89
In bovenste deel: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld en de
volgende grafische knoppen:
❒ “Herhalen”: het huidige nummer
opnieuw afspelen;
❒ “Shuffle”: de nummers in
willekeurige volgorde afspelen.
In het midden: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld.
Links: de volgende knoppen:
❒ Geselecteerd apparaat of
audiobron;
❒ “Bron selecteren”: de gewenste
audiobron selecteren.
Rechts: de volgende knoppen:
❒ “Info”: aanvullende informatie over
het nummer dat wordt afgespeeld;
❒ “Tracks”: een lijst met de
beschikbare tracks of nummers.
❒ “Kaart”: navigatie met
kaartweergave (alleen versies met
Uconnect™7” HD Nav LIVE).
Onderaan: informatie over het
nummer dat wordt afgespeeld en de
volgende grafische knoppen:Actief apparaat of audiobron;
❒
÷/ ˜: vorig/volgend nummer
selecteren;
❒
II: het afgespeelde nummer
pauzeren;
❒ “Audio”: toegang tot het scherm
“Audio-instellingen”.
Nummer selecteren
Met de “Tracks”-functie kunt u een
venster openen met de lijst van
nummers die afgespeeld worden.
De beschikbare keuzes hangen af van
het apparaat dat aangesloten is.
Bij een USB-apparaat kunt u
bijvoorbeeld de SCROLL TUNE knop
gebruiken om door de lijst beschikbare
artiesten, genres en albums te
bladeren, afhankelijk van de informatie
die aanwezig is op de nummers met
behulp van de toets/knop
SCROLL TUNE.
OPMERKING Deze knop kan voor
bepaalde Apple®-apparaten
uitgeschakeld zijn.
Draai aan de toets/knop om de
gewenste categorie te kiezen en druk
er vervolgens op om de keuze te
bevestigen.OPMERKING De toets "Tracks" staat
geen enkele handeling op het AUX-
apparaat toe (waar aanwezig).
OPMERKING De indexeringstijd van
een USB-apparaat kan variëren op
basis van het ingebrachte medium (in
sommige gevallen kan dit enkele
minuten duren).
Bluetooth® BRON
Deze functie wordt geactiveerd door
een Bluetooth®-apparaat met
muziekstukken aan het systeem te
koppelen.
EEN Bluetooth®
AUDIOAPPARAAT
KOPPELEN
Ga als volgt te werk om een
Bluetooth®audioapparaat te
koppelen:
❒ schakel de functie Bluetooth®in
op het apparaat;
❒ druk op de knop “Media” op het
display;
❒ druk op de knop “Bron selecteren”;
❒ selecteer de mediabron
Bluetooth®;
❒ druk op de grafische knop “Toestel
toev.”;
KENNISMAKING MET DE AUTO
90
❒ zoek naarUconnect™op het
Bluetooth®audio-apparaat
(tijdens de koppelingsfase verschijnt
op het scherm de voortgang van
het proces);
❒ voer, als het audioapparaat hierom
vraagt, de PIN-code in die wordt
getoond op het display van het
systeem of bevestig de op het
apparaat getoonde PIN;
❒ wanneer de koppelingsprocedure
met succes is voltooid, wordt de
gebruiker gevraagd “Deze uw
favoriet maken”?. Als “Ja” wordt
geselecteerd als antwoord op de
vraag, wordt het Bluetooth®
apparaat geregistreerd als favoriet
(het apparaat zal voorrang hebben
op de andere toestellen die later
gekoppeld zijn). Als "Nee" wordt
geselecteerd, wordt de prioriteit op
basis van de volgorde van
verbinding bepaald. Het laatst
verbonden apparaat heeft de
hoogste prioriteit;
❒ een audioapparaat kan ook
gekoppeld worden door te drukken
op “Telefoon” grafische knop op het
display en door het selecteren van
“Instellingen” of door in het
“Instellingen”-menu
“Telefoon/Bluetooth®” te
selecteren.BELANGRIJK als de Bluetooth®
verbinding tussen telefoon en systeem
verloren is gegaan, raadpleeg dan het
handboek van de mobiele telefoon.
OPMERKING: De radio kan het
nummer dat wordt gespeeld
veranderen door het wijzigen van het
naam-apparaat in de
Bluetoothinstellingen van de telefoon
(waar voorzien), als het apparaat is
aangesloten via USB na de
bluetoothverbinding.
USB BRON
Om de USB-modus te activeren, moet
het betreffende apparaat worden
gestoken in de USB-poort die zich op
de tunnelconsole bevindt.
Als een USB apparaat bij
ingeschakeld systeem wordt
ingebracht, zullen de nummers die op
het apparaat aanwezig zijn afgespeeld
worden.
AUX-BRON
(waar aanwezig)
Om de AUX-modus in te schakelen,
een geschikt apparaat aansluiten op
de AUX-aansluiting in het voertuig.
Als een apparaat wordt ingebracht met een
AUX-stekker, dan begint het systeem de
aangesloten AUX-bron af te spelen als
deze niet al aan het afspelen is.
Stel het volume in met de toets/knop
gop het voorpaneel of met de
volume-instelkop op het aangesloten
apparaat.
De functie "AUX Volume Offset" (waar
aanwezig) kan alleen worden
geselecteerd in de radiomodus als de
AUX-bron actief is.
BELANGRIJKDe functies van het
apparaat dat aangesloten is op het
AUX-stopcontact worden rechtstreeks
geregeld door het apparaat zelf; het is
niet mogelijk om nummer/map/playlist
te veranderen of start/einde/pauze te
bedienen met de bedieningstoetsen op
het voorpaneel of die op het stuurwiel.
Laat de kabel van uw draagbare speler
niet in de AUX-aansluiting zitten om
mogelijk geruis van de luidsprekers te
voorkomen.
TELEFOONMODUS
ACTIVERING TELEFOONMODUS
Druk op de knop “Telefoon” op het
display om de telefoonmodus in te
schakelen.
OPMERKING Als u de lijst met mobiele
telefoons en ondersteunde functies wilt
te raadplegen, gaat u naar de website
www.DriveUconnect.eu