Page 41 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-20
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKING
Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-stool dezelfde markering draagt.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol. Gas-
ohol met ethanol kan worden gebruikt, mits het ethanolgehalte niet hoger is dan 10%
(E10). Gasohol met methanol wordt niet
aangeraden door Yamaha aangezien deze
schade kan toebrengen aan het brandstof-
systeem of problemen kan opleveren met
de voertuigprestaties.
DAU74230
Overloopslang brandstoftankOPMERKINGZie pagina 7-10 voor informatie over het be-luchtingssysteem.
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
overloopslang.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
overloopslang niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
Let erop dat de tankoverloopslang
door de klem wordt geleid.
E10
1. Klem
2. Overloopslang brandstoftank
1
2
B67-9-D1_1.book 20 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 42 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerus t met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden totoververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU57991
ZadelVerwijderen van het zadel 1. Open de zadelslotafdekking, steek de
sleutel in het zadelslot en draai deze
vervolgens linksom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast, trek het zadel aan de achterzijde om-
hoog en trek dan het zadel los.
Aanbrengen van het zadel 1. Steek de uitsteeksels in de zadelbe- vestiging zoals afgebeeld.1. Zadelslot
2. Afdekking zadelslot
3. Ontgrendelen.
1 3
2
B67-9-D1_1.book 21 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 43 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-22
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
2. Druk het zadel aan de achterzijde om- laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
DAU70410
Afstellen van de voorvorkLET OP
DCA22471
Let erop dat u de goudkleurig ge-
anodiseerde afwerking niet bescha-
digt bij het afstellen van de vering.
Probeer nooit voorbij de maximum-
of minimuminstellingen te draaien
om schade aan de interne mecha-
nismen van de vering te voorko-men.
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping
en ingaande demping van beide vorkpoten
kunnen worden ingesteld.WAARSCHUWING
DWA10181
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
moer op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
moer op beide vorkpoten in de richting (b). Uitgaande demping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stelbout
op beide vorkpoten in de richting (a). Draai
om de uitveerdemping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelbout op bei-
de vorkpoten in de richting (b).
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2
2 1
1. Stelmoer veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
0 slag(en) in de richting (a)*
Standaard: 9 slag(en) in de richting (a)*
Maximum (hard): 15 slag(en) in de richting (a)*
* Met de stelmoer volledig gedraaid in
de richting (b)
1
(a) (b)
B67-9-D1_1.book 22 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 44 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-23
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de ingaande demping te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikke n van elk veerdem- pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
1. Stelbout uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
14 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1
(a) (b)
1. Stelbout ingaande dempingAfstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 17 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
1
(a) (b)
B67-9-D1_1.book 23 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 45 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-24
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU74240
Schokdemperunit afstellen
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dea-ler.
LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Dit model is voorzien van instelbare vering.
De veervoorspanning, uitgaande demping,
snelle ingaande demping en langzame in-
gaande demping kunnen worden ingesteld.
Veervoorspanning 1. Draai de borgmoer los.
2. Draai om de veervoorspanning te ver- hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelring in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring in de richting (b).
De instelling voor de veervoorspan-
ning wordt bepaald door de afstand A
te meten. Hoe groter afstand A, des te
hoger de veervoorspanning; hoe klei-
ner afstand A , des te lager de veer-
voorspanning.
Verricht de afstelling met de speci-
ale sleutel in de boordgereed-
schapsset.
1. Stelring veervoorspanning
2. Borgmoer
3. Speciale sleutel
1. Afstand A
(a) (b)1
2
3
1
B67-9-D1_1.book 24 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 46 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-25
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
3. Draai de borgmoer vast met het voor- geschreven aanhaalmoment. LET OP:
Draai de borgmoer altijd vast tegen
de stelring, en haal de borgmoer
vervolgens aan met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
[DCA22760]
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef in de
richting (b). Ingaande demping
Snelle ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de snelle ingaande demping stugger
te maken de stelbout in de richting (a). Draai
om de ingaande demping te verlagen en zo
de vering zachter te maken de stelbout in de
richting (b).Langzame ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de langzame ingaande demping stug-
ger te maken de stelschroef in de richting
(a). Draai om de ingaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef in de richting (b).
Veervoorspanning:
Minimum (zacht):Afstand A = 77.5 mm (3.05 in)
Standaard:
Afstand A = 81.5 mm (3.21 in)
Maximum (hard): Afstand A = 85.5 mm (3.37 in)
Aanhaalmoment: Borgmoer:25 N·m (2.5 kgf·m, 18 lb·ft)
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstelling uitgaande demping: Minimum (zacht):
23 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 11 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)(a) (b)
1
1. Stelbout snelle ingaande dempingInstelling snelle ingaande demping
Minimum (zacht):
5.5 slag(en) in de richting (b)*
Standaard: 3 slag(en) in de richting (b)*
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)*
* Met de stelbout volledig gedraaid in
de richting (a)
(a) (b)
1
B67-9-D1_1.book 25 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 47 of 108
Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-26
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee elk afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-
ties.
DAU15152
BagageriembevestigingAan elke passagiersvoetsteun zit een baga-
geriembevestiging.
1. Stelschroef langzame ingaande demping Instelling langzame ingaande dem-
ping Minimum (zacht): 18 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid in de richting (a)
(a) (b)
1
1. Bagageriembevestiging
1
B67-9-D1_1.book 26 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分
Page 48 of 108

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU67050
EXUP-systeemDit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsy steem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door middel van een klep die de
uitlaatstroom binnen de uitlaatkamer regelt.LET OP
DCA15611
Het EXUP-systeem werd afgesteld en
uitgebreid getest op de Yamaha fabriek.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-schadigd.
DAU49453
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluiting
te voorkomen, dient u te controleren of
de dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aangebracht als het contact nietwordt gebruikt.LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aangesloten op het
gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires mag niet worden gebruikt ter-
wijl de motor uit staat en de belasting
mag niet meer bedragen dan 12 W (1.0
A), anders kan de zekering doorbrandenof de accu ontladen raken.
Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact voor accessoires.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit gelijkstroom aansluitcontact voor acces-
soires, kan worden gebruikt wanneer de
sleutel in de stand “ON” staat, maar mag al-
leen worden gebruikt wanneer de motor
draait. Gebruiken van het gelijkstroom aan-
sluitcontact voor accessoires
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Verwijder het deksel van het aansluit- contact.
3. Zet het accessoire uit.
4. Plaats de stekker van het accessoire in het aansluitcontact.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1
B67-9-D1_1.book 27 ページ 2017年2月2日 木曜日 午後3時47分