Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
bij tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwin gslampje olie druk blijft bran den
terwijl het olieniveau in or de is, zet d an
onmi ddellijk de motor af en laat het
voertui g controleren door een Yamaha-
d ealer.OPMERKINGAls het waarschuwingslampje niet uitgaat
nadat de motor is gestart, controleer dan
het motorolieniveau en vul indien nodig olie
bij. (Zie pagina 6-10.)
Als het waarschuwingslampje blijft branden
nadat u olie hebt bijgevuld, vraag dan een
Yamaha-dealer om het voertuig te contro- leren.
DAU11447
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat
de motor niet d raaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-40 nadere instructies ver-
meld.
DAU73171
Waarschuwin gslampje motorstorin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren. Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid of blijft branden, vraag dan
uw Yamaha dealer om de machine na te
zien.
DAU69890
ABS-waarschuwin
gslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje: niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-14 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
ABS
UBU2D0D0.book Page 4 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de rad iatorvul dop te ver-
wij deren als de motor kou d is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan. LET OP: Als
er geen koelvloeistof aanwezi g is,
g eb ruik dan in plaats d aarvan ge-
d istilleer d water of onthar d lei din g-
water. Ge bruik geen har d water of
zout water, dit is scha delijk voor de
motor. Als er in plaats van koel-
vloeistof water is g eb ruikt, vervan g
d it dan zo snel mo gelijk door koel-
vloeistof, an ders is het systeem niet
b escherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473] DAU59863
Om
de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
3. Verwijder de borgbout voor de radia- torvuldop en de vuldop zelf.
WAARSCHUWING! Pro beer nooit
om de rad iatorvul dop te verwij de-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
123
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
2
1
UBU2D0D0.book Page 14 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Periodiek on derhoud en afstelling
6-15
6
4. Verwijder de afdekkap van het koel-
vloeistofreservoir door de bout en de
drukclip los te halen, en verwijder dan
het koelvloeistofreservoir.
5. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir. 6. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
7. Monteer het koelvloeistofreservoir en het deksel door ze in de oorspronkelij-
ke positie te plaatsen en breng vervol-
gens de bout en drukclip aan. 8. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om de koelvloeistof
uit het koelsysteem af te tappen.
9. Spoel het koelsysteem nadat alle koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
10. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
11. Giet de voorgeschreven hoeveelheid van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir.1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
3. Drukclip
2
1
3
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
21
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
Aanhaalmoment:Aftapplug koelvloeistof: 7 N·m (0.7 kgf·m, 5.1 lb·ft)
12
UBU2D0D0.book Page 15 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
12. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
13. Breng de radiatorvuldop weer aan.
14. Start de motor, laat hem een paar mi- nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
15. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel-
vloeistof bij tot het niveau boven in de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop en de bijbehorende borg-
bout aan.
16. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvloeistofreservoir,
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop weer aan. 17. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
DAU60451
Vervan gen van het luchtfilterele-
ment en reini gen van d e aftap-
slan gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Laat uw Yamaha-dealer het luchtfilte-
relement vaker vervangen als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De
luchtfilteraftapslang is echter makkelijk be-
reikbaar en moet regelmatig worden ge-
controleerd en indien nodig gereinigd.
Reini gen van de luchtfilteraftapslan g
1. Verwijder de luchtfilteraftapslang on-
der het luchtfilterdeksel.
2. Reinig de slang en installeer de slang vervolgens.
Men
gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)1. Aftapslang luchtfilter
1
UBU2D0D0.book Page 16 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
6-32
6
DAU59872
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering en de kastjes met zeke-
ringen voor afzonderlijke circuits bevinden
zich onder het bestuurderszadel. (Zie pagi-
na 3-18.)OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan. WAARSCHUWING! Geb
ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekeringenkastje
3. Reservehoofdzekering
4. Hoofdzekering
2
3
4
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Backup-zekering 2 (voor ECU)
5. Backup-zekering (voor klok en
startblokkeersysteem)
6. Zekering radiatorkoelvinmotor
7. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering parkeerlichten
10.Hulpzekering
11.Zekering ABS-regeleenheid
12.Reservezekering
7
8
9
10
11
1
2
3
4
5
61212
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Hulpzekering: 2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: 20.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
Backup-zekering 2: 10.0 A
UBU2D0D0.book Page 32 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Periodiek on derhou d en afstelling
6-40
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g na verwij deren van d e bor gbout voor de rad iatorvuld op een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra-
d iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk
d e dop omlaa g zod ra het sis
gel
uid stopt en draai deze linksom en verwij der de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UBU2D0D0.book Page 40 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Specificaties
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2085 mm (82.1 in)
Totale breedte:
745 mm (29.3 in)
Totale hoogte: 1090 mm (42.9 in)
Zadelhoogte: 805 mm (31.7 in)
Wielbasis:
1400 mm (55.1 in)
Grondspeling: 140 mm (5.51 in)
Kleinste draaicirkel: 2.7 m (8.86 ft)Gewicht:Rijklaar gewicht:182 kg (401 lb)Motor:Verbrandingscyclus:
4-takt
Koelsysteem: Vloeistofgekoeld
Kleppenmechanisme: DOHC
Cilinderopstelling:
In lijn
Aantal cilinders: 2-cilinder
Slagvolume: 689 cm3
Boring × slag:
80.0 × 68.6 mm (3.15 × 2.70 in) Compressieverhouding:
11.5 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
SAE-viscositeitsklassen:
10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie: API service type SG of hoger, JASO
MA-norm
Hoeveelheid motorolie: Olieverversing:
2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterelement: 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoatingBran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol [E10]
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 14 L (3.7 US gal, 3.1 Imp. gal) Hoeveelheid reservebrandstof:
2.7 L (0.71 US gal, 0.59 Imp.gal)
Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:1WS1 10Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR8A-9
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatAan drijflijn:Primaire reductieverhouding:
1.925 (77/40)
Eindoverbrenging: Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.688 (43/16)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.846 (37/13)
2e: 2.125 (34/16)
3e: 1.632 (31/19)
4e:
1.300 (26/20)
5e: 1.091 (24/22)
UBU2D0D0.book Page 1 Monday, September 5, 2016 9:57 AM
Specificaties
8-3
8
Wattage gloeilamp:Koplamp:
H4, 60.0 W/55.0 W
Remlicht/achterlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer: 10.0 W
Achterste richtingaanwijzer: 10.0 W
Parkeerlicht:
5.0 W
Kentekenverlichting: 5.0 W
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht: LED
Waarschuwingslampje oliedruk: LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekerin g:Hoofdzekering:
30.0 A
Hulpzekering:
2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem: 10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep: 20.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Backup-zekering 2: 10.0 A
UBU2D0D0.book Page 3 Monday, September 5, 2016 9:57 AM