1483-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
Por tieren
◆Smart entry-systeem met startknop
Zorg dat u de elektronische sleutel bij u hebt om deze functie in te
kunnen schakelen.Pak de portiergreep van het
bestuurdersportier of het
voorpassagiersportier met de
sensor (indien aanwezig)
vast om het portier te ont-
grendelen.
Zorg ervoor dat u de sensor aan
de achterzijde van de portier-
greep aanraakt.
De portieren kunnen gedurende
3 seconden na het vergrendelen
niet worden ontgrendeld.
Raak de vergrendelsensor (inkeping aan de bovenzijde van de
voorportiergreep) aan om de portieren te vergrendelen.
Controleer of het portier goed vergrendeld is.
◆Afstandsbediening
Vergrendelen van alle portie-
ren
Controleer of het portier goed
vergrendeld is.
Ontgrendelen van alle portie-
ren
De auto kan worden vergrendeld en ontgrendeld met behulp van
de instapfunctie, de afstandsbediening of de schakelaar van de
centrale vergrendeling.
Van buitenaf ontgrendelen en vergrendelen van de portieren
1
2
1
2
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 148 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
1493-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
■Feedbacksignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
■ Beveiligingsfunctie
Als er niet binnen ongeveer 30 seconden na het ontgrendelen van de auto
een portier wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto
weer automatisch wordt vergrendeld.
■ Wanneer het portier niet kan word en vergrendeld met de vergrendel-
sensor aan de bovenzijde van de portiergreep
■ Zoemer centrale vergrendeling
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
■ Het alarm inschakelen (indien aanwezig)
Wanneer de portieren worden vergrendeld, wordt het alarmsysteem inge-
schakeld. ( Blz. 102)
■ Wanneer het Smart entry-systeem met startknop of de afstandsbedie-
ning niet goed werkt
●Gebruik de mechanische sleutel om de portieren te vergrendelen en ont-
grendelen. ( Blz. 454)
● Vervang de sleutelbatterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen
raakt. ( Blz. 365)
Als het portier niet kan worden vergren-
deld, zelfs wanneer het sensorgebied
bovenaan wordt aangeraakt, probeer dan
de sensorgebieden bovenaan en onder-
aan tegelijkertijd aan te raken.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 149 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
1613-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
3
Bediening van elk onderdeel
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)■
Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt,
werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist:
• De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportier-
greep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergren-
deld of ontgrendeld.
• De elektronische sleutel ligt op het dashboard, in de bagageruimte, op de vloer of in een portiervak of het dashboardkastje wanneer het hybridesys-
teem wordt gestart of de stand van het contact wordt gewijzigd.
● Laat de elektronische sleutel niet boven op het dashboard of in de buurt van
de portiervakken liggen wanneer u de auto verlaat. Afhankelijk van de ont-
vangst van de radiogolven wordt door de antenne mogelijk waargenomen
dat de sleutel zich buiten de auto bevindt en kunnen de portieren worden
vergrendeld vanaf de buitenzijde, w aardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
● Zolang de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, kun-
nen de portieren door een willekeurige persoon worden ontgrendeld en ver-
grendeld. De auto kan echter alleen worden ontgrendeld via de portieren die
de elektronische sleutel signaleren.
● Zelfs als de elektronische sleutel zich buiten de auto bevindt, kan het hybri-
desysteem mogelijk worden gestart als de elektronische sleutel zich in de
buurt van de ruit bevindt.
● De portieren worden mogelijk ontgrendeld als er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tijdens een zware regen-
bui of in een wasstraat, wanneer de elektronische sleutel zich binnen he\
t
detectiegebied bevindt. (Als de portieren niet worden geopend en gesloten,
worden deze na ongeveer 30 seconden automatisch weer vergrendeld.)
●
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de portieren te vergrendelen ter-
wijl de elektronische sleutel zich in de nabijheid van de auto bevindt, bestaat
de mogelijkheid dat de portieren niet ontgrendeld worden door de instapfunc-
tie. (Gebruik de afstandsbediening om de portieren te ontgrendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendelsensor aanraakt terwijl u hand-
schoenen draagt, kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de
portieren mogelijk niet ontgrendeld of vergrendeld.
● Als de portiergreep nat wordt terwijl de elektronische sleutel zich binnen het
werkzame gebied bevindt, kan het portier herhaaldelijk worden vergrendeld
en ontgrendeld. Volg in dat geval de correctieprocedure hieronder bij het
wassen van de auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een afstand van ten minste 2 meter
van de auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet gestolen wordt.)
• Schakel de energiebesparende functie voor de batterij in om het Smart entry-systeem met startknop uit te schakelen. ( Blz. 159)
●
Als de elektronische sleutel zich in de auto bevindt en een portiergreep wordt
nat tijdens het wassen van de auto, wordt er mogelijk een melding weergegeven
op het multi-informatiedisplay (indien aanwezig) en klinkt er een zoemer buiten
de auto. Vergrendel alle portieren om het alarm uit te schakelen.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 161 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
1623-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)●
Als de vergrendelsensor in aanraking komt met ijs, sneeuw, modder, enz.,
werkt deze mogelijk niet goed. Reinig de vergrendelsensor en raak hem
opnieuw aan of gebruik de vergrendelsensor aan de onderzijde van de por-
tiergreep.
● Bij een plotselinge nadering van het detectiegebied of de portiergreep kan
het voorkomen dat de portieren niet ontgrendeld worden. Laat in dat geval
de portiergreep los en controleer of de portieren worden ontgrendeld voor-
dat u opnieuw aan de portiergreep trekt.
● Als er zich een andere elektronische sleutel binnen het detectiegebied
bevindt, is de reactietijd voor het ontgrendelen van de portieren nadat een
portiergreep is vastgepakt, mogelijk langer.
■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden
●Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet
binnen een afstand van 2 meter van de auto.
● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld.
(Blz. 481)
■ Voor een juiste bediening van het systeem
Zorg ervoor dat u de elektronische sleutel bij u hebt als u het systeem
bedient. Houd de elektronische sleutel niet te dicht bij de auto als u het sys-
teem van buitenaf bedient.
Afhankelijk van de positie en de conditie waarin de elektronische sleutel
wordt bewaard, wordt de sleutel mogelijk niet correct door het systeem gesig-
naleerd, waardoor het systeem wellicht ni et juist functioneert. (Het alarm kan
per ongeluk afgaan of de functie die voorkomt dat de portieren per ongeluk
worden vergrendeld, werkt mogelijk niet.)
■ Als het Smart entry-systeem met startknop niet goed werkt
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren: Gebruik de mechanische
sleutel. ( Blz. 454)
● Starten van het hybridesysteem: Blz. 454
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
Verschillende instellingen (bijv. van het Smart entry-systeem met startknop)
kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 481)
■ Als het Smart entry-systeem met star tknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
● Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren:
Gebruik de afstandsbediening of de mechanische sleutel. ( Blz. 148, 454)
● Starten van het hybridesysteem en wijzigen van de standen van het contact:
Blz. 454
● Uitschakelen van het hybridesysteem: Blz. 213
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 162 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
1923-4. Verstellen van het stuurwiel en de spiegels
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
Binnenspiegel met automatische antiverblindingsstand
De hoeveelheid gereflecteerd licht wordt automatisch gereduceerd op
basis van de helderheid van de koplampen van achteropkomend ver-
keer.
De modus voor de automatische
antiverblindingsstand wijzigen
Aan/uit
Wanneer de automatische antiver-
blindingsstand is ingeschakeld,
brandt het controlelampje.
De functie wordt ingeschakeld tel-
kens wanneer het contact AAN
wordt gezet.
Druk op de toets om de functie uit
te schakelen. (Het controlelampje
gaat ook uit.)
■ Voorkomen van een onjuiste werking van de sensoren (auto's met bin-
nenspiegel met automatische antiverblindingsstand)
Controlelampje
Raak de sensoren niet aan en bedek ze
ook niet, omdat hierdoor de werking van
de sensoren in negatieve zin beïnvloed
kan worden.
WAARSCHUWING
Verstel de spiegel niet tijdens het rijden.
Hierdoor kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorza-
ken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 192 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
2284-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplampen in- of uitgeschakeld.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers,
wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als het hybridesysteem
wordt gestart en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar
in de stand of in de stand AUTO. Dagrijverlichting is niet ontworpen
voor gebruik in het donker.
■ Sensor koplampregeling (indien aanwezig)
De werking van de airconditioning wordt mogelijk onderbroken.
Inschakelen van het grootlicht
1
2
De werking van de sensor kan in nega-
tieve zin beïnvloed worden als er iets over
de sensor heen geplaatst wordt of als er
iets op de ruit wordt aangebracht waar-
door de sensor wordt afgeschermd.
Hierdoor kan de sensor niet op de juiste
manier de hoeveelheid omgevingslicht
signaleren, waardoor het automatische
koplampsysteem mogelijk onjuist functio-
neert.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 228 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
2294-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4
Rijden
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)■
Automatisch uitschakelsysteem verlichting
●Wanneer de lichtschakelaar in de stand
of staat: De koplam-
pen worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
● Wanneer de lichtschakelaar in de stand staat: De koplampen en alle
verlichting worden automatisch uitgeschakeld als het contact in stand ACC
of UIT wordt gezet.
Zet, om de verlichting weer in te schakelen, het contact AAN of zet de licht-
schakelaar een keer in de stand UIT en daarna weer in de stand
of
.
■ Automatische verticale koplampverstelling
De koplamphoogte wordt automatisch geregeld op basis van het aantal
passagiers in de auto en de mate van belading om verblinding van andere
weggebruikers door de koplampen te voorkomen.
■ Zoemer verlichting
Een zoemer klinkt als het contact UIT of in stand ACC wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl de verlichting is ingeschakeld.
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 481)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 229 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM
2324-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE)
Gelijktijdig inschakelen ruiten-
sproeiers en ruitenwissers
De ruitenwissers zullen automa-
tisch een aantal slagen maken als
de ruitensproeiers worden inge-
schakeld.
Ruitenwissers met regensensor
Stand AUTO
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
In de stand AUTO werken de rui-
tenwissers automatisch wanneer
de sensor signaleert dat het
regent. De wissnelheid wordt
automatisch afgestemd op de
hoeveelheid neerslag en de rij-
snelheid.
7
1
2
3
4
PRIUS +_OM_OM47B24E_(EE).book Page 232 Tuesday, May 3, 2016 2:22 PM