Page 17 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-2
3
DAU57670
ContactslotVia het contactslot worden het ontstekings-
systeem en de verlichtingssystemen be-
diend. De diverse standen van het
contactslot worden hierna beschreven.LET OP
DCA17961
Ge bruik geen metalen sleutelhan gers en
b ewaar niet meer dan één sleutel aan
d ezelf de sleutelhan ger. Terwijl het voer-
tui g rij dt kan een metalen sleutelhan ger,
metalen sleutelrin g of extra sleutel in
contact komen met omli ggende on der-
d elen en deze bescha dig en. Het is d aar-
om aan te rad en om een stoffen of
le deren sleutelhan ger te geb ruiken.
OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU38531
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU45752
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10073
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
terwijl de machine rij dt; elektrische sy-
stemen wor den dan af geschakel d en
mo gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een on geval veroorza-
ken.
DAU62271
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
De sleutel moet in de “OFF”-stand worden
ingedrukt om naar “ ” te kunnen worden
gedraaid.
LET OP
DCA20760
Als u d e alarmverlichtin g of d e richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan d it de
accu ontla den.
P
ON
OFF
UBS5D0D0.book Page 2 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 18 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11022
Controlelampje richtin gaanwijzers
“”
Dit controlelampje kn ippert wanneer een
richtingaanwijzer knippert.
DAU11061
Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11256
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden terwijl het
olieniveau correct is (zie pagina 6-11), laat
de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.OPMERKING Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of
bij plotseling afremmen of optrekken,
er is dan echter geen sprake van een
storing.
Dit model is uitgerust met een zelfdi-
agnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje olieniveau.
Als er een probleem wordt gedetec-
teerd in het circuit van het waarschu-
wingslampje olieniveau, knippert het
waarschuwingslampje olieniveau her-
haaldelijk. Als dit zich voordoet, vraag
dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
DAU11368
Waarschuwin gslampje bran dstofniveau
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau daalt tot be-
neden ca. 2.8 L (0.74 US gal, 0.62 Imp.gal).
Vul in dat geval zo snel mogelijk brandstof
bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden gaan
branden en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden nadat u
brandstof hebt bijgevuld, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
1. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Waarschuwingslampje brandstofniveau “”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Vrijstandcontrolelampje “ ”
8. Controlelampje grootlicht “ ”
1
35 42
8
7
6
ABS
UBS5D0D0.book Page 3 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 19 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
OPMERKINGDit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor het circuit van het waar-
schuwingslampje brandstofniveau. Als er
een probleem wordt gedetecteerd in het
circuit van het waarschuwingslampje
brandstofniveau, knippert het waarschu-
wingslampje brandstofniveau herhaaldelijk.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha-dealer de mach ine te controleren.
DAU73171
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891
ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit
waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-10 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hog er wordt g ered en,
of als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal niet
gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU73120
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
ABS
UBS5D0D0.book Page 4 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 20 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende. 1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU57683
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een klok
OPMERKINGDe sleutel moet op “ON” staan om de
“SELECT”- en “RESET”-schakelaar te
kunnen gebruiken.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave van de snelheidsmeter en
de kilometertelle r/ritteller houdt u de
“SELECT”-schakelaar minstens drie
seconden ingedrukt.
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve/klok
21
1. “SELECT”-schakelaar
2. “RESET”-schakelaar
1
2
UBS5D0D0.book Page 5 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 21 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-6
3
Kilometerteller, rittellers en klok
De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
De brandstofreserve-ritteller toont de af-
stand die wordt afgelegd op de brandstof-
reserve.
De klok geeft de tijd weer in een 12-uursin-
deling.OPMERKING De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999 km.
De rittellers word en teruggesteld en
blijven tellen nadat 999.9 km is be-
reikt.
Druk tijdens normaal bedrijf op de “SE-
LECT”-schakelaar om de weergave te wis-
selen tussen de kilometerteller “ODO”, de
rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2” en de klok, in
de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → klok → ODO
Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden, wisselt de weergave
naar de brandstofreserve-ritteller “TRIP F”
en wordt de afgelegde afstand vanaf dat
punt aangegeven. Druk in dat geval op de
“SELECT”-schakelaar om de weergave te
wisselen in de onderstaande volgorde:
TRIP F → TRIP 1 → TRIP 2 → klok →
ODO → TRIP F
Druk om een ritteller terug te stellen op de
“SELECT”-schakelaar om de weergave te
wisselen naar de gewenste ritteller, en
houd dan de “RESET”-schakelaar een se-
conde lang ingedrukt. U kunt de brandstof-
reserve-ritteller hand matig terugstellen,
maar deze wordt ook automatisch terugge-
steld zodra u na het tanken 5 km (3 mi) hebt
gereden. De ritteller verdwijnt dan vanzelf
van het display. De klok instellen
1. Houd de “SELECT”- en “RESET”-
schakelaar tegelijkertijd drie seconden
lang ingedrukt. De urenaanduiding
begint te knipperen.
2. Gebruik de “SELECT”-schakelaar om
de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “RESET”. De minu- tenaanduiding begint te knipperen.
4. Gebruik de “SELECT”-schakelaar om de minuten in te stellen.
5. Houd de “RESET”-schakelaar twee
seconden lang ingedrukt om de wijzi-
g i ng en t e b ev e st i g e n en de k l o k a an t e
zetten.
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofreserve/klok
1
1. Klok
1
UBS5D0D0.book Page 6 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 22 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
DAU1234M
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU12352
Lichtsi
gnaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.OPMERKINGAls de dimlichtschakelaar is ingesteld
op “ ”, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12662
Noo dstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar
op “ ” om de motor direct uit te schake-
len in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
3
4 12
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. “SELECT”-schakelaar
3. “RESET”-schakelaar
4. Startknop “ ”
5. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
5 2
3
4
UBS5D0D0.book Page 7 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 23 of 88

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-8
3
DAU12735
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet ged u-
ren de lan gere tij d als de motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU55701
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometer-, ritteller- en
klokweergave van de multifunctionele me-
ter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU55711
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om de rit-
tellers terug te stellen en de klok van de
multifunctionele meter in te stellen.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU12822
Koppelin gshend elDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-17.)1. Koppelingshendel
1
UBS5D0D0.book Page 8 Monday, October 17, 2016 11:45 AM
Page 24 of 88
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-9
3
DAU12872
Schakelped aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
5-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
DAU12892
RemhendelDe remhendel bevindt aan de rechterzijde
van het stuur. Trek de hendel naar gas-
greep toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
2
5
4
3
2
N 1 5
4
3
2
N 1
1. Remhendel
1
1. Rempedaal
1
UBS5D0D0.book Page 9 Monday, October 17, 2016 11:45 AM