Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
Als een storing wordt gedetecteerd,
zal het waarschuwingslampje olieni-
veau doorlopend knipperen. Vraag
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
DAU11447
Waarschuwingslampje koelvloeistof-
temperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de tijd
om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator- koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-38 nadere instructies ver-meld.
DAU73171
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor of een ander rege
lsysteem van de ma-
chine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69891
ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat dit waarschuwingslampje branden als de sleu-
tel naar “ON” wordt gedraaid en gaat het uit
zodra met een snelheid van 10 km/h (6 mi/
h) of hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-16 voor uitleg over de werking
van het ABS-systeem.)WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens het
rijden gaat branden of knipperen, keert
het remsysteem terug naar conventio-
neel remmen. Als een van de boven-
staande gevallen zich voordoet, of als
het waarschuwingslampje helemaal niet
gaat branden, rij dan extra voorzichtig
om te voorkomen dat de remmen in
ABS
Periodiek onderhoud en afstelling
6-13
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als hetolieniveau correct is.LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha dealer, zelfs als hetolieniveau in orde is. 13. Zet de motor af en wacht een paar mi- nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20096
Het koelvloeistofniveau controleren1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan. 3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor koud
is.
[DWA15162]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
21
3
Periodiek onderhoud en afstelling
6-14
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk- streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezig is,
gebruik dan in plaats daarvan ge-
distilleerd water of onthard leiding-
water. Gebruik geen hard water of
zout water, dit is schadelijk voor de
motor. Als er in plaats van koel-
vloeistof water is gebruikt, vervang
dit dan zo snel mogelijk door koel-
vloeistof, anders is het systeem niet
beschermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382] DAU36765
LuchtfilterelementHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Aanbevolen koelvloeistof:
YAMALUBE of een andere hoog-
waardige ethyleenglycol antivries
met corrosieremmers voor aluminium
motoren
Hoeveelheid koelvloeistof: Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.93 L (2.04 US qt, 1.70 Imp.qt)
Periodiek onderhoud en afstelling
6-31
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u de
kap van het startmotor relais door deze om-hoog te trekken. Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsle utel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15132]
1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje 2
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
2
1 3
4
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
15
1515
1
2
34
5
6
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering
brandstofinjectiesysteem
1
2 3
Periodiek onderhoud en afstelling
6-32
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer het elektrisch systeem te controleren.
DAU34386
Koplampgloeilamp vervangenDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:50.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
15.0 A
Zekering brandsto finjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
Hulpzekering 1: 2.0 A
Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop ni et terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn . Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht to t de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tij delijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
8-1
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
Specificaties
DAU6999B
Afmetingen:Totale lengte: 2075 mm (81.7 in)
Totale breedte: 815 mm (32.1 in)
Totale hoogte: 1140 mm (44.9 in)
Zadelhoogte:
830 mm (32.7 in)
Wielbasis: 1440 mm (56.7 in)
Grondspeling: 135 mm (5.31 in)
Kleinste draaicirkel:
3.0 m (9.84 ft)Gewicht:Rijklaar gewicht:195 kg (430 lb)Motor:Verbrandingscyclus:4-takt
Koelsysteem: Vloeistofgekoeld
Kleppenmechanisme:
DOHC
Cilinderopstelling: In lijn
Aantal cilinders: 3-cilinder
Slagvolume:
847 cm
3
Boring × slag:
78.0 × 59.1 mm (3.07 × 2.33 in) Compressieverhouding:
11.5 : 1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
SAE-viscositeitsklassen: 10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie: API service type SG of hoger, JASO
MA-norm
Hoeveelheid motorolie: Olieverversing:2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement: 2.70 L (2.85 US qt, 2.38 Imp.qt)Hoeveelheid koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 1.93 L (2.04 US qt, 1.70 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:Loodvrije superbenzine (gasohol [E10] ac-
ceptabel)
Inhoud brandstoftank: 14 L (3.7 US gal, 3.1 Imp. gal) Hoeveelheid reservebrandstof:
2.6 L (0.69 US gal, 0.57 Imp.gal)
Brandstofinjectie:Gasklephuis:Het teken van identificatie:
B901 00Bougie(s):Fabrikant/model: NGK/CPR9EA9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppeling:Type koppeling:Nat, meervoudige plaatAandrijflijn:Primaire reductieverhouding:1.681 (79/47)
Eindoverbrenging: Ketting
Secundaire reduc tieverhouding:
2.813 (45/16)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Overbrengingsverhoudingen: 1e:2.667 (40/15)
2e: 2.000 (38/19)
3e:
1.619 (34/21)
4e: 1.381 (29/21)
5e: 1.190 (25/21)
Specificaties
8-3
1
2
3
4
5
6
789
10
11
12
Achterste richtingaanwijzer: 10.0 W
Parkeerlicht:
5.0 W
Kentekenverlichting: 5.0 W
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje koelvloeistoftempera-
tuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Controlelampje tractieregeling: LEDZekering:Hoofdzekering:
50.0 A
Hulpzekering 1: 2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
15.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A