppeld.
Aannemen/weigeren van
oproepen
Ontvangen van oproepen wanneer er
verbinding is met Bluetooth ®
.
(1) Naam beller: als het nummer van de beller tussen uw contacten
staat, wordt de bijbehorende
naam weergegeven.
(2) Telefoonnummer binnenkomende oproep: het telefoonnummer van
de binnenkomende oproep wordt
weergegeven.
(3) Aannemen: gesprek aannemen.
(4) Weigeren: oproep weigeren. Informatie
•Wanneer het scherm voor
binnenkomende oproepen wordt
weergegeven, kan het scherm voor
audiomodus of instellingen niet
worden weergegeven. Alleen het
bedienen van het gespreksvolume
wordt ondersteund.
• De functie voor het weigeren van oproepen wordt door sommige
Bluetooth ®
-apparaten mogelijk niet
ondersteund.
• De functie voor het weergeven van het telefoonnummer wordt door
sommige Bluetooth ®
-apparaten
mogelijk niet ondersteund.
i
i
4-32
Multimediasysteem
Bediening tijdens telefoongesprekken
Binnenkomende oproep terwijl er
verbinding met Bluetooth ®
is
Selecteer [Aannemen].
(1) Gespreksduur: De gespreksduur wordt weergegeven.
(2) Naam beller: Als het nummer van de beller tussen uw contacten staat,
wordt de bijbehorende naam
weergegeven.
(3) Telefoonnummer binnenkomende oproep: Het telefoonnummer van de
binnenkomende oproep wordt
weergegeven.
(4) Privémodus: De oproep wordt doorgeschakeld naar een mobiele
telefoon.
(5) Beëindigen: Gesprek beëindigen. (6) Geluid uit: Het uitgaande
stemgeluid wordt geblokkeerd.
Menu
Druk op de toets [MENU]en
selecteer de gewenste functie.
• Overschak: Schakelen tussen gesprekken als er verbinding is
met twee of meer
gesprekspartners.
• Microfoon volume: Afstellen van het uitgangsvolume.
Informatie
• De functie voor privégesprekken wordt door sommige Bluetooth ®
-
apparaten mogelijk niet
ondersteund.
• Het uitgangsvolume verschilt mogelijk, afhankelijk van het type
Bluetooth ®
-apparaat. Als het
uitgangsvolume te hoog of te laag is,
pas dan het volume van de
microfoon aan.
• Het menu om te schakelen tussen gesprekken wordt alleen
weergegeven als er verbinding is
met twee of meer gesprekspartners.
Favorieten
Druk op de toets [PHONE]van het
audiosysteem Selecteer
[Favorieten] De lijst van favorieten
wordt weergegeven.
(1) Favorieten toevoegen: Voeg een gedownload telefoonnummer toe
aan uw favorieten.
(2) Lijst van favorieten: Er wordt een lijst van gekoppelde favorieten
weergegeven. Wanneer u een
favoriet selecteert, kunt u dezebellen.
Menu
Druk op de toets [MENU]en
selecteer de gewenste functie.
• Verwijderen: Een opgeslagen favoriet wissen.
i
4-33
Multimediasysteem
4
Informatie
• Er kunnen maximaal 20 favorieten worden opgeslagen voor elk
gekoppeld Bluetooth ®
-apparaat.
• U hebt toegang tot de favorieten wanneer het Bluetooth ®
-apparaat
van waaruit ze zijn gekoppeld, is
verbonden.
• Het audiosysteem downloadt geen favorieten van Bluetooth ®
-
apparaten. Favorieten moeten voor
gebruik worden opgeslagen.
• Voordat u favorieten kunt toevoegen, moeten ze eerst worden
gedownload.
• Opgeslagen favorieten worden niet bijgewerkt, ook niet wanneer de
contacten van het aangesloten
Bluetooth ®
-apparaat worden
gewijzigd. In dat geval moeten de
favorieten worden verwijderd en
opnieuw worden toegevoegd.Belgeschiedenis
Druk op de toets [PHONE]van het
audiosysteem Selecteer
[Belgeschiedenis] De
oproepgeschiedenis wordt
weergegeven.
(1) Belgeschiedenis: Geeft de gedownloade oproepgeschiedenis
weer.
Wanneer u een favoriet
selecteert, kunt u deze bellen.
(2) SGespreksduur: Geeft de tijdsduur van het gesprek weer.
Menu
Druk op de toets [MENU] en
selecteer de gewenste functie.
• Alle gesprekken: Geeft de volledige oproepgeschiedenis
weer.
• Gemiste gesprekken: Geeft de gemiste oproepen weer.
• Uitgaande gesprekken: Geeft de uitgaande oproepen weer.
• Uitgaande gesprekken: Geeft de binnenkomende oproepen weer.
• Downloaden: De oproepgeschiedenis vanaangesloten Bluetooth ®
-apparaten
wordt gedownload.
Informatie
• Er worden maximaal 50 gebelde nummers, ontvangen oproepen en
gemiste oproepen opgeslagen.
• Wanneer de meest recente oproepgeschiedenis wordt
ontvangen, wordt de bestaande
oproepgeschiedenis gewist.
i
i
4-36
Multimediasysteem
Bluetooth
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
Selecteer [Bluetooth].
• Aansluitingen: Regel het koppelen en wissen van en verbinding
maken met en het verbreken van
de verbinding met Bluetooth ®
-
apparaten.
• Prioriteit autom. Verbinding: Stel de verbindingsprioriteit in vanBluetooth ®
-apparaten wanneer de
auto wordt gestart.
• Prioriteit autom. Verbinding: Contacten kunnen worden
gedownload vanaf aangeslotenBluetooth ®
-apparaten.
• Bluetooth-spraakaanwijzigingen: Afspelen of dempen van
gesproken aanwijzingen voor het
koppelen van, verbinding maken
met en storingen in Bluetooth ®
-
apparaten. Informatie
• Wanneer gekoppelde apparaten worden gewist, worden de
oproepgeschiedenis en de contacten
van het apparaat die in het
audiosysteem zijn opgeslagen,
gewist.
• Bij Bluetooth ®
-verbindingen met
een lage verbindingsprioriteit duurt
het mogelijk even voordat de
verbinding tot stand wordt
gebracht.
• Er kunnen alleen contacten worden gedownload van het Bluetooth ®
-
apparaat dat op dat moment is
aangesloten.
• Als er geen Bluetooth ®
-apparaat is
aangesloten, kan de toets
"Contacten actualiseren" niet
worden gebruikt.
• Als Slowaaks of Hongaars de ingestelde taal is, wordt
stembegeleiding via Bluetooth niet
ondersteund.
Systeem
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem Selecteer [
systeem].
• Taal/Language: wijzig de taal.
• Standaard: reset het audiosysteem.
Informatie
Het systeem wordt teruggezet naar de
standaardwaarden en alle opgeslagen
gegevens en instellingen gaan
verloren.
Weergave Uit
U kunt het scherm uitschakelen
terwijl het audiosysteem in werking
is, om schitteringen te voorkomen.
Druk op de toets [SETUP/CLOCK]
van het audiosysteem Selecteer
[Weergave Uit].
Informatie
Gebruik 'Screensaver' om de
informatie in te stellen die wordt
weergegeven wanneer het systeem
wordt uitgeschakeld.
i
i
i
5-29
Rijden met uw auto
5
In de modus voor handmatig
schakelen kunt u snel overschakelen
tussen de versnellingen door de
selectiehendel naar voren en naar
achteren te bewegen.
Opschakelen (+) : Druk deselectiehendel één
keer naar voren
om één versnelling
op te schakelen.
Terugschakelen (-) : Trek de selectiehendel
één keer naarachteren om één
versnelling terug
te schakelen. Informatie
• Alleen de zeven vooruitver- snellingen kunnen worden
geselecteerd in de handmatige
schakelmodus. Zet de selectiehendel
in stand R (achteruit) of P
(parkeren) om respectievelijk
achteruit te rijden of te parkeren.
• De transmissie schakelt automatisch terug wanneer de auto snelheid
mindert. Als de auto tot stilstand
komt, wordt automatisch de eerste
versnelling ingeschakeld.
• Als het motortoerental het rode gebied nadert, schakelt de
transmissie automatisch op.
• Als de bestuurder de selectiehendel naar\stand + (Up) of - (Down)
beweegt, wordt de gewenste
versnelling mogelijk niet
ingeschakeld als daardoor het
motortoerental buiten het
toegestane gebied zou komen. De
bestuurder moet zelf opschakelen
overeenkomstig de rijomstandig-
heden en ervoor zorgen dat het
motortoerental buiten het rode
gebied blijft.Paddle Shift-bediening
(indien van toepassing)
De Paddle Shift-bediening kan
worden gebruikt als de selectiehendel
in stand D (rijden) of in de handmatige
schakelmodus staat.
i
OOS057006