BELANGRIJK
134)Het ABS waarmee de auto is
uitgerust heeft geen controle over het
remsysteem van de aanhanger. Wees dus
bijzonder voorzichtig op gladde wegen.
135)Probeer nooit de remwerking van de
aanhanger te beïnvloeden door wijzigingen
aan het remsysteem van het voertuig uit te
voeren. Het remsysteem van de aanhanger
moet volledig onafhankelijk zijn van het
hydraulisch systeem van de auto.
TANKEN
136) 137) 138)
BENZINEMOTOREN
Tank alleen loodvrije benzine met een
octaangehalte (R.O.N.) van ten minste
95 (EN228-specificatie).
BELANGRIJK Vul de tank nooit, ook
niet met een minimale hoeveelheid in
een noodgeval, met loodhoudende
benzine bij, dit kan leiden tot
onherstelbare schade aan de
katalysator.
DIESELMOTOREN
76)
Tank uitsluitend diesel voor
motorvoertuigen (specificatie EN 590).
Als het voertuig gedurende een lange
periode in de bergen of in koude zones
wordt gebruikt of geparkeerd, wordt
geadviseerd om met de plaatselijk
beschikbare dieselolie te tanken. In dit
geval wordt tevens geadviseerd om de
tank meer dan 50% gevuld te houden.
LPG-MOTOREN
De vulopening voor het gas zit naast de
benzinevuldop. Hij heeft een
terugslagklep, die in het feitelijke
vullichaam zit.Open, om de vulopening te bereiken,
de toegangsklep A fig. 113en draai de
dop B los.
Neem tijdens het tanken de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
schakel de motor uit;
schakel de elektrische parkeerrem in;
plaats de startinrichting in de stand
STOP;
rook niet;
geef de speciale adapter A
fig. 114aan het personeel dat LPG
tankt.
113F1B0614C
157