
Rijden en bediening173vliegt. De bestuurder is verantwoor‐
delijk voor het verlagen van de snel‐
heid bij het ingaan van een bocht en
in het algemeen voor het aanpassen
van de snelheid aan het wegtype en
de geldende maximumsnelheid.
Snelwegen
Op snelwegen moet u de ingestelde
snelheid aanpassen aan de omstan‐
digheden en het weer. Bedenk altijd
dat de adaptieve cruisecontrol een
beperkt zichtbereik, een beperkte
remkracht en een bepaalde reactietijd
heeft waarin wordt geverifieerd of een voertuig zich al dan niet voor u
bevindt. De adaptieve cruisecontrol is
mogelijk niet in staat om de auto tijdig af te remmen, om aanrijdingen tevoorkomen met veel langzamer
rijdende voorliggers of na een rijst‐
rookwissel. Dit geldt met name bij
hoge snelheden of als het zicht door
de weersomstandigheden beperkt is.
Bij het oprijden of verlaten van een
snelweg kan de adaptieve cruisecon‐
trol de voorligger uit het zicht verlie‐
zen en naar de instelde snelheid
accelereren. Verlaag daarom de snel‐ heid voor het oprijden of verlaten van
de snelweg.
Koersveranderingen
Als een ander voertuig voor u invoegt, zal de adaptieve cruisecontrol pas
rekening met dit voertuig houden
wanneer het voertuig zich volledig op uw pad bevindt. Wees alert en gereed
om te remmen als sneller remmen
noodzakelijk is.
Aandachtspunten in heuvelachtig
gebied9 Waarschuwing
Gebruik de adaptieve cruise
control niet op steile en heuvel‐
achtige wegen.
De systeemprestaties onder heuvel‐
achtige omstandigheden hangen af
van de rijsnelheid, de belading, de
verkeersomstandigheden en het
hellingspercentage. In heuvelachtige
omstandigheden worden voorliggers
mogelijk niet gedetecteerd. Op steile
hellingen moet u mogelijk gas bijge‐
ven om de rijsnelheid te handhaven.
Bij het omlaagrijden kan het nodig zijn
om te remmen om uw snelheid te
handhaven of te verlagen.
Let erop dat u door te remmen het
systeem deactiveert.

174Rijden en bedieningRadareenheid
De radarmodule zit in het midden van
de voorbumper.
9 Waarschuwing
De radareenheid is tijdens de
productie zorgvuldig uitgelijnd.
Gebruik het systeem daarom niet
na een frontale botsing. De voor‐
bumper kan intact lijken, maar de
sensor die erachter ligt, kan
verschoven zijn en verkeerd
reageren. Bezoek na een ongeluk
een werkplaats om de stand van
de radarmodule te controleren en
te corrigeren.
Storing
Bij een storing in de adaptieve crui‐
secontrol wordt u gewaarschuwd
door het oplichten van een waarschu‐
wingslampje en een bericht op het
instrumentenpaneel en er klinkt een
geluidssignaal.
De adaptieve cruisecontrol werkt
mogelijk niet goed, als de verkeers‐
borden niet voldoen aan het Verdrag
van Wenen inzake verkeersborden
en verkeerstekens.
Laat het systeem nakijken door een dealer of een erkende werkplaats.
Gebruik het systeem om veiligheids‐
redenen niet als de remlichten defect
zijn. Gebruik het systeem niet als de
voorbumper beschadigd is.
Frontaanrijdingswaarschu‐
wing
De frontaanrijdingswaarschuwing
kan helpen schade bij frontale aanrij‐
dingen te voorkomen of beperken.
De frontaanrijdingswaarschuwing
gebruikt de frontcamera in de voorruit en een radarmodule achter de voor‐
bumper van de auto om een voorlig‐
ger direct vóór u te kunnen detecte‐ ren.
Als een voorligger te snel nadert,
klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een waarschuwing in het
Driver Information Centre.9 Waarschuwing
De frontaanrijdingswaarschuwing
is een waarschuwingssysteem dat de remmen niet activeert. Bij het
met een te hoge snelheid naderen

180Rijden en bedieningVoetgangersbeschermingvóór
Voetgangersbescherming vóór voor‐komt of vermindert mogelijk letsel
voetgangers bij een frontale aanrij‐
ding in een vooruitversnelling.
Het systeem gebruikt de frontcamera
in de voorruit en een radarmodule
achter de voorbumper van de auto
om een voetganger direct vóór u te kunnen detecteren.
Voetgangersbescherming vóór kan in een vooruitversnelling bij snelheden
tussen 5 km/h en 60 km/h voetgan‐
gers detecteren en ervoor waarschu‐
wen. Ook kan voetgangersbescher‐
ming vóór zorgen voor krachtiger remmen of de auto automatisch doen
afremmen.
Bij 's nachts rijden werkt het systeem
beperkt.9 Gevaar
Het remsysteem voor voetgan‐
gers vóór geeft geen waarschu‐
wing en remt de auto niet automa‐ tisch af, tenzij het een voetganger
detecteert.
Het systeem beschermt mogelijk
niet voetgangers, waaronder
kinderen, wanneer de voetganger
zich niet direct vóór de auto
bevindt, niet geheel zichtbaar is,
niet rechtop staat of onderdeel van
een groep is.
Voetgangersbescherming vóór
omvat onder meer:
● voetganger vóór de auto detec‐ teren
● waarschuwing voetganger vóór
Voetgangersbescherming vóór wordt
samen met de frontaanrijdingswaar‐
schuwing geactiveerd.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 174.
Voetganger vóór de auto
detecteren
Een voetganger vóór de auto tot op
een afstand van ongeveer 40 m wordt aangegeven door een symbool op de
instrumentengroep.
Waarschuwing voetganger vóórBij te snel naderen van een gedetec‐
teerde voetganger verschijnt er een
waarschuwingsbericht op het Driver
Information Center. Er klinkt een
geluidssignaal.
Bij de waarschuwing voetganger vóór
werkt de cruisecontrol of de adap‐
tieve cruisecontrol mogelijk niet.
Systeembeperkingen In de volgende gevallen detecteert de
voetgangersbescherming vóór
mogelijk geen voetganger vóór de
auto of werkt de sensor mogelijk maar
beperkt:
● de rijsnelheid is buiten het bereik
van 5 km/h tot 60 km/h in eenvooruitversnelling
● de afstand tot een voetganger vóór de auto is meer dan 40 m

276TrefwoordenlijstAAan/Uit-knop ............................... 140
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............250, 254
Aanduidingen op banden ..........228
Aanhangerkoppeling ..................204
Aanhangerstabilisatie ................208
Aanhanger trekken ....................204
Aansteker .................................... 88
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 210
Accu ........................................... 215
Achterklep..................................... 31
Achterlichten .............................. 219
Achterruitverwarming ................... 42
Achteruitkijkcamera ...................194
Achteruitrijlichten .......................123
Actieve noodrem ................102, 176
Adaptieve cruise control .....101, 167
AdBlue .................................. 99, 148
Afmetingen auto ........................261
Afslagverlichting ......................... 118
Airbag deactiveren ....................... 62
Airbag-deactivering ...................... 96
Airbag en gordelspanners ...........96
Airbaglabel.................................... 57
Airbagsysteem ............................. 57
Airconditioning ........................... 127
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 137Alarmknipperlichten ...................121
Algemene informatie .................. 204
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 139
Andere auto slepen ...................243
Antiblokkeersysteem .................155
Antiblokkeersysteem (ABS) .........98
Armsteun ................................ 52, 53
Asbakken ..................................... 89
Autogegevens ............................ 254
Autokrik....................................... 227
Automatische dimfunctie .............40
Automatische verlichting ............ 117
Automatische versnellingsbak ...151
Automatisch vergrendelen ...........29
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 242
Auto stallen ................................. 210
Autostop ............................. 100, 144
B
Bagageruimte ........................ 31, 71
Bagageruimte-afdekking .............73
Bandenreparatieset ...................233
Bandenspanning .......................229
Bandenspanningswaarden ........263
Batterijspanning .........................107
Bedieningsorganen ......................81
Bekerhouders .............................. 70
Bekleding .................................... 247

277Beladingsinformatie .....................78
Beslagen lampglazen ................123
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 162
Beveiliging van de auto ................35
Binnenspiegels ............................. 39
Binnenverlichting ...............124, 223
Blindehoeksysteem ....................189
BlueInjection ............................... 148
Bolle vorm .................................... 38
Boordgereedschap .....................227
Boordinformatie .........................106
Brandstof .................................... 201
Brandstofmeter ............................ 93
Brandstof voor benzinemotoren 201
Brandstof voor dieselmotoren ...201
Buitenspiegels .............................. 38
Buitentemperatuur .......................84
Buitenverlichting .........................116
C Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................... 13, 82
Conformiteitsverklaring ...............264
Contactslotstanden ....................139
Controlelampen ............................ 95
Controlelampjes............................ 92
Controle over de auto ................139
Controles .................................... 211
Cruise control ....................101, 162D
Dagrijlicht ................................... 118
Dagteller ...................................... 92
Dak ............................................... 44
Dakbelasting ................................. 78
Dakdrager .................................... 78
DEF ............................................ 148
Detectiesystemen .......................181
Diefstalalarmsysteem ..................36
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 216
Dieseluitlaatvloeistof ...................148
Dimlicht ....................................... 101
Dimlicht of groot licht ..................116
Dodehoeksysteem ......................102
Driepuntsgordel ........................... 55
Driver Information Center ...........102
Drukverliesdetectiesysteem 100, 230
E Eerste hulp ................................... 77
Elektrisch bediende ruiten ...........40
Elektrische aansluitingen .............86
Elektrische handrem .............97, 155
Elektrische parkeerrem............... 156
Elektrische parkeerrem defect ......98
Elektrische stoelverstelling ..........50
Elektrische verstelling ..................38
Elektrisch systeem...................... 223Elektronische hulpsystemen bij het rijden ................................. 159
Elektronische rijprogramma's ....153
Elektronische stabiliteitsregeling en Traction Control-systeem ..
.......................................... 99, 159
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............130
Elektronisch sleutelsysteem .........23
Erkenning van software ..............267
Event Data Recorders (EDR) .....272
F Frontaal airbagsysteem ...............60
Frontaanrijdingswaarschuwing ...174
G
Geavanceerde parkeerhulp ........184
Gebruik van deze handleiding .......3
Gedeponeerde handelsmerken ..271
Geluidssignalen .........................106
Gereedschap ............................. 227
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................77
Gloeilamp vervangen ................217
Gordelverklikker ........................... 95
Gordijnairbagsysteem .................. 61
Groot licht .......................... 101, 117
Grootlichtassistentie ...................101