Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU73253
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbrengen.
Het aanbrengen van wijzigingen tijdens
het rijden kan u afleiden en vergroot hetrisico op een ongeval.
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een brandstofniveaumeter
een eco-controlelampje
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
een rijmodusweergave
een weergave voor de tractieregeling
een multifunctioneel display
OPMERKING
Draai de sleutel naar “ON” alvorens de
onderste en bovenste insteltoets te
gebruiken, behalve bij het wisselen
naar de helderheidsregeling of om de
klok weer te geven.
Voor Verenigd Koninkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave van de snelheidsmeter en
het multifunctionele display, zet u het
multifunctionele display in de kilome-
tertellermodus of een rittellermodus en
houdt u vervolgens de onderste instel-toets drie seconden lang ingedrukt.
Snelheidsmeter
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Rijmodusweergave
3. Toerenteller
4. TCS-weergave
5. Eco-controlelampje “ECO”
6. Snelheidsmeter
7. Multifunctioneel display
8. Brandstofniveaumeter1 32
4 5
6
8
7
1. Bovenste insteltoets
2. Onderste insteltoets
1 2
1. Snelheidsmeter
1
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen het
ideale bereik houden.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 11250 tpm en hoger Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (volle tank) naar
“E” (lege tank) naarmate het brandstofni-
veau daalt. Als het laatste segment en de
omkadering beginnen te knipperen, dient u
zo snel mogelijk te tanken.
OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als er een pro-
bleem wordt gedetecteerd in het elektrische
circuit van de brandstoftank, gaan de seg-
menten en omkadering van de brandstofni-
veaumeter en “ ” knipperen. Als dit zich
voordoet, vraag dan een Yamaha-dealer de
machine te controleren.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brandstof-
verbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid.
Selecteer de versnelling die geschikt isvoor de snelheid van de machine.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller1
2
1. Frame
2. Segment1
2
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-8
1
234
5
6
7
8
9
10
11
12
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt aan-
gegeven door “ ” en door het
vrijstandcontrolelampje. Rijmodusweergave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: “STD”, “A” of “B”. Zie pagina
3-12 en 3-14 voor meer informatie over de
modi en hoe u deze kunt selecteren.
TCS-weergaveDeze weergave geeft aan welke instelling
van de tractieregeling is geselecteerd: “1”,
“2” of “OFF”. Zie voor meer informatie over
de TCS-instellingen en hoe u deze kunt se-
lecteren pagina 3-17.
Multifunction
eel display
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller
twee rittellers
een ritteller brandstofreserve
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave luchttemperatuur
1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Aanduiding ingeschakelde versnelling12
1. Rijmodusweergave
1. TCS-weergave
11
1. Multifunctioneel display
1
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-9
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
een klok
een weergave helderheidsniveau
De kilometerteller “ODO” toont de totale af-
stand die met de machine is afgelegd.
De rittellers “TRIP” tonen de afgelegde af-
stand sinds de tellers vo or het laatst werden
teruggesteld.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
De rittellers worden teruggesteld enblijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.
Druk op de onderste insteltoets om te wis-
selen tussen de weergaven voor kilometer-
teller “ODO”, rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”,
huidig brandstofverbruik “km/L” of “L/100
km”, gemiddeld brands tofverbruik “AVE_
_._ km/L” of “AVE_ _._ L/100 km”, koelvloei-
stoftemperatuur “_ _ °C”, omgevingstempe-
ratuur “Air_ _ ° C” en de klok “_ _:_ _”, in de
onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L of L/100
km → AVE_ _._ km/L of AVE_ _._ L/100 km
→ _ _ °C → Air_ _ ° C → Clock _ _ :_ _ →
ODO
Voor Verenigd Koninkrijk:
Druk op de onderste insteltoets om te wis- selen tussen de weergaven voor kilometer-
teller “ODO”, rittellers “TRIP 1” en “TRIP 2”,
huidig brandstofverbruik “km/L”, “L/100 km”
of “MPG”, gemiddeld brandstofverbruik
“AVE_ _._ km/L”, “A
VE_ _._ L/100 km” of
“AVE_ _._ MPG”, koel vloeistoftemperatuur
“_ _ °C”, omgevingstemperatuur “Air_ _ °C”
en klok “_ _:_ _”, in de onderstaande volg-
orde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → km/L, L/100
km of MPG → AVE_ _._ km/L, AVE_ _._ L/
100 km of AVE_ _._ MPG → _ _ °C → Air_
_ °C → Clock _ _ :_ _ → ODO
OPMERKING
Druk op de bovenste insteltoets om in
omgekeerde volgorde te wisselen tus-
sen de weergaven.
De brandstofreserve-ritteller verschijntautomatisch.
Als het laatste segm ent en de omkadering
van de brandstofniveaumeter beginnen te
knipperen, wisselt de weergave automa-
tisch naar de brands tofreserve-ritteller
“TRIP F” en wordt de afgelegde afstand
vanaf dat punt aangegeven. Druk in dat ge-
val op de onderste insteltoets om de weer-
gave te wisselen in de onderstaande
volgorde: TRIP F
→ km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → _ _ °C → Air_
_ °C → Clock _ _ :_ _ → ODO → TRIP 1 →
TRIP 2 → TRIP F
Voor Verenigd Koninkrijk:
TRIP F → km/L, L/100 km of MPG → AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG → _ _ °C → Air_ _ °C → Clock _ _ :_
_ → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → TRIP F
Houd om een ritteller terug te stellen de bo-
venste instelknop een seconde lang inge-
drukt.
Als u de brandstofreserve-ritteller niet hand-
matig terugstelt, wordt deze automatisch te-
ruggesteld zodra u na het tanken 5 km (3
mi) hebt gereden. De ritteller verdwijnt dan
vanzelf van het display.
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Dit display toont de koelvloeistoftempera-
tuur van 40 °C tot 116 °C in stappen van 1
° C.
Als de melding “HI” knippert, stop dan de
machine, stop vervolgens de motor en laat
de motor afkoelen. (Zie pagina 6-38.)OPMERKING
Als de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C, wordt “Lo” weergegeven.
De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandighedenen de motorbelasting.
Luchttemperatuur
Deze weergave toont de luchttemperatuur
van –9 ° C tot 99 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken van
de werkelijke omgevingstemperatuur.
OPMERKING
Bij een luchttemperatuur onder –9 °C
wordt “Lo” weergegeven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beënvloed
door langzaam rijden (onder 20 km/h
[12 mi/h]) of door het oponthoud bij
verkeerslichten, spoorwegovergangenetc.
Klok
De klok geeft de tijd weer in een 12-uursin-
deling. Zelfs wanneer de sleutel niet in de
stand “ON” staat, kan de klok 10 seconden
worden weergegeven door op de onderste
insteltoets te drukken. De klok instellen
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Wissel de weergave naar de klok.
3. Houd de onderste insteltoets en bo-
venste insteltoets tegelijk twee secon-
den lang ingedrukt, en de
urenaanduiding begint te knipperen.
4. Druk op de bovenste insteltoets om de
uren in te stellen.
5. Druk op de onderste insteltoets en de minutenaanduiding begint te knippe-
ren.
6. Druk op de bovenste insteltoets om de minuten in te stellen.
7. Druk op de onderste insteltoets om de instellingen te bevestigen en de klok
aan te zetten.OPMERKINGDruk bij het instellen van de uren en minu-
ten kort op de bovenste insteltoets om de
waarde in stappen van één te verhogen, of
houd de toets ingedrukt om de waardedoorlopend te verhogen.
1. Luchttemperatuurweergave
1
1. Klok
1