HANDMATIG IN- EN
UITSCHAKELEN
De voorziening kan in-/uitgeschakeld
worden door de knop weergegeven in
fig. 112 op het dashboard in te
drukken. Als deze functie inactief is,
brandt de led op de knop. Bovendien
wordt bij sommige versies extra
informatie over de deactivering of
activering van het Start&Stop-systeem
gegeven via een bericht op het display.VEILIGHEIDS-
INSTELLINGEN
Als het Start&Stop-systeem de motor
heeft afgezet en de bestuurder maakt
zijn veiligheidsgordel los en opent
het bestuurders- of het
passagiersportier, dan kan de motor
alleen weer gestart worden met de
contactsleutel. De bestuurder wordt
van deze toestand op de hoogte
gesteld door een zoemer, het
knipperende waarschuwingslampje op
het instrumentenpaneel fig. 113 en,
indien aanwezig, een displaybericht.LANGDURIGE STILSTAND
VAN DE AUTO
Bij langdurige stilstand van het voertuig,
moet bijzondere aandacht worden
besteed aan het loskoppelen van de
accu. Ga als volgt te werk: koppel
de stekker A fig. 114 (druk op knop B)
van de accutatus die sensor C
controleert, geinstalleerd op de
negatieve batterijpool D van de accu
los. Koppel deze sensor nooit van
de accu los, behalve bij vervanging van
de accu.
BELANGRIJK Wacht, nadat de
contactsleutel naar STOP is gedraaid,
minstens 1 minuut alvorens de
elektrische voeding naar de accu los te
koppelen.
100)
112F0T0426
113F0T0425
114F0T0428
115
FIX&GO
AUTOMATIC KIT
115) 116)
37)
De snelle bandenreparatiekit Fix&Go
Automatic zit in een speciale tas in de
bagageruimte.
De snelle bandenreparatiekit bevat fig.
131:
een busje A met afdichtmiddel,
voorzien van: een transparante
vulleiding voor het inspuiten van het
afdichtmiddel D en een sticker C met
daarop het opschrift “Max. 80 km/h”
die na reparatie van de band op een
goed zichtbare plaats moet worden
aangebracht (bijv. op het dashboard);
een compressor B;
een folder met aanwijzingen voor het
gebruik van de kit;
een paar handschoenen in het
compartiment van de vulleiding van het
busje D.REPARATIE VAN BANDEN
EN DRUK
HERSTELPROCEDURE
Ga als volgt te werk:
stop de auto op een plek die niet
gevaarlijk is voor het verkeer en waar
de procedure op veilige wijze
uitgevoerd kan worden. De grond moet
zo mogelijk vlak en voldoende compact
zijn;
zet de motor af, schakel de
noodknipperlichten en de parkeerrem
in;
trek het reflecterende veiligheidsvest
aan voordat u uit de auto stapt (houd
u in elk geval aan de wettelijke
voorschriften van het land waarin u
rijdt);
plaats het busje A met afdichtmiddel
in de daarvoor bestemde ruimte in de
compressor B en druk het hard omlaag
fig. 131. Verwijder de sticker met de
indicatie van de snelheid C en plak
deze op een zichtbare plaats fig. 132.
doe de handschoenen aan;
verwijder de dop van het ventiel van
de lekke band en schroef de
transparante leiding voor de
afdichtingsvloeistof D fig. 131 op de
klep. Indien een busje van 250 mm
aanwezig is, is de behuizing van de
transparante leiding voorzien van een
verwijderbare ring om het uitnemen
te vergemakkelijken. Zorg ervoor dat de
AAN-UIT-knop E fig. 133 in de
uit-stand staat (knop niet ingedrukt);
steek de stekker F fig. 134 in het
12V-stopcontact van het voertuig
en start de motor;
A
C
B
D
131F0T09318 km / 5 mi
132F0T0932
127
RADIO
(voor bepaalde versies/markten, waar
voorzien)
De radio is ontworpen volgens de
specificaties van de passagiersruimte,
met een gepersonaliseerd design
dat perfect past bij de stijl van het
dashboard.
TIPS
Verkeersveiligheid
Maak uzelf vertrouwd met de
verschillende functies van de radio (bijv.
het opslaan van stations) voordat u
gaat rijden.
Ontvangstomstandigheden
Tijdens het rijden veranderen de
ontvangstomstandigheden
voortdurend. De ontvangst kan
gestoord worden door de aanwezigheid
van bergen, gebouwen of bruggen,
vooral wanneer u ver verwijderd bent
van de zender.
BELANGRIJK Het volume kan
toenemen wanneer verkeersinformatie
of nieuws wordt ontvangen.
153)
Zorg en onderhoud
Maak het frontpaneel uitsluitend met
een zachte, antistatische doek schoon.
Reinigings- en polijstmiddelen kunnen
het oppervlak beschadigen.
DIEFSTALBEVEILIGING
De autoradio is uitgerust met een
diefstalbeveiliging die gebaseerd is op
de informatie-uitwisseling tussen de
autoradio en de elektronische
regeleenheid (Body Computer) in het
voertuig.
Dit systeem garandeert maximale
veiligheid en voorkomt dat elke keer dat
de stroomvoorziening van de autoradio
uitvalt, de geheime code opnieuw
ingevoerd moet worden.
Als de controle een positief resultaat
oplevert, dan begint de radio te werken.
Als de codes bij de vergelijking echter
niet overeenkomen of als de
elektronische regeleenheid (Body
Computer) wordt vervangen, dan zal
het toestel de gebruiker vragen om de
geheime code in te voeren op de
manier die in de volgende paragraaf is
beschreven.
De geheime code invoeren
Wanneer de radio wordt ingeschakeld,
toont de display, indien de geheime
code wordt gevraagd, ongeveer 2
seconden het woord "Code", gevolgd
door vier streepjes "- - -".De code bestaat uit vier cijfers van 1
t/m 6, waarbij elk streepje met een cijfer
overeenkomt.
Druk voor het invoeren van het eerste
cijfer op de betreffende knop van de
voorkeuzestations (1 t/m 6). Voer de
overige cijfers van de code op dezelfde
manier in.
Als de vier cijfers niet binnen 20
seconden worden ingevoerd, dan
verschijnt op het display "Enter code - -
- -". Als dit gebeurt, wordt dit niet als
het invoeren van een verkeerde code
beschouwd.
Na invoer van het vierde cijfer (binnen
20 seconden), begint de radio te
werken.
Als een verkeerde code wordt
ingevoerd, geeft de radio een geluid af
en toont het display het opschrift
"Radio blocked/ wait" om aan te geven
dat de juiste code moet worden
ingevoerd.
Elke keer dat de gebruiker een
verkeerde code invoert, neemt de
wachttijd geleidelijk aan toe (1 min, 2
min, 4 min, 8 min, 16 min, 30 min,
1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur, 16 uur en 24
uur), tot een maximum van 24 uur.
De wachttijd wordt op het display
getoond met het opschrift "Radio
blocked/wait". Als dit opschrift is
verdwenen, kan de code opnieuw
worden ingevoerd.
192
MULTIMEDIA
BELANGRIJK
INTERIEURUITRUSTING
Rijd nooit met open dashboardkastje: het kan de passagier in geval van een botsing verwonden.
De aansteker wordt zeer heet. Wees voorzichtig en zorg dat hij niet wordt gebruikt door kinderen: brandgevaar en/of gevaar voor
brandwonden.
Gebruik de asbak niet als prullenbak: de inhoud kan door sigarettenpeuken in brand raken.
Laat tijdens het rijden de boekensteun niet in de verticale stand staan.
IMPERIAAL/SKIDRAGER
De wettelijke voorschriften betreffende de maximale afmetingen moeten altijd in acht worden genomen.
Controleer na enkele kilometers rijden of de bouten van de bevestigingspunten nog goed zijn vastgedraaid.
INTERIEUR
Gebruik nooit ontvlambare producten zoals petroleum of wasbenzine voor het reinigen van het interieur van de auto. De elektrostatische
lading die door het wrijven tijdens het reinigen ontstaat, kan brand veroorzaken.
Bewaar geen spuitbussen in het voertuig: ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen niet blootgesteld worden aan temperaturen boven
50°C. Wanneer de auto in de zon staat, kan de binnentemperatuur deze waarde ruim overschrijden.
EOBD
Als, wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, het lampjeniet gaat branden, continu blijft branden of gaat knipperen
tijdens het rijden (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), zo snel mogelijk contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk. De verkeerspolitie beschikt over speciale apparatuur waarmee de werking van het lampje
kan worden gecontroleerd.
Neem in elk geval de wettelijke voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.
WIELEN EN BANDEN
Op winterbanden met een “Q”-markering mag de snelheid van 160 km/h niet overschreden worden; neem in ieder geval de
verkeersregels in acht.
BRANDSTOFTOEVOER
Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
205
ALFABETISCH
REGISTER
A
BS...............................77
Accu..............................162
Vervangen.....................162
Accu (opladen).....................164
Achterlichtunits....................134
Achterlichtunits
(lamp vervangen)................134
Achtermistlampen (een lamp
vervangen)......................134
Achteruitkijkspiegels
Buitenspiegels...................22
Achteruitkijkspiegels
Binnenspiegel...................21
Afmetingen........................175
Cargo-versies..................175
Combi versies..................177
Afsluitsysteem
brandstoftoevoer................146
Airbags (algemene
waarschuwingen)................102
Alarm...............................13
Alarmknipperlichten................122
ASR-systeem.......................79
Bagageruimte
Achterbank terugklappen........36
Bagageruimte vergroten.........35
De achterbank verwijderen.......35Hoedenplank verwijderen........35
Bagageruimte
Noodopening...................34
Bandenspanning...................174
Binnenlampen vervangen...........136
Brandstofverbruik..................188
Buitenverlichting.....................23
Chassisnummer...................169
CO2-emissie.......................189
Comfort-Matic-versnellingsbak. . . . . .109
Contactslot
Startmotor......................11
Stuurslot........................11
Cruise Control.....................110
Dashboard..........................8
De frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde handmatig
uitschakelen......................99
De motor starten...................105
Dead Lock..........................10
Dead Lock systeem.................10
Derde remlicht.....................135
Derde remlicht
(lamp vervangen)................135
Digitale display
Bedieningsknoppen.............46
Instellingenmenu................47
Standaardscherm...............46
Dimlicht.............................23
Dimlicht/grootlicht..................133druk herstellen.....................128
Dubbelopenslaande
achterdeuren.....................16
EBD-systeem......................77
Een aanhanger trekken.............119
Een lamp vervangen................129
Een wiel vervangen.................122
Elektrische ruitbediening
Elektrische ruitbediening
voor............................30
Handmatige ruitbediening
voor............................30
ESC (systeem) . . ....................78
Extra afstandsbedieningen
aanvragen........................10
Fiat CODE systeem.................12
Fix&Go automatic kit...............127
Follow Me Home....................24
Frontairbags........................97
Frontairbag bestuurderszijde..................................98
Frontairbag passagierszijde......98
Frontairbags
De frontairbag en zijairbag aan
passagierszijde handmatig
uitschakelen.....................99
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden..........157
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.............150
Gewichten en belastingen..........180