3587-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het no odzakelijk om de identificatiecode te
registreren. Laat de identificati ecodes registreren door een er kende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en
gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige.
■Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●Slijtage-indicatoren zichtbaar zijn op de band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd van wege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en wielen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem ni et cor-
rect. Na ongeveer 10 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauw elijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Brede banden (auto's met 195/50R16 banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op b esneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard b anden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen op besneeuwde en /of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
Registreren van identificatiecode s (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem).
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 358 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM
3677-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
OPMERKING
■Repareren of vervangen van banden, velgen, bandenspanningssensoren,
-zenders en ventieldopjes (auto 's met bandenspanningswaarschuwings-
systeem)
● Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of ban den-
spanningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota -dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.
● Vergeet niet de dopjes weer op de ventielen aan te brengen. Als de ven-
tieldopjes niet geplaatst worden, dan kan er water in de banden spannings-
sensoren terecht komen en kunnen ze vast gaan zitten.
● Gebruik bij het vervangen van de ventieldopjes geen andere vent ieldopjes
dan voorgeschreven. Anders kunnen de dopjes vast komen te zitte n.
■ Voorkomen van schade aan de band enspanningssensoren en -zenders
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werke n de ban-
denspanningssensor en -zender mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel mogelijk contact op m et een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Vervang na het gebruik van ban-
denreparatievloeistof de bandenspanningssensor en -zender wanneer de
band wordt gerepareerd of vervangen. ( →Blz. 356)
■ Rijden over onverharde wegen
Wees extra voorzichtig bij het rijden over onverharde wegen en wegen met
kuilen.
Dergelijke omstandigheden hebben mogelijk een verlaging van de banden-
spanning tot gevolg, waardoor de verende werking van de banden vermin-
dert. Bovendien kunnen de banden zelf en de velgen en carrosser ie
beschadigd raken bij het rijden over onverharde wegen.
■ Brede banden (auto's met 195/50R16 banden)
Het gebruik van brede banden kan leiden tot meer schade aan de velg bij
het rijden op een slecht wegdek. Let daarom goed op de volgende punten:
● Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. Bij een te lage ban-
denspanning zullen de banden sneller beschadigd raken.
● Rijd niet door diepe gaten of tegen hoge of scherpe voorwerpen aan of
eroverheen. Anders kunnen de banden en velgen ernstig beschadig d
raken.
■ Als tijdens het rijden in elke band een te lage bandenspanning ontstaat
Rijd niet verder als de bandenspanning te laag is, anders kunne n de ban-
den en/of velgen ernstig beschadigd raken.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 367 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM
3717-3. Zelf uit te voeren onderhoud
7
Onderhoud en verzorging
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
■Bij het verwijderen van de wieldop (auto's met stalen velgen en banden-
reparatieset)
■ Wanneer velgen worden vervangen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
De velgen van uw auto zijn uitgerust met bandenspanningssensore n en -zen-
ders (behalve het reservewiel [inclusief compact reservewiel]) voor het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadiu m
waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het vervang en van vel-
gen moeten er bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaa tst.
( →Blz. 356)
Verwijder de wieldop met een wieldopclip.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 371 Thursday, December
1, 2016 3:19 PM
3727-3. Zelf uit te voeren onderhoud
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
WAARSCHUWING
■Vervangen van velgen
● Gebruik alleen de in deze handleiding aanbevolen maat velgen en ban-
den. Een andere maat kan resulteren in een slechtere controle o ver de
auto.
● Gebruik nooit een binnenband bij een poreuze velg die ontworpen is voor
een tubeless band. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een o ngeval
waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■ Plaatsen van wielmoeren
● Breng nooit olie of vet aan op de wielbouten of -moeren.
Door het gebruik van olie of vet worden de wielmoeren mogelijk te vast
aangedraaid waardoor de bouten of de velg beschadigd kunnen rak en.
Daarnaast kunnen de wielmoeren loslopen en de wielen losraken, wat kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg. Verwijder olie of vet
van de wielbouten of wielmoeren.
■ Gebruik van beschadigde velgen niet toegestaan
Gebruik geen gescheurde of vervormde velgen.
Als u dat wel doet, kan er tijdens het rijden lucht uit de band ontsnappen,
waardoor een ongeval zou kunnen ontstaan.
OPMERKING
■Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders (auto's met
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebbe n op
de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze wer k-
zaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en ui tgeruste
deskundige. Ga ook voor de aanschaf van bandenspanningssensoren en
-zenders naar een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateu r of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Gebruik voor uw auto alleen originele Toyota-velgen.
Bij niet-originele velgen kan niet worden gegarandeerd dat de b anden-
spanningssensoren en -zenders goed werken.
● Plaats de wielmoeren met de schuine
kant naar het wiel toe. Als de wielmoe-
ren worden geplaatst met de schuine
kant van het wiel af, kan de velg scheu-
ren waardoor het wiel tijdens het rijden
kan losraken. Dit kan leiden tot een
ongeval, met ernstig letsel als gevolg.Ta p s
gedeelte
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 372 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM
4128-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
Waarschuwingslampje PCS*2
Wanneer het waarschuwingslampje knippert (en een zoemer
klinkt):
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem).
→Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wanneer het waarschuwingslampje gaat branden:
Geeft aan dat het PCS (Pre-Cr ash Safety-systeem) tijdelijk
niet beschikbaar is, mogelijk als gevolg van een van de
onderstaande zaken:
• Het deel van de voorruit rondom de sensor voor is vuil, beslagen of bedekt door co ndens, ijs, stickers, e.d.
→ Verwijder het vuil, de condens , het ijs, de stickers, enz.
(→Blz. 216)
• De temperatuur van de sensor voor ligt buiten het wer-
kingsbereik
→ Wacht een tijdje totdat het gebied rondom de sensor
voor voldoende is afgekoeld.
Wanneer het waarschuwingslampje brandt:
Het VSC (Vehicle Stability Cont rol-systeem) of het PCS (Pre-
Crash Safety-systeem) is uitgeschakeld of beide systemen
zijn uitgeschakeld.
→Schakel om het PCS-systeem in te schakelen zowel het
VSC-systeem als het PCS-systeem in. (→Blz. 223, 250)
Controlelampje Traction Control*2
Geeft aan dat er ee n storing is in:
• Het VSC-systeem;
• De TRC; of
• Hill Start Assist Control.
→Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)
Controlelampje Automatic High Beam-systeem*2
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Automatic
High Beam-systeem.
→ Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
(Geel)
Waarschuwingslampje remsysteem
Geeft aan dat er ee n storing is in:
• Het regeneratieve remsysteem; of
• Het elektronisch geregelde remsysteem.
→Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Waarschu-
wingslampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 412 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM
4168-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
■Detectiesensor passagier en waar schuwingszoemer passagiersgordel
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het waarschuwingslampje laten knipperen, ook al zit er niemand op de pas-
sagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden a ls de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmi ddellijk als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten wee r uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota- dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uit gaat.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
■
Waarschuwingslampje (waarschuwin gszoemer) elektrische stuurbekrach-
tiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of tijdelijk daalt, kan het waarschu-
wingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging gaan branden en kan er
een waarschuwingszoemer klinken.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Controleer het uiterlijk van de band om na te gaan of de band n iet lek is.
Als de band lek is: →Blz. 421, 436
Als de band niet lek is:
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje zelfs na enkele minuten niet uitgaa t, contro-
leer dan of de bandenspanning in orde is en voer de initialisat ie uit.
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaa nde
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
■ Het waarschuwingslampje lage ba ndenspanning gaat mogelijk brand en
door een natuurlijke oorzaak (aut o's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spa nning
gebracht zijn.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 416 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM
4178-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E■
Als een wiel wordt vervangen d oor het reservewiel (auto's met b anden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspann ing niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door he t reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
■ Als het bandenspanningswaarschuw ingssysteem buiten werking is
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende
omstandigheden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
●
Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden
gebruikt.
●Als de identificatiecodes op de bandenspanningssensoren en -zen ders niet
zijn geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem-EC U
●Als de bandenspanning 500 kPa (5,1 kg/cm2 of bar, 73 psi) of meer bedraagt
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem kan onder de volgende
omstandigheden worden uitgeschakeld:
(Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct
werken.)
● Als zich in de nabijheid een elektrische voorziening bevindt, d ie dezelfde
radiografische signalen uitzendt
● Als in de auto een radio aanstaat op dezelfde frequentie
● Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst va n de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt
● Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen e n in de wiel-
kasten
● Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd (Zelfs wann eer er
Toyota-velgen zijn gemonteerd, kan het zijn dat het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem bij sommige bandentypes niet goed werkt.)
● Als er sneeuwkettingen worden gebruikt
■
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's met bande nspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft wanneer het conta ct AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 417 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM
4318-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
8
Bij problemen
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
Auto's met lichtmetalen velgen
Verwijder de naafdop door deze
vanaf de achterzijde uit de velg
te drukken.
Raak de naafdop niet kwijt.
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
■Het compacte reservewiel
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 477)
■ Nadat de band verwisseld is (auto's met bandenspanningswaarschu -
wingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwing ssysteem moet worden gereset. (→Blz. 356)
■Bij gebruik van het reservewiel (inclusief compact reservewiel) (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een lage ban-
denspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte r eserve-
wiel. Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
5
6
1
2
3
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book Page 431 Thursday, December 1, 2016 3:19 PM