
421-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
*: Indien aanwezig
De  belangrijkste  onderdelen  van  het  SRS-airbagsysteem  zijn  hierbo-
ven  afgebeeld.  Het  SRS -airbagsysteem  wordt  aangestuurd  door  de
airbag-ECU.  Bij  het  activeren  v an  de  airbags  zorgt  een  chemisch e
reactie  in  de  ontstekingsmechanismen  ervoor  dat  de  airbags  snel
gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzitte nden
te helpen beperken.
Onderdelen SRS-airbagsysteem
Gordelspanners en 
spankrachtbegrenzers
Sensoren aanrijding 
opzij (voor)
Side airbags
Curtain airbags
*
Sensoren aanrijding 
opzij (achter)
*
Bestuurdersairbag Waarschuwingslampje SRS
Knie-airbag bestuurder
*
Airbag-ECU
Sensor frontale aanrijding
Aan/uit-schakelaar airbag
Voorpassagiersairbag
Controlelampje
 PASSENGER 
AIR BAG
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book   Page 42  Thursday, December 1, 2016  3:19 PM 

811-2. Hybridesysteem
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
Onder aan de zijkant van de linker
achterstoel  zit  een  ventilatieope-
ning  voor  de  koeling  van  het  bat-
terijpakket  (tractiebatterij).  Als
deze  ventilatieopening  wordt
afgedekt,  kan  het  batterijpakket
oververhit  raken,  waardoor  het
door  het  batterijpakket  geleverde
vermogen afneemt.
Het  uitschakelsysteem  voor  noodgev allen  zorgt  ervoor  dat  het  hoog-
spanningssysteem en de brandstof pomp worden uitgeschakeld als de
botsingssensor  een  aanrijding  met  een  kracht  boven  een  bepaalde
drempelwaarde  heeft  gesignaleerd,  om  de  kans  op  een  elektrische
schok en brandstoflekkage tot een  minimum te beperken. Als het uit-
schakelsysteem voor noodgevallen in werking is getreden, kunt u  uw
auto niet meer starten. Neem voor het herstarten van het hybrid esys-
teem  contact  op  met  een  erkende  Toyota-dealer  of  hersteller/rep ara-
teur  of  een  andere  naar  behoren  gekwalificeerde  en  uitgeruste
deskundige.
Ventilatieopening batterijpakket (tractiebatterij)
Uitschakelsysteem  voor noodgevallen
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book   Page 81  Thursday, December 1, 2016  3:19 PM 

91
1
1-3. Antidiefstalsysteem
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
Super vergrendeling∗
Auto's die met dit systeem zijn uitge-
rust,  zijn  voorzien  van  labels  op  de
ruiten van de beide voorportieren.
Zet het contact UIT, laat alle inzittenden de auto verlaten en  controleer
of alle portieren gesloten zijn.
Gebruik  van  de  instapfunctie  (aut o's  met  Smart  entry-systeem,  start-
knop en instapfunctie):
Raak  het  sensorgedeelte  van  de  b uitenportiergreep  binnen  5  secon-
den 2 keer aan.
Met de afstandsbediening:
Druk tweemaal binnen 5 seconden op  .
∗: Indien aanwezig
Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgren-
delen  van  de  portieren  zowel  v an  buitenaf  als  van  binnenuit
onmogelijk te maken.
Inschakelen van de supervergrendeling
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book   Page 91  Thursday, December 1, 2016  3:19 PM 

1243-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
Por tieren
De  auto  kan  worden  vergrendeld  en  ontgrendeld  met  behulp  van  de
instapfunctie,  afstandsbediening,  sleutel  of  schakelaars  voor  d e  cen-
trale vergrendeling.
◆Instapfunctie (auto's met Sm art entry-systeem, startknop 
en instapfunctie)
Zorg dat u de elektronische sleu tel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.
Pak  de  portiergreep  vast  om
de portieren te ontgrendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de  achterzijde  van  de  portier-
greep aanraakt.
De  portieren  en  de  achterklep
kunnen  gedurende  3  seconden
na het vergrendelen niet worden
ontgrendeld.
Raak  de  vergrendelsensor
(de  uitholling  aan  de  zijkant
van  de  portiergreep)  aan  om
de portieren te vergrendelen.
Controleer  of  het  portier  goed
vergrendeld is.
Van buitenaf ontgrendelen en v ergrendelen van de portieren
1
2
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book  Page 124  Thursday, December  1, 2016  3:19 PM 

1273-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
■Bedieningssignalen (auto's met i nstapfunctie of afstandsbediening)
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portier en zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweem aal)
■ Beveiligingsfunctie
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als  er  niet  binnen  ongeveer  30  seconden  na  het  ontgrendelen  van   de  auto
een  portier  wordt  geopend,  zorgt  de  beveiligingsfunctie  ervoor  dat  de  auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als  er  niet  binnen  ongeveer  30  seconden  na  het  ontgrendelen  van   de  auto
een  portier  wordt  geopend,  zorgt  de  beveiligingsfunctie  ervoor  dat  de  auto
weer automatisch wordt vergrendeld. (Afhankelijk van de locatie  van de elek-
tronische  sleutel  wordt  echter  mogelijk  vastgesteld  dat  de  sleu tel  in  de  auto
is. In dit geval blijft de auto mogelijk ontgrendeld.)
■ Wanneer het portier niet kan worden vergrendeld met de vergrend elsen-
sor (auto's met Smart entry-systeem, startknop en instapfunctie)
■ Zoemer centrale vergrendeling ( auto's met Smart entry-systeem, 
startknop en instapfunctie)
Als  een  portier  niet  volledig  gesloten  is,  klinkt  er  constant  e en  zoemer  als
geprobeerd  wordt  de  portieren  te  vergrendelen.  Sluit  het  portie r  volledig  om
de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren opnieuw.
■ Als de instapfunctie (auto's met  Smart entry-systeem, startknop  en 
instapfunctie) of de afstandsbediening (indien aanwezig) niet g oed werkt
● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Gebruik de sleu tel om de
portieren te vergrendelen en ontgrendelen. ( →Blz. 126)
● Auto's  met  Smart  entry-systeem  en  startknop:  Gebruik  de  mechani sche
sleutel om de portieren te vergrendelen en ontgrendelen. ( →Blz. 455)
● Vervang  de  sleutelbatterij  door  een  nieuw  exemplaar  als  deze  on tladen
raakt. ( →Blz. 375)
Raak de vergrendelsensor aan met uw duim.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book  Page 127  Thursday, December  1, 2016  3:19 PM 

1423-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E■
Aanwijzingen voor het vergrendelen van de portieren 
(auto's met instapfunctie)
●Wanneer  u  de  vergrendelsensor  aanraakt  terwijl  u  handschoenen  d raagt,
kan  de  reactie  van  het  systeem  trager  zijn  of  worden  de  portieren  mogelijk
niet  ontgrendeld.  Trek  de  handschoenen  uit  en  raak  de  vergrende lsensor
opnieuw aan.
● Wanneer  is  vergrendeld  met  de  vergrendelsensor,  worden  maximaal   twee-
maal  achter  elkaar  een  identificatiesignaal  getoond.  Vervolgens   worden
geen identificatiesignalen gegeven.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en  ontgrendeld.  Leg  de  sleutel  op  een  afstand  van  ten  minste  2  m  van  de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gesto len wordt.)
● Als  de  elektronische  sleutel  zich  in  de  auto  bevindt  en  een  por tiergreep  tij-
dens het wassen van de auto nat wordt, klinkt er buiten de auto  een zoemer.
Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
● De  vergrendelsensor  werkt  mogelijk  niet  goed  wanneer  deze  in  co ntact
komt  met  ijs,  sneeuw,  modder,  enz.  Maak  de  vergrendelsensor  sch oon  en
probeer deze nogmaals te bedienen.
■ Aanwijzingen voor de ontgrendelfunctie (auto's met instapfuncti e)
● Bij  een  plotselinge  nadering  van  het  detectiegebied  of  de  porti ergreep  kan
het  voorkomen  dat  de  portieren  niet  ontgrendeld  worden.  Laat  in   dat  geval
de  portiergreep  los  en  controleer  of  de  portieren  worden  ontgrendeld  voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als  u  de  portiergreep  vastpakt  terwijl  u  handschoenen  draagt,  w orden  de
portieren  mogelijk  niet  ontgrendeld.  Trek  uw  handschoenen  uit  e n  raak  de
sensor aan de achterzijde van de greep opnieuw aan.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden v ergrendeld
en  ontgrendeld.  Leg  de  sleutel  op  een  afstand  van  ten  minste  2  m  van  de
auto als u de auto wast. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gesto len wordt.)
● Als  er  zich  een  andere  elektronische  sleutel  binnen  het  detecti egebied
bevindt,  is  de  reactietijd  voor  het  ontgrendelen  van  de  portier en  nadat  een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer. 
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische  sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het  Smart  entry-systeem  met  startknop  kan  vooraf  worden  uitgesc hakeld.
( →Blz. 481)
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book  Page 142  Thursday, December  1, 2016  3:19 PM 

1613-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
3
Bediening van elk onderdeel
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
Auto's met binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceer d op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver -
keer.
De  modus  voor  de  automatische
antiverblindingsstand wijzigen 
AAN/UIT
Wanneer  de  automatische  antiver-
blindingsstand  is  ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
Auto's zonder Smart entry-systeem
en startknop: 
De  functie  wordt  iedere  keer  wan-
neer  het  contact  AAN  wordt  gezet
ingeschakeld. Druk op de toets om
de  functie  uit  te  schakelen.  (Het
controlelampje gaat ook uit.)
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: 
De  functie  wordt  iedere  keer  wanneer  het  contact  AAN  wordt  geze t  inge-
schakeld.  Druk  op  de  toets  om  de  functie  uit  te  schakelen.  (Het   controle-
lampje gaat ook uit.)
■Voorkom een onjuiste werking van  de sensoren (auto's met binnenspiegel
met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak  de  sensoren  niet  aan  en  bedek  ze
ook  niet,  omdat  hierdoor  de  werking  van
de  sensoren  in  negatieve  zin  beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
■ Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeva l veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book  Page 161  Thursday, December  1, 2016  3:19 PM 

2014-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E
■Dagrijverlichting
Om  uw  auto  overdag  beter  zichtbaar  te  maken  voor  andere  weggebruikers,
wordt  de  dagrijverlichting  automatisch  ingeschakeld  als  het  hyb ridesysteem
wordt  gestart  en  de  parkeerrem  wordt  gedeactiveerd  met  de  licht schakelaar
uit  of  in  de  stand  AUTO.  (Brandt  helderder  dan  de  parkeerlichten  voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting (indien aanwezig)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
● Als  de  lichtschakelaar  in  de  stand 
   of    staat:  De  koplampen  en
mistlampen  voor  worden  automatisch  uitgeschakeld  als  het  contact  UIT
wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in de stand   staat: De koplampen en  alle
andere  lichten  worden  automatisch  uitgeschakeld  wanneer het  con tact  UIT
wordt gezet.
Zet  om  de  verlichting  weer  in  te  schakelen  het  contact  AAN  of  z et  de  licht-
schakelaar eenmaal in de stand UIT en daarna weer in stand 
 of  .
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
● Wanneer  de  lichtschakelaar  in  stand 
 of    staat:  De  koplampen
worden  automatisch  uitgeschakeld  als  het  contact  in  stand  ACC  o f  UIT
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt geopend.
● Wanneer de lichtschakelaar in stand   staat: De koplampen en ach ter-
lichten  worden  automatisch  uitgeschakeld  als  het  contact  in  stand  ACC  of
UIT wordt gezet en het bestuurdersportier geopend wordt.
Zet,  om  de  verlichting  weer  in  te  schakelen,  het  contact  AAN  of   zet  de  licht-
schakelaar een keer in stand OFF en daarna terug in stand   of  .
■ Automatic High Beam-systeem (indien aanwezig)
→Blz. 238 De  werking  van  de  sensor  kan  in  nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de  sensor  heen  geplaatst  wordt  of  als  er
iets  op  de  ruit  wordt  aangebracht  waar-
door de sensor wordt afgeschermd. 
Hierdoor  kan  de  sensor  niet  op  de  juiste
manier  de  hoeveelheid  omgevingslicht
signaleren,  waardoor  het  automatische
koplampsysteem  mogelijk  onjuist  functio-
neert.
YARIS_HV_OM_Europe_OM52J30E.book  Page 201  Thursday, December  1, 2016  3:19 PM