3
07
08
0609
bit.ly/helpPSA
116 Rijadviezen
118
S
tarten – afzetten van de motor
120
Parkeerrem
120
H
andgeschakelde 6-versnellingsbak
120
E
lektronisch gestuurde versnellingsbak
(ETG)
124
A
utomatische transmissie
127
A
utomatische transmissie (EAT6)
130
S
chakelindicator
131
H
ill Start Assist
132
St
op & Start
13 4
Bandenspanningscontrolesysteem
136
Snelheidsbegrenzer
138
Snelheidsregelaar
14 0
A
ctive City Brake
14 3
Parkeerhulp
14 4
Achteruitrijcamera 14 8
Brandstoftank
14 8
T
ankbeveiliging (diesel)
15 0
G
eschikte brandstoffen
151
Sneeuwkettingen
152
Trekhaak
15 3
Eco-mode
15 3
R
uitenwisserbladen vervangen
15 3
Motorkap
15 4
Motoren
155
N
iveaus controleren
157
C
ontroles
15 9
Ad
Blue
® (BlueHDi-motoren)
162
Onderhoudstips
165
B
randstoftank leeg (diesel)
165
Bandenreparatieset
169
Reservewiel
174
E
en lamp vervangen
181
E
en zekering vervangen
188
12V- ac c u
191
Slepen 194
T
echnische kenmerken van motoren en
aanhangergewichten
195
Benzinemotoren
198
Dieselmotoren
199
A
fmetingen
201 Identificatie
Rijden Praktische informatie
In geval van pechTechnische gegevens
Trefwoordenregister Audio en telematica
Toegang tot aanvullende video's
7
inch touchscreen
Audiosysteem
Inhoudsopgave
77
Plafonnier
A.Plafonnier
B. Kaartleeslampjes
Plafonnier
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
-
a
ls de auto wordt ontgrendeld,
-
a
ls de sleutel uit het contact wordt ver wijderd,
-
a
ls er een portier geopend wordt,
-
a
ls op de vergrendelknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de auto te
lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0
seconden na het sluiten van het laatste
portier. Permanent uit.
Permanent aan.
Als de interieurverlichting permanent is
ingeschakeld, blijft deze gedurende een
bepaalde tijd branden:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
Kaartleeslampjes
F Druk bij aangezet contact op de desbetreffende
schakelaar.
Sfeerverlichting interieur
De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht
in de auto als deze zich in een donkere omgeving
bevindt.
Inschakelen
In het donker gaat de verlichting van de
voetenruimten en de opbergvakken in het midden
van het dashboard automatisch branden zodra de
parkeerlichten worden ingeschakeld.
03
Ergonomie en comfort
82
SjorogenBagageriem
Bagageruimteverlichting
F Leg de vloerbekleding van de bagageruimte op
zijn plek door deze voorzichtig om te vouwen.
In de bagageruimte zijn twee sjorogen aangebracht
om bagage vast te zetten:
Ze bevinden zich achterin de bagageruimte, op de
v l o e r. Deze riem is op de zijwand van de bagageruimte
bevestigd.
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.
De brandduur van de bagageruimteverlichting
hangt af van de situatie:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
03
Ergonomie en comfort
11 8
Starten – afzetten van de
motor
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de sleutels is een chip aangebracht die over een
geheime code beschikt. Om te kunnen starten,
moet bij het aanzetten van het contact deze code
worden herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert het
motormanagementsysteem enkele seconden nadat
het contact is afgezet en voorkomt zo het starten
door onbevoegden.Bij een storing in het systeem wordt
u
gewaarschuwd door dit lampje in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden. Raadpleeg zo
snel mogelijk het dealernetwerk.
Bewaar de sticker die u
bij de aflevering van
uw auto samen met de sleutels is overhandigd
zorgvuldig op een plaats buiten de auto.
Contactslot
Contact AAN
In deze stand werkt de elektrische uitrusting van de
auto en kan externe apparatuur worden opgeladen.
Als het laadniveau van de accu een bepaalde
minimale grenswaarde heeft bereikt, schakelt het
systeem over op de eco-mode: de elektrische
voeding wordt automatisch uitgeschakeld zodat de
accu voldoende opgeladen blijft.
Hang geen zware voor werpen aan de sleutel
of de afstandsbediening: dit kan namelijk
storingen aan het contactslot veroorzaken.
Starten van de motor
Het contactslot heeft 3 standen:
- S tand 1: Stop
-
S
tand 2: Contact
-
S
tand 3: Starten F
T
rek de parkeerrem aan.
F
Z
et bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal
volledig in.
F
A
ls uw auto is uitgerust met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak, selecteer dan de
stand N en houd vervolgens het rempedaal
stevig ingetrapt.
F A ls uw auto is uitgerust met een automatische
transmissie, selecteer dan de stand P en houd
vervolgens het rempedaal stevig ingetrapt.
F
S
teek de sleutel in het contactslot; het systeem
herkent de code.
F
O
ntgrendel het stuurslot door tegelijkertijd
aan het stuur wiel en aan de contactsleutel te
draaien.
In bepaalde gevallen is veel kracht nodig bij
het draaien aan het stuurwiel (bijvoorbeeld als
de wielen niet rechtuit staan).
F
A
uto's met een benzinemotor: activeer de
startmotor door de sleutel in de stand 3
te
houden tot de motor is aangeslagen. Geef
hierbij geen gas. Laat de sleutel los zodra de
motor draait.
F
A
uto's met een dieselmotor: draai de sleutel in
de stand 2
(
aanzetten van het contact) om de
motor te laten voorgloeien.
06
Rijden
11 9
Activeer, zodra dit lampje op het
instrumentenpaneel is gedoofd,
de startmotor door de sleutel in de
stand 3
te houden tot de motor is
aangeslagen; geef daarbij geen gas.
Laat de sleutel los zodra de motor
draait.
Onder winterse omstandigheden blijft het
lampje langer branden. Als de motor warm is,
gaat het lampje niet branden.
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat, zet
dan het contact uit. Wacht even alvorens
opnieuw te starten. Als de motor ook na een
aantal pogingen niet aanslaat, probeer dan
niet langer de motor te starten: de startmotor
en de motor zouden beschadigd kunnen
raken. Raadpleeg het dealernetwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Laat de motor bij gematigde temperaturen
niet stationair warmdraaien, maar rijd zo snel
mogelijk weg zonder de motor veel toeren te
laten draaien. Laat de motor nooit stationair draaien
in een slecht geventileerde, afgesloten
ruimte: verbrandingsmotoren stoten giftige
uitlaatgassen uit, zoals koolmonoxide. Kans
op vergiftiging met dodelijke afloop. Om de
goede werking en de levensduur van de
mechanische onderdelen van de motor en de
versnellingsbak van uw auto te garanderen
moet u
bij zeer koud weer (temperaturen lager
dan -23
°C) de motor gedurende 4 minuten
stationair laten draaien alvorens weg te rijden.
Afzetten van de motor
F Breng de auto tot stilstand.
F D raai de sleutel maximaal linksom in de stand 1
(Stop) .
F
V
er wijder de sleutel uit het contactslot.
F
D
raai om het stuurslot te vergrendelen aan het
stuurwiel tot het blokkeert.
Zet de voor wielen in de rechtuitstand alvorens
de motor af te zetten.Dit vergemakkelijkt het
ontgrendelen van het stuurslot.
F
C
ontroleer of de parkeerrem correct is
aangetrokken, met name als de auto op een
helling staat. Zet nooit het contact af voordat de auto
volledig tot stilstand is gekomen. Als
de motor wordt afgezet, worden ook de
rembekrachtiging en de stuurbekrachtiging
uitgeschakeld: u zou dan de controle over de
auto kunnen verliezen.
Als u
de auto verlaat, neem dan de sleutel
mee en vergrendel de auto.
Eco-mode
Na het afzetten van de motor (stand 1 - Stop )
k unt u nog gedurende maximaal 30 minuten
gebruikmaken van een aantal functies, zoals het
audio- en communicatiesysteem, de ruitenwissers,
het dimlicht en de plafonniers.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de eco-mode .
Sleutel vergeten
Als de sleutel niet uit het contactslot wordt
gehaald, klinkt een geluidssignaal bij het
openen van het bestuurdersportier.
06
Rijden
153
Eco-mode
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur
van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal
elektrische functies zoals radio, ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal
30
minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk worden beperkt als de
accuspanning laag is.
Activeren van deze modus
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding op
het display aan dat de eco-mode is geactiveerd en
worden de actieve functies in de ruststand gezet.
Deactiveren van deze modus
De functies worden automatisch weer ingeschakeld
als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze enige tijd
draaien. Als u
op het moment dat de eco-mode wordt
geactiveerd aan het telefoneren bent, wordt de
verbinding na 10
minuten verbroken. Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van de
tijd dat de motor heeft gedraaid. Deze tijd zal echter
altijd tussen de 5 en 30 minuten bedragen.
Wisserblad voor of achter
vervangen
De ruitenwisserbladen kunnen zonder gereedschap
worden vervangen.
Voordat u een
r uitenwisserblad demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één
minuut na het afzetten van het contact om de
ruitenwissers naar het midden van de voorruit te
verplaatsen.
Dit is de aanbevolen stand om beschadiging van de
ruitenwissers en de motorkap te voorkomen
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het ruitenwisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Controleer bij de ruitenwissers vóór de lengte van het wisserblad, omdat het kortste blad aan
de passagierszijde van de auto gemonteerd
moet worden.
F
B
reng het nieuwe ruitenwisserblad aan en klik
het vast.
F
L
eg de ruitenwisser voorzichtig op de voorruit.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de ruitenwisserschakelaar om
de ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Motorkap
Schakel omwille van uw veiligheid het
Stop & Start-systeem altijd uit alvorens
werkzaamheden onder de motorkap uit te
voeren om letsel als gevolg van het automatisch
inschakelen van de START-stand te voorkomen.
De koelventilator kan ook gaan draaien
nadat de motor is afgezet: houd daarom
voor werpen en kleding uit de buur t van de
ventilator.
07
Praktische informatie
1
7 inch touchscreen
GPS-navigatie – Multimedia-
autoradio – Bluetooth®-
telefoon
Inhoud
Basisfuncties
2
St
uurkolomschakelaars
3
M
enu's
3
N
avigatie
4
R
adio
7
D
AB-radio (Digital Audio Broadcasting)
9
M
edia
9
I
nstellingen
1
1
Connect-services
1
2
Telefoon
1
4
Veelgestelde vragen
1
7Dit systeem is zodanig gecodeerd dat het
uitsluitend in uw auto functioneert.
Uit veiligheidsoverwegingen moet de
bestuurder handelingen die veel aandacht
vergen altijd bij stilstaande auto uitvoeren.
Als de melding "eco-mode" wordt
weergegeven, wordt het systeem spoedig
uitgeschakeld. Zie voor meer informatie de
rubriek over de eco-mode.
Touchscreen 7 inch
21
Instellingen
VR A AGANTWOORDOPLOSSING
Na het instellen van de bassen en hoge tonen zijn de
instellingen van de equalizer uitgeschakeld.
Na het veranderen van de instellingen van de
equalizer zijn de instellingen van de bassen en hoge
tonen gereset. De instellingen van de equalizer zijn gekoppeld aan
de instellingen van de bassen en hoge tonen.
Het is niet mogelijk deze afzonderlijk van elkaar in
te stellen.
Wijzig de instellingen van de bassen en de hoge
tonen of de instellingen van de equalizer om de
gewenste klankkleur te verkrijgen.
Bij het veranderen van de instellingen van de balans worden
de instellingen van de geluidsverdeling uitgeschakeld.
Bij het veranderen van de instellingen van de
geluidsverdeling worden de instellingen van de balans
uitgeschakeld.De instellingen van de geluidsverdeling zijn
gekoppeld aan een bepaalde instelling van de
balans.
Het is niet mogelijk deze afzonderlijk van elkaar in
te stellen.Verander de instellingen van de balans of van de
geluidsverdeling om de gewenste geluidskwaliteit
te verkrijgen.
Als de modus "Alle inzittenden" is geselecteerd, is
de geluidsverdeling anders dan verwacht. De keuze voor de instelling van de geluidsverdeling
"Alle inzittenden" kan zijn geprogrammeerd.Wijzig de instelling van de geluidsverdeling met de
schuifbalk op het touchscreen.
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de
verschillende geluidsbronnen. Voor een optimaal luistergenot kunt u
de audio-
instellingen ( Volume:, Bass:, Treble:, Geluid,
Loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk
instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren
van een andere geluidsbron verschillen in de
geluidskwaliteit hoorbaar zijn. Controleer of de audio-instellingen (Volume:, Bass:,
Treble:, Geluid, Loudness) zijn afgestemd op de
verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam
de audiofuncties (Bass:, Treble:, Balans) in de
middelste stand te zetten, de klankkleur "Geen"
te selecteren en de functie Loudness in de stand
"Inactief " te zetten als de radio is geselecteerd.
Na het afzetten van de motor wordt het systeem na
enkele minuten uitgeschakeld. Als de motor is afgezet, blijft het systeem nog
werken zolang de laadtoestand van de accu dat
toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de
eco-mode van het systeem is geactiveerd om te
voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.Start de motor om de accu bij te laden.
Touchscreen 7 inch