Dit Instructieboek is bedoeld om de bedrijfsomstandigheden van het voertuig te verduidelijken.
Voor de enthousiaste gebruiker die de inzichten, curiositeiten en gedetailleerde informatie over de eigenschappen en functies van het
voertuig wil weten, biedt Fiat de gelegenheid om een speciaal gedeelte te raadplegen dat beschikbaar is in elektronisch formaat.
ONLINE INSTRUCTIEBOEK
Het volgende symbool is weergegeven in de tekst van het Instructieboek, naast de onderwerpen waarvoor updates worden verschaft.
Ga naar de website www.mopar.eu/owner
en open uw persoonlijke zone.
Op de pagina “Onderhoud en zorg” vindt u alle informatie over uw voertuig en de link om toegang te krijgen tot eLUM, waar u alle details van het
Instructieboek zult kunnen vinden.
Of ga voor toegang tot deze informatie naar de website http://aftersales.fiat.com/elum/
.
De eLUMwebsite is gratis en zal u in de gelegenheid stellen, naast heel veel andere dingen, gemakkelijk de boorddocumenten te raadplegen van alle andere
voertuigen van de Group.
Veel leesplezier en goede reis!
Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Fiat Doblò hebt gekozen.
Wij hebben dit boekje opgesteld om u te helpen alle kenmerken van dit voertuig te leren kennen en het op de beste manier te
gebruiken.
Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor een juist gebruik van het voertuig, zodat u het beste uit de
technologische eigenschappen van uw Fiat Doblò kunt halen.
Het wordt geadviseerd het eerst helemaal te lezen voordat u voor de eerste keer de weg op gaat, om bekend te raken met de
bedieningselementen en met name die elementen die betrekking hebben op de remmen, de stuurinrichting en de transmissie;
tegelijkertijd kunt u het gedrag van het voertuig op verschillende wegdekken begrijpen.
In dit document vindt u een beschrijving van de speciale kenmerken en tips, evenals essentiële informatie over veilig rijden, onderhoud
van en zorg voor uw Fiat Doblò.
Geadviseerd wordt het instructieboek, nadat u het gelezen hebt, in het voertuig te bewaren, zodat u het in de toekomst gemakkelijk
kunt raadplegen en om ervoor te zorgen dat het aan boord van het voertuig blijft indien het verkocht mocht worden.
In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook een beschrijving van de Diensten die Fiat haar klanten biedt, het Garantiecertificaat, de
details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden en het aanbod van aanvullende diensten die beschikbaar zijn voor de
klanten van Fiat.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service van de
mensen bij Fiat zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst. ... en goede reis!
In dit Instructieboek zijn alle versies van de Fiat Doblò beschreven. Derhalve dient uitsluitend de informatie in
beschouwing te worden genomen die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de versie die u gekocht
hebt. De gegevens in deze publicatie zijn slechts indicatief. FCA Italy S.p.A. kan op elk moment de in deze publicatie
beschreven specificaties van het automodel om technische of commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer
informatie contact op met het Fiat Servicenetwerk.
SYMBOLEN
Sommige onderdelen van de auto zijn voorzien van gekleurde plaatjes met daarop symbolen die de voorzorgsmaatregelen
aangeven die in acht genomen moeten worden wanneer het betreffende onderdeel wordt gebruikt.
Een plaatje waarop deze symbolen zijn samengevat bevindt zich onder de motorkap.
VERANDERINGEN/WIJZIGINGEN AAN HET VOERTUIG
BELANGRIJK Elke verandering of wijziging aan het voertuig kan ernstige negatieve invloed hebben op de veiligheid en de
wegligging ervan, hetgeen kan leiden tot ongevallen waarbij de inzittenden zelfs dodelijk gewond kunnen raken.
OPTIONELE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van het voertuig besloten wordt elektrische accessoires te monteren die constante elektrische voeding nodig
hebben (radio, satellietbewaking diefstalalarm enz.) of accessoires die veel stroom verbruiken, contact opnemen met het Fiat
Servicenetwerk. Het gespecialiseerde personeel kan het totale stroomverbruik beoordelen en controleren of de elektrische
installatie van het voertuig hierop berekend is en of het noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit te monteren.
BELANGRIJK Let op bij het monteren van aanvullende spoilers, lichtmetalen velgen of niet originele wieldeksels: deze
accessoires kunnen namelijk de ventilatie van de remmen beperken en de remwerking beïnvloeden bij herhaaldelijk hard
remmen of op lange afdalingen. Let erop dat de slag van de pedalen nergens door wordt belemmerd (matten, enz.).
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die na aanschaf van het voertuig als aftersales-accessoires leverbaar zijn, moeten van het
volgende merkteken zijn voorzien : Fiat autoriseert de montage van zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat deze door
een gespecialiseerd bedrijf op vakkundige wijze en overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen waarbij de kenmerken van het voertuig worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich
meebrengen voor defecten veroorzaakt door voornoemde wijziging of die direct of indirect hierop terug te voeren zijn. Fiat wijst
elke aansprakelijkheid af voor schade die het gevolg is van montage van accessoires die niet door Fiat zijn geleverd of
aanbevolen en/of die niet conform de verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING VOOR
(voor bepaalde versies/markten)
Op het paneel van het
bestuurdersportier zitten knoppen
waarmee de volgende functies bediend
kunnen worden, met de contactsleutel
naar de stand MAR gedraaid:
AAN: Linker ruit openen/sluiten
B: Rechter ruit openen/sluiten
Druk op knop A of B om de betreffende
ruit te openen/sluiten.Wanneer een van de twee knoppen
kort wordt ingedrukt, beweegt de ruit in
stappen; als de knop ingedrukt wordt
gehouden, wordt de "continue
automatische" werking voor het openen
en sluiten geactiveerd. Druk nogmaals
op knop A of B om de ruit te stoppen in
zijn huidige stand.
De elektrisch bediende ruiten zijn
uitgerust met een beveiligingssysteem
(indien aanwezig) dat de aanwezigheid
van een obstakel vast kan stellen als
de ruit gesloten wordt; wanneer dit
gebeurt, grijpt het systeem in en wordt
de beweging van de ruit onmiddellijk
omgekeerd.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in
de stand STOP staat of verwijderd
is, dan kunnen de ruiten nog ongeveer
twee minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als
een van de portieren wordt geopend.
28) 29)
ELEKTRISCHE
RUITBEDIENING VOOR
EN ACHTER
(voor bepaalde versies/markten)
Voorportier bestuurderszijde
Met vijf schakelaars fig. 68 op de
binnenkant van de armleuning worden
de volgende ruiten bediend als de
contactsleutel op MAR is gedraaid:A zijruit linksvoor openen/sluiten;
B zijruit rechtsvoor openen/sluiten;
C zijruit linksachter openen/sluiten;
D zijruit rechtsachter openen/sluiten;
E uitschakeling bedieningsschakelaars
op achterportieren.
Portier passagierszijde en
achterportieren
(voor bepaalde versies/markten)
De schakelaar voor bediening van de
betreffende ruit bevindt zich aan de
binnenkant van elk portier.
RUITEN OPENEN/
SLUITEN MET EEN
SLEUTEL MET
AFSTANDSBEDIENING.
(voor bepaalde versies/markten)
De ruiten kunnen geopend/gesloten
worden door respectievelijk de
knoppen voor het ontgrendelen
/
vergrendelen
op de sleutel met
afstandsbediening ingedrukt te houden.
67F0V0020
68F0V0175
43
AARDGASFLESSEN
Het voertuig is uitgerust met 4
gasflessen met een inhoud van 95 liter.
In het geval van de Cargo Maxi-versie
(met lange wielbasis) is optioneel een 5
e
gasfles verkrijgbaar, waardoor de
inhoud toeneemt tot 130 liter.
De gasflessen bevinden zich onder de
vloer en worden beschermd door
speciale beschermplaten. De
gasflessen fig. 88, fig. 89 en fig. 90
vormen de tank die aardgas in
gecomprimeerde gasvormige staat
bevat (nominaal 200 bar bij 15 °C).
Inhoud actieve-koolfilter:
- Versie met korte wielbasis: ongeveer
16,15 kg
- Versie met lange wielbasis: ongeveer
22,1 kg.
De hoeveelheid aardgas in de tank is
afhankelijk van de buitentemperatuur,
de toevoerdruk, de kwaliteit van het gas
en het type tankstation. Totale inhoud
gasflessen ongeveer 95 liter (versie met
korte wielbasis) en 130 liter (versie
met lange wielbasis).
Cilindercertificering
De aardgascilinders zijn gecertificeerd in
overeenstemming met EEG-richtlijn nr.
110.De cilinders moeten, in
overeenstemming met EEG-richtlijn
Procedure nr. 110, om de 4 jaar vanaf
de voertuigregistratiedatum
geïnspecteerd worden of in
overeenstemming met specifieke
voorschriften in afzonderlijke landen.
SCHAKELAAR
BENZINE/AARDGAS
Deze motor loopt normaal gesproken
op aardgas behalve tijdens het starten,
dan werkt hij op benzine. De
overschakeling naar aardgas is
automatisch en wordt op het display
van het instrumentenpaneel
weergegeven door de uitschakeling van
het signaal
.
Aardgas brandstofreserve
De hoeveelheid aardgas in de tanks
wordt aangegeven door de vier
verticale streepjes bij het woord CNG
op het display van het
instrumentenpaneel fig. 91. Wanneer de
resterende hoeveelheid aardgas minder
is dan 1/5 van de inhoud van de
cilinders, gaan het streepje van het
eerste niveau en de randen rond de
streepjes van de andere 3 niveaus
knipperen, tot aan het bijtanken van
aardgas. Er verschijnt een speciaal
bericht op het display en er klinkt een
geluidssignaal.
88F0V0233
89F0V0234
90F0V0235
51
BRAKE ASSIST
(remassistent bij
noodstop, geïntegreerd
in ESC)
(voor bepaalde versies/markten)
Dit systeem (dat niet uitgeschakeld kan
worden) herkent eventuele noodstops
op basis van de snelheid waarmee
het rempedaal wordt ingetrapt en levert
een extra hydraulische remdruk om
de door de bestuurder geleverd druk te
ondersteunen. Hierdoor kan het
remsysteem sneller en krachtiger
ingrijpen.
Het Brake Assist-systeem wordt op
versies uitgerust met ESP
uitgeschakeld, in geval van een storing
in het ESC-systeem (aangegeven
door het aangaan van het lampje
in
combinatie met de weergave van
een bericht op het multifunctionele
display, waar voorzien).
BELANGRIJK
50)Wanneer het ABS wordt ingeschakeld,
is een trilling van het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het
rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg op basis
van de conditie van het wegdek.
51)Als het ABS-systeem ingrijpt, dan is de
grip van de banden op het wegdek
beperkt. Minder dus snelheid om deze aan
de beschikbare grip aan te passen.52)Het ABS benut zoveel mogelijk de
beschikbare grip maar kan hem niet
verhogen. Rijd dus altijd voorzichtig op
gladde weggedeelten en neem geen
onnodige risico’s.
53)Als alleen het lampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden (en op
bepaalde versies een bericht op het
multifunctionele display wordt
weergegeven), zet dan direct het voertuig
stil en neem contact op met het
dichtstbijzijnde Fiat Servicepunt. Als er
vloeistof lekt, is dit van invloed op de
werking van het remsysteem, zowel op de
conventionele rem als het
antiblokkeersysteem.
ESC-SYSTEEM
(Electronic Stability
Control)
(voor bepaalde versies/markten)
IN HET KORT
Dit is een elektronisch systeem dat
de voertuigstabiliteit regelt als de
wielen hun grip verliezen, en helpt de
juiste koers te handhaven.
Het ESC-systeem is daarom vooral
handig bij wegdekken met
wisselende grip.
Het MSR-systeem (afstelling van het
remkoppel van de motor tijdens
het schakelen) en het HBA-systeem
(automatische toename van de
remdruk tijdens het remmen in
noodgevallen) zijn aangebracht in
combinatie met de ESC-, ASR-
en Hill Holder-systemen (voor
bepaalde versies/markten, waar
voorzien).
86
VEILIGHEID
Pak, om de gordel om te leggen, de
gesp A fig. 100 en steek deze in de
sluiting B, totdat de klik van het
vergrendelen wordt gehoord.
Als tijdens het uittrekken de gordel blijft
blokkeren, laat hem dan een stukje
teruglopen en trek hem vervolgens
langzaam uit.
Druk, om de gordel los te maken, op
knop C. Begeleid de gordel tijdens het
teruglopen met de hand, zodat hij
niet draait.
56) 57)
De oprolautomaat kan blokkeren als het
voertuig op een steile helling staat: dit
is volkomen normaal. Bovendien
blokkeert de oprolautomaat als de
gordel snel word uitgetrokken of bij
hard remmen, botsingen en bochten
die op hoge snelheid worden genomen.Alle achterstoelen (voor Doblò-/Doblò
Combi-versies) zijn uitgerust met
driepuntsveiligheidsgordels met
oprolautomaat.
De veiligheidsgordels achter (Doblò-/
Doblò Combi-versies) moeten
gedragen worden zoals afgebeeld in fig.
101 - fig. 102.BELANGRIJK De rugleuning is correct
vergrendeld als de rode streep op de
hendels A fig. 103 voor het neerklappen
van de rugleuning onzichtbaar is. Deze
rode streep geeft aan dat de rugleuning
niet is vergrendeld.
BELANGRIJK Na het terugzetten van
de achterstoelen (voor Doblò-/Doblò
Combi-versies) in hun normale stand,
de veiligheidsgordels correct plaatsen
zodat ze klaar zijn voor gebruik.
58)
HOOGTE VAN DE
VEILIGHEIDSGORDEL
INSTELLEN
59) 60)
De hoogte van de veiligheidsgordel kan
met de regeling op de middenstijl op
verschillende standen worden
afgesteld.
100F0V0023
101F0V0126
102F0V0197
103F0V0127
90
VEILIGHEID
BELANGRIJK
96)Laat de accu alleen vervangen door
een dealer van het Fiat Servicenetwerk.
Vervang de accu door een nieuw
exemplaar van hetzelfde type en met
dezelfde specificaties.
97)Controleer alvorens de motorkap te
openen of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de stand OFF staat. Volg
de instructies op die zijn aangegeven op
het plaatje op de voorste traverse. Wij
adviseren om de contactsleutel uit te
nemen als er zich nog inzittenden in de
auto bevinden.
98)Alle inzittenden moeten uit de auto
stappen nadat de contactsleutel is
uitgenomen of naar de OFF-stand is
gedraaid. Controleer bij het tanken of de
motor is afgezet en of de contactsleutel in
de stand OFF staat.
99)Als bij voertuigen met een
automatische versnellingsbak de motor op
een helling is afgezet, dan moet hij gestart
worden door de versnellingspook in (+)
of (–) te zetten zonder het rempedaal los te
laten. Bij voertuigen met een automatische
versnellingsbak en Hill Holder-functie moet
de motor, wanneer die automatisch op
een helling is afgezet, gestart worden door
de versnellingspook in (+) of (–) te zetten
zonder het rempedaal los te laten, zodat de
Hill Holder-functie kan worden
ingeschakeld, die alleen bij draaiende
motor werkt.100)Als een comfortabele temperatuur
prioritair is, dan kan het Start&Stop-
systeem worden uitgeschakeld zodat de
klimaatregeling kan blijven werken.
TPMS (Tyre
Pressure
Monitoring System)
(voor bepaalde versies/markten)
101) 102) 103) 104) 105) 106) 107) 108) 109)
BESCHRIJVING
Het systeem waarschuwt de
bestuurder als een of meer banden leeg
zijn met het waarschuwingslampje
op het instrumentenpaneel (samen
met een waarschuwingsbericht en
een geluidssignaal). Dit wordt
weergegeven tot de bandenspanning
overeenstemt of hoger is dan de
bandenspanning die voor koude
banden is gespecificeerd. Dit
controlelampje dooft na de
automatische bijwerking van het
systeem. Het kan nodig zijn om 20
minuten met een snelheid van meer
dan 20 km/h te rijden om ervoor te
zorgen dat het TPMS deze informatie
ontvangt.
De bandenspanning moet altijd op
basis van de koude bandenspanning
worden afgesteld. De koude
bandenspanning is de spanning van de
banden na minstens drie uur stilstand
van het voertuig of een rit van minder
dan 1,6 km na een pauze van drie uur.
123