
2184-2. Rijprocedures
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
EV-modus
Schakelt EV-modus in/uit
Als de EV-modus wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje EV
MODE branden. Door in de EV-
modus de schakelaar in te druk-
ken, wordt teruggekeerd naar nor-
maal rijden (aandrijving door de
benzinemotor en de elektromotor
[tractiemotor]).
■Omstandigheden waarin de EV-modus niet kan worden ingeschakeld
In de volgende gevallen kan de EV-modus mogelijk niet worden ingescha-
keld. Als de stand niet ingeschakeld kan worden, klinkt er een zoemer en ver-
schijnt er een melding op het multi-informatiedisplay.
● De temperatuur van het hybridesysteem is te hoog.
De auto heeft lang in de zon gestaan of na het oprijden van een helling, het
rijden met hoge snelheid, enz.
● De temperatuur van het hybridesysteem is te laag.
De auto heeft bijvoorbeeld lang in een omgeving met een temperatuur lager
dan ongeveer 0 C gestaan.
● De benzinemotor is aan het opwarmen.
● Het batterijpakket (tractiebatterij) is bijna leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor
wordt aangegeven, is laag. ( Blz. 116, 137)
● Rijsnelheid is hoog.
● Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
● De voorruitverwarming is ingeschakeld.
In de EV-modus wordt er elektri sch vermogen geleverd door het
batterijpakket (tractiebatterij) en wordt alleen de elektromotor
(tractiemotor) gebruikt voor de aandrijving van de auto.
Deze modus is geschikt voor het 's nachts of in de vroege mor-
gen door woonwijken rijden of het rijden in een parkeergarage,
enz. zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over geluidsover-
last of uitlaatgassen.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 218 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

2194-2. Rijprocedures
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)■
De EV-modus inschakelen wann eer de benzinemotor koud is
Als de benzinemotor nog koud is en het hybridesysteem wordt gestart, wordt
na korte tijd automatisch de benzinemotor gestart, zodat deze op tempera-
tuur kan komen. In dat geval kan de EV-modus niet worden ingeschakeld.
Druk zodra het hybridesysteem is gestart en het controlelampje READY
brandt en voordat de benzinemotor start op de schakelaar EV MODE om de
EV-modus in te schakelen.
■ Automatische uitschakel ing van de EV-modus
Tijdens het rijden in de EV-modus, kan in de volgende gevallen automatisch
de benzinemotor worden gestart. Als de EV-modus wordt uitgeschakeld,
klinkt een zoemer en knippert het controlelampje EV MODE, waarna het uit-
gaat.
● Het batterijpakket (tractiebatterij) raakt leeg.
De resterende capaciteit van het batterijpakket die op de energiemonitor
wordt aangegeven, is laag. ( Blz. 116, 137)
● Rijsnelheid is hoog.
● Het gaspedaal wordt stevig ingetrapt of de auto rijdt op een helling, enz.
Als het mogelijk is om de bestuurder vooraf over het automatisch uitschake-
len te informeren, gebeurt dit met een melding op het multi-informatiedisplay.
■ Maximale rijafstand in EV-modus
De maximale rijafstand in de EV-modus varieert van een paar honderd meter
tot ongeveer 1 km. Er zijn afhankelijk van de omstandigheden van de auto
echter situaties waarbij de EV-modus niet kan worden gebruikt. (De maxi-
male rijafstand is afhankelijk van de laadtoestand van het batterijpakket [trac-
tiebatterij] en de rijomstandigheden.)
■ Wijzigen van de rijmodus vanuit de EV-modus
De EV-modus kan worden gebruikt in combinatie met de ECO-modus en de
POWER-modus.
De EV-modus kan echter automatisch uitgeschakeld worden wanneer deze
gebruikt wordt in combinatie met de POWER-modus.
■ Brandstofverbruik
Het hybridesysteem is ontworpen voor een zo laag mogelijk brandstofver-
bruik onder normale rijomstandigheden (aandrijving door benzinemotor en
elektromotor [tractiemotor]). Als de EV-modus vaker wordt gebruikt dan nodig
is, zal het brandstofverbruik hoger zijn.
WAARSCHUWING
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Controleer tijdens het rijden in de EV-modus zorgvuldig de omgeving van
de auto. Omdat er geen motorgeluiden zijn, merken voetgangers, fietsers of
andere verkeersdeelnemers en voertuigen in de omgeving mogelijk niet dat
de auto wegrijdt of hen nadert. Wees dus tijdens het rijden extra alert.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 219 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

2244-2. Rijprocedures
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
OPMERKING
■Lading batterijpakket (tractiebatterij)
Als de selectiehendel in stand N staat, wordt het batterijpakket (tractiebatte-
rij) niet geladen. Houd stand N niet gedurende langere tijd ingeschakeld,
om te voorkomen dat het batterijpakket leegraakt.
■ Situaties waarbij storingen in het regelsysteem voor stand P mogelijk
zijn
Als een van de volgende situaties zich voordoet, zijn storingen in het regel-
systeem voor stand P mogelijk.
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats met een vlakke ondergrond
tot stilstand, activeer de parkeerrem en neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Auto's zonder multi-informatiedisplay:
Wanneer de waarschuwingsmelding WHEN PARKING, APPLY PARKING
BRAKE SECURELY (activeer de parkeerrem bij het parkeren) op het
instrumentenpaneel verschijnt. ( Blz. 394)
● Auto's zonder multi-informatiedisplay:
Wanneer het waarschuwingslampje van het parkeerblokkeersysteem
brandt.
● Auto's met multi-informatiedisplay:
Als de waarschuwingsmelding met betrekking tot het regelsysteem op het
multi-informatiedisplay verschijnt. ( Blz. 406)
● Wanneer alles brandt, behalve het selectieframe van de positie-indicator.
● Wanneer de positie-indicator uit blijft.
■ Aanwijzingen met betrekking tot het bedienen van de selectiehendel en
de schakelaar voor stand P
Bedien de selectiehendel en de schakelaar voor stand P niet herhaaldelijk
en snel achter elkaar.
De systeembeveiligingsfunctie kan worden ingeschakeld en het kan tijdelijk
niet mogelijk zijn om een andere stand dan stand P in te schakelen. Wacht
in dit geval ongeveer 20 seconden voordat u opnieuw probeert te schake-
len.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 224 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

2414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
■De cruise control kan worden gebruikt als
● Schakelstand D is geselecteerd.
● De rijsnelheid hoger is dan ongeveer 40 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
●Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
■ Automatisch uitschakelen van de cruise control
De snelheidsregeling door de cruise control wordt in de volgende gevallen
onderbroken:
●De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
● Werkelijke rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
■ Als het controlelampje cruise contro l geel gaat branden (auto's zonder
multi-informatiedisplay)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogr ammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■ Als de waarschuwingsmelding voor de cruise control wordt weergege-
ven (auto's met multi-informatiedisplay)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogr ammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 241 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

243
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
Dynamic Radar Cruise Control
De Dynamic Radar Cruise Control is een conventionele cruise control
die is uitgebreid met een afstandsregeling. Als de afstandsregel-
modus is ingeschakeld, accelereert of decelereert de auto automa-
tisch om een vooraf in gestelde afstand tot de voorligger te bewaren.
Toets tussenafstand
Controlelampjes
Ingestelde snelheid
Display
Cruise cont rol-schakelaar
: Indien aanwezig
Overzicht van functies
1
2
3
4
5
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 243 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

2664-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
◆Pre-Crash-waarschuwing
Wanneer wordt gesignaleerd
dat een frontale aanrijding zeer
waarschijnlijk is, klinkt er een
zoemer en wordt er een mel-
ding op het multi-informatiedis-
play weergegeven om de
bestuurder aan te sporen om uit
te wijken.
◆Pre-Crash Brake Assist
Als een frontale aanrijding waarschijnlijk is, past het systeem een
grotere remkracht toe, in relatie tot de kracht waarmee het rempe-
daal wordt ingetrapt.
◆Pre-Crash Brake-systeem
Als een frontale aanrijding waarschijnlijk is, waarschuwt het sys-
teem de bestuurder door midd el van een waarschuwingsdisplay en
een zoemer. Als het systeem signaleert dat een aanrijding onver-
mijdelijk is, worden de remmen automatisch geactiveerd om de
snelheid bij de aanrijding te verlagen.
: Indien aanwezig
Als de radarsensor signaleert da t een frontale aanrijding waar-
schijnlijk is, wordt het remsysteem automatisch geactiveerd om
de gevolgen van een aanrijding zo veel mogelijk te beperken.
De waarschuwingstiming van het Pre-Crash Safety-systeem kan
naar wens worden gewijzigd en in en uit worden geschakeld met
behulp van de schakelaar. ( Blz. 267)
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 266 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

2674-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)■
Wijzigen van de waarschuwingstiming van het Pre-Crash
Safety-systeem
Telkens wanneer op de schakelaar PCS wordt gedrukt, wijzigt de
afstand als volgt.
Ve r w e g
Gemiddeld
*
Dichtbij
*: Standaardinstelling
■
Uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Druk gedurende ten minste 3
seconden op de PCS-schake-
laar.
Het waarschuwingslampje PCS
gaat branden en er wordt een
melding weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
Druk nogmaals op de schake-
laar PCS om het systeem in te
schakelen. Het systeem wordt
ingeschakeld telkens wanneer
het contact AAN wordt gezet.
Wijzigen van het Pre-Crash Safety-systeem
Auto's met linkse besturingAuto's met rechtse besturing
1
2
3
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 267 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM

2704-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)■
Situaties waarin het Pre-Crash Safety-systeem niet goed werkt
Het systeem werkt in de volgende situaties mogelijk niet goed:
●Op wegen met scherpe bochten of oneffenheden
● Als een auto plotseling voor uw auto verschijnt, bijvoorbeeld op een kruising
● Als uw auto plotseling wordt gesneden, bijvoorbeeld wanneer u wordt inge-
haald
● Onder barre weersomstandigheden, bijvoorbeeld bij zware regenval, mist,
sneeuw of zandstormen
● Als uw auto in een slip raakt terwijl de VSC niet in werking is
● Als de wagenhoogte extreem verandert
● Wanneer de radarsensor van positie ve randert omdat de directe omgeving
van de sensor een hevige schok heeft gekregen
● Als gevolg van een grote verdraaiing van het stuurwiel wanneer er plotse-
ling een obstakel vóór de auto verschijnt
● Wanneer bij een frontale aanrijding slechts een deel van de voorzijde van
uw auto in botsing of in contact komt met een auto of een object
■ Automatisch uitschakelen van het Pre-Crash Safety-systeem
Als een storing optreedt waardoor de sensoren geen obstakels meer kunnen
waarnemen, bijvoorbeeld doordat de sensor vuil is, wordt het Pre-Crash
Safety-systeem automatisch uitgeschakeld. Het systeem wordt in dit geval
niet geactiveerd, zelfs niet wanneer er kans op een aanrijding is.
■ Als er een storing in het systeem aanwezig is of het systeem tijdelijk niet
kan worden gebruikt
Het waarschuwingslampje PCS knippert en er wordt een waarschuwingsmel-
ding weergegeven op het multi-informatiedisplay. Lees de op het multi-infor-
matiedisplay weergegeven waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen
op. ( Blz. 391, 404)
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 270 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM