Page 65 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-8
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU72800
OPMERKING
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht om beschadiging te
voorkomen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdre mcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst. De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
31 *Gasgreephuis en
gaskabel Controleer werking en vrije slag.
Stel de vrije slag van de gaskabel
af indien nodig.
Smeer het gasgreephuis en de gaskabel.
32 *Lampen,
richtingaanwijzers
en schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km (600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
B67-9-D1_1.book 8 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 66 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-9
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU67110
Controleren van de bougiesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
het voertuig wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, werkt de motor mogelijk
niet naar behoren. Probeer dergelijke pro-
blemen niet zelf vast te stellen. Laat in
plaats daarvan uw machine nakijken door
een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan tedrukken.
Voorgeschreven bougie: NGK/LMAR9E-J
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment: Bougie (nieuw):
18 N·m (1.8 kgf·m, 13 lb·ft)
Bougie (na controle): 13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
1
1
B67-9-D1_1.book 9 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 67 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-10
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU73971
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop. Wanneer
de machine iets schuin staat, kan het
niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot
rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan.
1. Filterbus
1. Tankbeluchtingssysteem
1
1
B67-9-D1_1.book 10 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 68 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-11
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
4. Als de motorolie bij of beneden de merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.
Vervangen van de motorolie (en filter) 1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de motor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKINGSla de stappen 4–6 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.
4. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren.
5. Smeer een dun laagje schone motor- olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
1
3
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
12
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel1 2
B67-9-D1_1.book 11 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 69 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-12
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt. 6. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. 7. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motoren het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
9. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKINGAls het olieniveau correct is, gaat het waar-
schuwingslampje oliedruk na het startenvan de motor weer uit.LET OP
DCA20860
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje oliedruk knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha-dealer, zelfs als het
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
1
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 12 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
Aanbevolen motorolie: Geheel synthetisch
10W-40
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:3.90 L (4.12 US qt, 3.43 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement:
4.10 L (4.33 US qt, 3.61 Imp.qt)
B67-9-D1_1.book 12 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 70 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
olieniveau in orde is. 10. Zet de motor af en wacht een paar mi- nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20095
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan. 3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor koud
is.
[DWA15162]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
21
B67-9-D1_1.book 13 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 71 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-14
1
2
3
4
5
678
9
10
11
12
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk- streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezig is,
gebruik dan in plaats daarvan ge-
distilleerd water of onthard leiding-
water. Gebruik geen hard water of
zout water, dit is schadelijk voor de
motor. Als er in plaats van koel-
vloeistof water is gebruikt, vervang
dit dan zo snel mogelijk door koel-
vloeistof, anders is het systeem niet
beschermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
DAU73983
Om de koelvloeistof te verversen1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
3. Verwijder de borgbout voor de radia- torvuldop en de vuldop zelf.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10382]
4. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
5. Verwijder de kap van het koelvloeistof- reservoir A door de bouten en de druk-
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1. Borgbout radiatorvuldop
2. Radiatorvuldop
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
2
1
12
B67-9-D1_1.book 14 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 72 of 108

Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
clip los te halen.
OPMERKINGDe drukclip wordt verwijderd door de pen inte drukken en dan de drukclip los te trekken.
6. Verwijder de kap van het koelvloeistof- reservoir B en het koelvloeistofreser-
voir door de bouten los te halen.
7. Verwijder de kragen en de dop van het koelvloeistofreservoir en keer dan het
koelvloeistofreservoir ondersteboven
om het leeg te maken. 8. Spoel het koelsysteem nadat alle koel-
vloeistof is uitgestroomd grondig door
met schoon leidingwater.
9. Monteer de kragen, het koelvloeistof-
reservoir en de kap door ze in de oor-
spronkelijke positie te plaatsen en
vervolgens de bouten en drukclip aan
te brengen.
OPMERKINGDe drukclip wordt bevestigd door de pen
naar buiten te drukken, de drukclip in de kap
te steken en dan de pen naar binnen te
drukken totdat deze gelijk ligt met de kopvan de clip.
1. Drukclip
2. Kap koelvloeistofreservoir A
3. Bout
1
32
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir B
3. Koelvloeistofreservoir
4. Dop koelvloeistofreservoir
5. Flensbus1
2
5
34
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
12
B67-9-D1_1.book 15 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分